Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juli 2018
Het lid Van Brenk en het voormalige lid Voortman van uw Kamer hebben op 28 juni 2017
een motie ingediend, waarin de regering wordt verzocht te onderzoeken hoe de huurtoeslag
op eenvoudige wijze direct verrekend kan worden met de woningcorporatie en/of een
andere verhuurder indien de huurder dat wenst.1 In de kabinetsreactie op het rapport »Eenvoud loont – Oplossingen om schulden te
voorkomen», van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) van 19 maart 20182, is toegezegd dat ik uw Kamer voor de zomer zou informeren over de lopende gesprekken
tussen de branchevereniging van woningcorporaties Aedes en de Belastingdienst, aangaande
de beantwoording van bovengenoemde motie. Die toezegging voer ik met deze brief uit.
De mogelijkheid van het direct uitbetalen van de huurtoeslag door de Belastingdienst
aan corporaties is al in 2014 met Aedes en woningcorporaties onderzocht. Corporaties
zagen destijds geen mogelijkheid om de facturering/incasso (tussen de 20e van de maand en de 1e van de volgende maand) hierop aan te passen. De suggestie van de Belastingdienst
destijds om de huurtoeslag te verrekenen met de huur van de volgende maand, zou tot
organisatorische problemen en extra administratieve lasten bij corporaties leiden.
Door partijen is toen vastgesteld dat het voor corporaties technisch niet mogelijk
was om de voor hen noodzakelijke vermindering van de huur met het toeslagbedrag tijdig
te bewerkstelligen. Voor meer informatie over de gesprekken in 2014, verwijs ik uw
Kamer naar de brief van 9 juli 2014.3
Naar aanleiding van de motie van het voormalige lid Voortman en het lid Van Brenk
is opnieuw met Aedes en een aantal woningcorporaties de mogelijkheid van directe uitbetaling
van de huurtoeslag onderzocht. Vanuit een aantal woningcorporaties is aangegeven dat
een convenant met de Belastingdienst in principe een werkbare vorm is. De corporaties
zouden echter ook dienen te beschikken over een zogenaamde «inleeslijst» van de Belastingdienst,
met daarop informatie per huurder over het bedrag aan huurtoeslag dat wordt verstrekt.
De Belastingdienst onderzoekt nu of het mogelijk is deze «inleeslijsten» op te leveren,
binnen de bestaande systematiek van toeslagenverstrekking. Een eerste inschatting
laat zien dat het opleveren van deze lijsten, naar verwachting, technisch niet eenvoudig
zal zijn en kosten met zich mee zal brengen. Er is echter een nadere analyse nodig
om de precieze uitvoeringsaspecten voor de Belastingdienst in kaart te brengen. Daar
wordt momenteel aan gewerkt.
Zorgvuldigheid en goede dienstverlening aan de burgers staan voor mij voorop. Het
overleg met Aedes en corporaties wordt voortgezet.
De Staatssecretaris van Financiën,
M. Snel