Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 september 2010
De vaste commissie voor Defensie heeft besloten het voor 15 september a.s. geagendeerde algemeen overleg Materieel uit te
stellen tot na het aantreden van een nieuw kabinet. Voor dit AO waren, naast andere onderwerpen, brieven geagendeerd over
twee projecten met betrekking tot het F-16 gevechtsvliegtuig. In het licht van het uitstel van het AO en de voorziene procedurevergadering
van de vaste commissie voor Defensie van 16 september a.s., ga ik in deze brief in op de voortgang van deze projecten.
F-16 lucht-grondbewapening fase II
De eerste brief is die van 20 april jl. over de voorstudiefase (B-fase) van het project F-16 lucht-grondbewapening fase II,
deel 1 en 2. Over dit project heeft de Kamer inmiddels op 20 augustus jl. de brief over de studiefase (C-fase) ontvangen die
nog niet voor het AO van 15 september was geagendeerd (Kamerstukken 27 830, nrs. 74 en 80). Ik hecht groot belang aan dit project vanwege de behoefte aan munitie voor de F-16 waarmee doelen op grotere afstand met
hoge precisie kunnen worden uitgeschakeld, terwijl het risico op ongewenste nevenschade tot een minimum wordt beperkt en tevens
de risico’s voor de vliegers worden verminderd.
Defensie wil graag aansluiten bij een omvangrijke Amerikaanse overheidsopdracht voor de aanschaf van de Small Diameter Bomb Increment I (SDB I). Daartoe moet Nederland uiterlijk 1 november een Letter of Offer and Acceptance (LOA) met de Amerikaanse overheid tekenen. De aansluiting bij de Amerikaanse overheidsorder biedt grote kostenvoordelen en
maakt de tijdige aanschaf van deze precisiewapens mogelijk. De Amerikaanse overheid voorziet de komende jaren geen vervolgopdrachten
waarbij Nederland alsnog zou kunnen aansluiten. Uitstel van de Nederlandse besluitvorming betekent voorts dat Defensie in
2012 niet kan aansluiten bij Amerikaanse testvluchten met de F-16 voor de SDB I en dat later nieuwe testvluchten nodig zullen
zijn. Hiermee zijn extra kosten gemoeid.
Het was mijn voornemen de Kamer begin oktober een D-brief over de verwervingsvoorbereidingsfase te sturen, tenzij de behandeling
in het AO van 15 september tot andere conclusies zou hebben geleid. Daarna is er voor de Kamer nog tot 1 november gelegenheid
het project verder te behandelen. Inmiddels is de voor de D-brief benodigde informatie reeds grotendeels beschikbaar. Overigens
is Defensie met betrekking tot dit project nog geen financiële verplichtingen aangegaan. Dat is pas aan de orde na de ondertekening
van de LOA.
M6.5-softwaremodificatie F-16
Ook de brief van 20 mei jl. over de behoeftestellingsfase (A-fase) van de M6.5-softwaremodificatie voor de F-16 was voor het
AO van 15 september geagendeerd (Kamerstuk 26 488, nr. 238). Zoals gemeld in deze brief ben ik voornemens het project van de M6.5-softwaremodificatie voor uitvoering te mandateren
aan de Defensie Materieel Organisatie. In afwachting van de behandeling tijdens het AO Materieel is dit tot op heden nog niet
gebeurd.
Nederland neemt deel aan dit project in het kader van het internationale Multinational Fighter Program (MNFP) van F-16 gebruikers (België, Denemarken, Nederland, Noorwegen, Portugal en de Verenigde Staten). Deze landen maken
afspraken over onder andere modificatieprogramma’s. Eind mei heeft Defensie aan de MNFP-partners laten weten in beginsel aan
de M6.5-softwaremodificatie te willen deelnemen, onder voorbehoud van politieke goedkeuring. Uiterlijk midden oktober zal
Nederland zijn deelneming moeten bevestigen met het oog op MNFP-besluitvorming begin november.
Door deelneming aan het MNFP profiteert Nederland van schaalvoordelen bij de afzonderlijke modificatieprogramma’s, maar ook
bij de algehele instandhouding van de F-16. Als Nederland niet deelneemt aan de M6.5-modificatie, zal dit op termijn nadelige
gevolgen hebben voor de materiële exploitatie vanwege de afwijkende softwarestandaard van de Nederlandse toestellen. De MNFP-samenwerking
waarborgt ook de interoperabiliteit tussen de aangesloten F-16 gebruikers. Ik hecht daarom groot belang aan spoedige besluitvorming
over dit project.
Ten slotte
Bij beide projecten is samenwerking met buitenlandse partners aan de orde die van Nederland een spoedig besluit vergt. Bij
het project F-16 lucht-grondbewapening fase II moet Nederland uiterlijk 1 november de LOA met de Amerikaanse overheid tekenen.
Het projectbudget bedraagt € 30 miljoen. Zoals hierboven uiteengezet kan ik de D-brief van dit project begin oktober naar
de Kamer zenden. Ik verzoek de Kamer na ontvangst van de D-brief in te stemmen met dit project.
Bij de M6.5-softwaremodificatie, waarvan het projectbudget € 21,9 miljoen bedraagt, moet Nederland uiterlijk midden oktober
tegenover de MNFP-partners de deelneming bevestigen. Ik verzoek de Kamer hiermee in te stemmen. Uiteraard ben ik bereid, ook
op korte termijn, over beide projecten desgewenst schriftelijke vragen te beantwoorden.
De minister van Defensie,
E. van Middelkoop