27 926 Huurbeleid

Nr. 284 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juli 2018

Het lid Van Brenk en het voormalige lid Voortman van uw Kamer hebben op 28 juni 2017 een motie ingediend, waarin de regering wordt verzocht te onderzoeken hoe de huurtoeslag op eenvoudige wijze direct verrekend kan worden met de woningcorporatie en/of een andere verhuurder indien de huurder dat wenst.1 In de kabinetsreactie op het rapport »Eenvoud loont – Oplossingen om schulden te voorkomen», van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) van 19 maart 20182, is toegezegd dat ik uw Kamer voor de zomer zou informeren over de lopende gesprekken tussen de branchevereniging van woningcorporaties Aedes en de Belastingdienst, aangaande de beantwoording van bovengenoemde motie. Die toezegging voer ik met deze brief uit.

De mogelijkheid van het direct uitbetalen van de huurtoeslag door de Belastingdienst aan corporaties is al in 2014 met Aedes en woningcorporaties onderzocht. Corporaties zagen destijds geen mogelijkheid om de facturering/incasso (tussen de 20e van de maand en de 1e van de volgende maand) hierop aan te passen. De suggestie van de Belastingdienst destijds om de huurtoeslag te verrekenen met de huur van de volgende maand, zou tot organisatorische problemen en extra administratieve lasten bij corporaties leiden.

Door partijen is toen vastgesteld dat het voor corporaties technisch niet mogelijk was om de voor hen noodzakelijke vermindering van de huur met het toeslagbedrag tijdig te bewerkstelligen. Voor meer informatie over de gesprekken in 2014, verwijs ik uw Kamer naar de brief van 9 juli 2014.3

Naar aanleiding van de motie van het voormalige lid Voortman en het lid Van Brenk is opnieuw met Aedes en een aantal woningcorporaties de mogelijkheid van directe uitbetaling van de huurtoeslag onderzocht. Vanuit een aantal woningcorporaties is aangegeven dat een convenant met de Belastingdienst in principe een werkbare vorm is. De corporaties zouden echter ook dienen te beschikken over een zogenaamde «inleeslijst» van de Belastingdienst, met daarop informatie per huurder over het bedrag aan huurtoeslag dat wordt verstrekt.

De Belastingdienst onderzoekt nu of het mogelijk is deze «inleeslijsten» op te leveren, binnen de bestaande systematiek van toeslagenverstrekking. Een eerste inschatting laat zien dat het opleveren van deze lijsten, naar verwachting, technisch niet eenvoudig zal zijn en kosten met zich mee zal brengen. Er is echter een nadere analyse nodig om de precieze uitvoeringsaspecten voor de Belastingdienst in kaart te brengen. Daar wordt momenteel aan gewerkt.

Zorgvuldigheid en goede dienstverlening aan de burgers staan voor mij voorop. Het overleg met Aedes en corporaties wordt voortgezet.

De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel


X Noot
1

Kamerstuk 24 515, nr. 401

X Noot
2

Kamerstuk 24 515, nr. 428

X Noot
3

Kamerstuk 27 926, nr. 228

Naar boven