Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2014
In aanvulling op mijn brief aan de vaste commissie voor Financiën over de initiatiefnota
van het lid Nijboer over veilig en betrouwbaar bankieren in de 21e eeuw (Kamerstuk
34 033, nr. 3), bericht ik u naar aanleiding van het AO betalingsverkeer van 10 september jongstleden
(Kamerstuk 27 863, nr. 58) het volgende.
Naar aanleiding van voornoemd algemeen overleg heb ik in een brief aan de heer Hill,
Commissaris van de Europese Commissie voor Financiële stabiliteit, Financiële diensten
en Kapitaalmarktenunie het belang dat Nederland hecht aan nummerportabiliteit onderstreept.
Ik heb daarin aangegeven dat het belangrijk is dit onderwerp op de agenda te houden
en geen stappen te zetten die toekomstige invoering van nummerportabiliteit in de
weg staan.
In het algemeen overleg van 10 september jl. zijn ook vragen gesteld over het gastgebruik
voor het pinnen bij een andere bank. De huidige lijn is dat het gastgebruik beperkt
is tot één gasttransactie per dag tot een maximaal bedrag van in de regel 250 euro.
Inmiddels heb ik begrepen dat de banken met elkaar in gesprek zijn over de opheffing
van beperkingen die gelden voor dit gastgebruik. Op zeer korte termijn moet hierover
meer duidelijkheid zijn.
Verder kom ik terug op hetgeen in de concept-tekst van de richtlijn betaaldiensten
II is opgenomen over het blokkeren van betaalpassen voor een hoog bedrag in situaties
waarin niet op voorhand duidelijk is hoe groot het te betalen bedrag wordt. Dit kan
zich bijvoorbeeld voordoen bij het tanken van benzine of het betalen van een hotel.
Begin december van dit jaar is een Raadscompromis bereikt over de tekst van de richtlijn
betaaldiensten II1. Daarin is een bepaling opgenomen die de hiervoor beschreven situatie adresseert.
Opgenomen is dat een begunstigde een betaalpas uitsluitend (tijdelijk) mag blokkeren
voor een bepaald bedrag, als de betaler hiermee tevoren expliciet heeft ingestemd.
Verder is de betaaldienstverlener verplicht om de blokkade van een bepaald geldbedrag weer op te heffen, zodra het exacte geldbedrag dat betaald moet worden bekend
is.
Tot slot merk ik op dat inmiddels de ACM haar reactie op de pilot bereikbaarheid van
contant geld, voor zover deze ziet op de plaatsing van geldautomaten in witte vlekken,
aan de betrokken partijen kenbaar heeft gemaakt. Naar ik heb begrepen mogen banken
samen afspreken dat zij bij toerbeurt een geldautomaat plaatsen op het platteland
waar nu geen geldautomaat staat maar er wel behoefte aan is. Banken mogen niet gezamenlijk
afspraken maken om geldautomaten weg te halen uit de iets grotere dorpen en steden
om die in de kleine dorpen neer te zetten.
Met deze brief en mijn reactie op de initiatiefnota van het lid Nijboer over veilig
en betrouwbaar bankieren in de 21e eeuw, hoop ik u voldoende geïnformeerd te hebben.
De Minister van Financiën,
J.R.V.A. Dijsselbloem