Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 28345 nr. 207 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 28345 nr. 207 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 februari 2019
Hierbij bieden wij u de inhoudelijke deelonderzoeken en de synthese aan die samen het Prevalentieonderzoek huiselijk geweld en kindermishandeling vormen. Naast deze onderzoeken zijn in dit kader ook enkele voorstudies verricht, die op de website van het WODC gepubliceerd worden.
De bijgevoegde deelonderzoeken naar prevalentie zijn:
1. Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016, Schellingerhout, R. en C. Ramakers (2017)1.
2. NPM 2017: Nationale prevalentiestudie mishandeling van kinderen en jeugdigen, Alink, ea. (2018)2.
3. Slachtofferschap van huiselijk geweld. Prevalentieonderzoek naar de omvang, aard, relaties en gevolgen van slachtoffer- en plegerschap, Eijkern, L. van, ea. (2018)3. Prevalentie van huiselijk geweld in een online huishoudpanel versus een aselecte personensteekproef: Een vergelijking tussen LISS en CBS, Lauret, C., e.a. (2018)4.
4. Prevalentieschatting huiselijk geweld en kindermishandeling met vangst-hervangstmethoden onderzoeksverslag, Van der Heijden e.a. (2019)5.
5. Plegers van partnergeweld en kindermishandeling: verschillen, overeenkomsten en overlap, Woicik e.a. (2019)6.
6. Synthese onderzoek7.
Het gedegen onderzoek door het WODC, met ruim tien andere onderzoeksinstellingen, heeft actuele schattingen opgeleverd over hoe vaak huiselijk geweld en kindermishandeling voorkomt in Nederland. De tot nog toe beschikbare cijfers dateren uit 2010 en 2011. In deze brief lichten we een aantal van de belangrijkste bevindingen uit het prevalentieonderzoek toe.
Huiselijk geweld
Uit het onderzoek naar huiselijk geweld komt naar voren dat in een periode van 5 jaar in totaal 747.000 mensen van 18 jaar of ouder slachtoffer zijn geweest van minstens één incident fysiek en/of seksueel geweld. Dit betreft 5,5% van de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder.
Het gaat hierbij om geweld dat werd gepleegd door iemand uit de (brede) huiselijke kring, zoals een (ex)partner maar ook huisvrienden. Daarvan hebben tenminste 97.000 vrouwen en 27.000 mannen structureel te maken met fysiek en/of seksueel geweld.
Partner- of ex-partnergeweld is het grootste deel van huiselijk geweld tegen volwassenen, namelijk in 56% van het gerapporteerde geweld. Overig huiselijk geweld wordt gepleegd door anderen uit de huiselijke en/of familiekring, zoals huisvrienden, broers en zussen.
Kindermishandeling
Tenminste 90.000 tot 127.000 kinderen van 0 tot 17 jaar zijn jaarlijks slachtoffer van tenminste één vorm van kindermishandeling. Dit is ongeveer 3% van alle kinderen. Naast fysieke en emotionele mishandeling vallen hieronder ook gevallen van ernstige verwaarlozing. De grootste groep kinderen heeft te maken met ernstige verwaarlozing.
Bij 96% van alle mishandelde kinderen gaat het om mishandeling door een biologische ouder. Bijna 30% van de kinderen die slachtoffer zijn, heeft te maken met meer dan één vorm van kindermishandeling.
Samenloop huiselijk geweld en kindermishandeling
Er is voor het eerst ook onderzoek gedaan naar de samenloop van huiselijk geweld en kindermishandeling. Dit is op verschillende manieren gemeten en hieruit blijkt dat bij 2,5 procent van alle scholieren (12 – 17 jarigen) sprake is van samenloop van fysiek geweld tussen de ouders en kindermishandeling. Wanneer wordt uitgegaan van de totale groep kinderen die slachtoffer was van kindermishandeling dan kwam samenloop met ander huiselijk geweld relatief het meest voor onder de groep kinderen die slachtoffer was van emotionele mishandeling (65%). Deze werd gevolgd door de groep die slachtoffer was van fysiek geweld (53%), fysieke verwaarlozing (37%) en tot slot de kinderen die slachtoffer waren van seksueel misbruik (28%).
Conclusie
De onderzoekers houden bij de vergelijking door de tijd enige slagen om de arm, doordat de vorige en huidige metingen niet in alle opzichten goed met elkaar vergelijkbaar zijn. Zij concluderen dat er geen aanwijzingen zijn voor een stijging in de prevalentie van huiselijk geweld en kindermishandeling en dat er indicaties zijn dat zich een daling kan hebben ingezet.
Reactie
De cijfers tonen aan dat huiselijk geweld en kindermishandeling nog altijd een van de grootste geweldsproblemen is in Nederland. Ook in impact gaat het om één van de grootste geweldsvraagstukken van onze samenleving. Het gaat immers om geweld in de omgeving waar iedereen zich veilig zou moeten voelen.
Deze uitkomsten bevestigen de noodzaak om onverminderd in te zetten op de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling met het programma «Geweld hoort nergens thuis» dat in april vorig jaar van start is gegaan (Kamerstukken 28 345, 31 015 en 34 907, nr. 185). Bij huiselijk geweld en kindermishandeling gaat het vaak om problematiek die intergenerationeel wordt overgedragen. Daarom is het belangrijk om het patroon van geweld te doorbreken, zodat op de langere termijn de prevalentieschattingen dalen. Dit vraagt om blijvende inzet van ons en van alle partijen die rond een gezin het verschil kunnen maken.
Het alert zijn op signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling, het weten wat je met dergelijke signalen kunt doen en het vervolgens overgaan tot handelen is van groot belang om dit probleem aan te pakken.
Daarom starten wij als onderdeel van het programma «Geweld hoort nergens thuis» morgen een publiekscampagne, «Het houdt niet op, totdat je iets doet». In deze campagne worden omstanders voorgelicht over wat zij kunnen doen wanneer zij zorgen hebben over huiselijk geweld en kindermishandeling. Hier zien wij nog een opgave. Dit blijkt ook uit een flitspeiling die onlangs voor de campagne is uitgevoerd naar het handelen bij vermoedens van kindermishandeling. Bijna vier op de tien Nederlanders van 18 jaar en ouder hebben weleens kindermishandeling vermoed. Drie op de tien van degenen die kindermishandeling vermoedden, bespraken hun vermoedens alleen met hun partner of spraken hier helemaal (nog) niet over.
Het vervolg
De rapporten die wij u hierbij aanbieden bevatten naast de prevalentiecijfers onder andere inzicht in de aard van het geweld, risicofactoren en verschillen tussen mannen en vrouwen. De uitkomsten en aanbevelingen betrekken wij bij de inzet om geweld eerder en beter in beeld te krijgen en geweld te stoppen en duurzaam op te lossen.
Voor de toekomst vinden wij het van belang dat er frequenter onderzoek wordt gedaan naar de prevalentie van huiselijk geweld en kindermishandeling. Hierbij wordt ingezet op vergelijkbaarheid met eerdere onderzoeken, zodat er over de tijd gekeken kan worden naar trendontwikkelingen. Dit is ook in lijn met de aanbevelingen uit het syntheseonderzoek. Wij hebben aan de onafhankelijke onderzoekadviescommissie Geweld hoort nergens thuis gevraagd om met een voorstel te komen hoe onderzoek naar huiselijk geweld en kindermishandeling in de toekomst vormgegeven kan worden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28345-207.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.