27 830 Materieelprojecten

Nr. 80 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 augustus 2010

INLEIDING

Met de brief van 13 april 2010 (Kamerstuk 27 830, nr. 74) is de Kamer geïnformeerd over de resultaten van de voorstudiefase van het project F-16 Verbetering lucht-grondbewapening fase II (B-fase). In deze B-brief is uiteengezet dat een deel van de behoefte kan worden ingevuld met de Small Diameter Bomb Increment I (SDB I). Het andere deel van de behoefte zal worden uitgesteld tot na de besluitvorming over de vervanger van de F-16.

Met deze brief voldoe ik aan het verzoek van de vaste commissie voor Defensie (25 mei 2010, kenmerk 2010D23590) de Kamer tijdig te informeren over de volgende DMP-fase van de deelbehoeften 1 en 2 van het project F-16 Verbetering lucht-grondbewapening fase II. In deze brief zal ik ingaan op de studiefase (C-fase) van het project Verbetering lucht-grondbewapening fase II, deelbehoeften 1 en 2. In de B-fase is vastgesteld dat de SDB I het enige product is waarmee in de deelbehoeften 1 en 2 aan tactische stand off wapens kan worden voorzien. Hierdoor is in deze C-brief geen nieuwe informatie opgenomen over de keuze voor de SDB I. Bij de verwerving van de SDB I kan Defensie aansluiten bij een omvangrijke order van de Verenigde Staten van begin 2011. Hiervoor moet uiterlijk 1 november 2010 een Letter of Offer and Acceptance (LOA) met de Amerikaanse overheid worden getekend.

BEHOEFTE

Achtergrond

Steeds meer landen en groeperingen beschikken over technologisch hoogwaardige luchtverdedigingsystemen, en de proliferatie zal de komende jaren overal ter wereld voortgaan. Defensie beschikt momenteel niet over de capaciteit om doelen op grotere afstand (stand off) uit te schakelen, buiten het bereik van hoogwaardige vijandelijke luchtverdedigingssystemen. Hierdoor kunnen met de huidige bewapening van de F-16 niet altijd, zonder aanzienlijke risico’s voor vliegtuig en bemanning, luchtverdedigingssystemen of de doelen die ermee worden verdedigd worden uitgeschakeld.

Met de B-brief is de kamer geïnformeerd over de indeling van de behoefte aan tactische en strategische stand off wapens in vijf deelbehoeften. Hierbij kunnen de volgende twee deelbehoeften worden ingevuld met de SDB 1:

  • 1. een tactische stand off capaciteit tegen statische doelen met een zeer kleine lading;

  • 2. een tactische stand off capaciteit tegen statische doelen met een standaard wapen in een gewichtsklasse van 500 of 2000 pond (lbs).

Mede op grond van de ervaringen in operaties hebben deze twee deelbehoeften hoge prioriteit. Hiermee kunnen doelen op een grotere afstand worden uitgeschakeld, terwijl het risico op ongewenste nevenschade tot een minimum wordt beperkt en de risico’s voor vliegers worden verminderd. Met de B-brief is tevens gemeld dat de verwerving van de overige deelbehoeften op korte termijn niet zinvol is en dat voortzetting hiervan wordt uitgesteld totdat een besluit is genomen over de vervanger van de F-16.

Kwalitatieve behoefte

Bij de verwerving van de benodigde stand off capaciteit voor de deelbehoeften 1 en 2 moet worden voldaan aan een aantal eisen. Omdat het wapen inzetbaar moet zijn bij zowel de F-16 als de opvolger van de F-16, moeten de wapens kunnen worden geïntegreerd en gecertificeerd op beide toestellen. Ook moet het wapen effectief inzetbaar zijn tegen een groot aantal typen doelen. Daarnaast moet het wapen wereldwijd inzetbaar zijn onder alle weersomstandigheden, zowel overdag als ’s nacht, ook wanneer zicht op de grond ontbreekt. Het wapen moet daarom minimaal beschikken over een Global Positioning System (GPS) en een Inertial Navigation System (INS). Hierdoor kan het doel onder alle omstandigheden effectief worden geraakt en kan onbedoelde nevenschade tot een minimum worden beperkt. De met F-16’s meegevoerde wapens worden niet altijd ingezet bij de uitvoering van missies en het aantal vlieguren mag geen afbreuk doen aan het functioneren van het wapen. Daartoe moeten de wapens tenminste vijftig missies met een gemiddelde vluchtduur van twee uur kunnen doorstaan.

Tijdens de B-fase is reeds gebleken dat de SDB Ivan Boeing in de gewichtsklasse van 250 pond (lbs) als enige wapen voldoet aan deelbehoefte 1. Het wapen heeft een hoge precisie en door de zeer kleine lading wordt het risico van ongewenste nevenschade tot een minimum beperkt. Tijdens de B-fase is ook vastgesteld dat de ontwikkeling van stand off wapens tegen statische doelen, bestaande uit een standaardbom van 500 of 2000 pond (lbs) plus sturingsapparatuur en vleugelsets, zich nog in het beginstadium bevindt. Dergelijke wapens zullen daarom niet meer worden geïntegreerd en gecertificeerd op de F-16 MLU. Derhalve zal ook in deelbehoefte 2 worden voorzien met de SDB I. Dit wapen heeft een hoog penetrerend vermogen dat vergelijkbaar is met die van een bom in de gewichtsklasse van 2000 pond (lbs). Wel is de explosieve lading van de SDB I kleiner, waardoor voor de bestrijding van bepaalde doelen verscheidene projectielen nodig zullen zijn. Een voordeel van de keuze van de SDB I voor deelbehoefte 1 en 2 is de standaardisatie op het gebied van (de verwerving van) trainingsmiddelen, initiële opleidingen en reservedelen.

De SDB I wordt op de F-16 MLU geïntegreerd en gecertificeerd als onderdeel van de M6-modificatie die in het F-16 Multinational Fighter Program (MNFP)-verband wordt uitgevoerd. Dit samenwerkingsprogramma dateert van de introductie van de F-16 en vanaf het begin nemen België, Denemarken, Noorwegen, Nederland en de Verenigde Staten eraan deel. Portugal doet mee sinds 2000. De M6-software is vanaf midden 2012 beschikbaar. In de B-brief van 13 april jl. is gemeld dat de SDB I kan worden ingezet bij de F-35 en naar verwachting ook kan worden geïntegreerd en gecertificeerd op de Saab Gripen NG en de Advanced F-16. Hierdoor is de aanschaf van de SDB I niet afhankelijk van de besluitvorming over de vervanger van de F-16.

Kwantitatieve behoefte

Over de kwantitatieve behoefte aan SDB I’s is de Kamer geïnformeerd met de gerubriceerde brief van 13 april 2010 (kenmerk BS2010010738). Deze behoefte is in de C-fase niet gewijzigd. Naast de wapens voor de operationele wapenvoorraad zijn in 2012 acht SDB I’s nodig voor de deelneming aan de operationele test- en evaluatiefase van de F-16 M6-modificatie. Bovendien zijn gedurende tien jaar jaarlijks twee SDB I’s nodig voor verificatietesten. Het aantal te verwerven wapenrekken bedraagt 24. Dit is voldoende voor de operationele inzet, de opleiding en training van vliegers en grondpersoneel en voor een logistieke reserve. Ten slotte zijn voor het testen van de SDB I en de wapenrekken acht adapters nodig voor de aansluiting op bij Defensie reeds beschikbare testapparatuur.

FINANCIËN

Budget

Voor de verwerving van de SDB I is een bedrag van € 30 miljoen (prijspeil 2010) geraamd. Dit bedrag is begroot voor de periode 2010 tot 2013. Met het oog op commercieel vertrouwelijke gegevens kan de gedetailleerde samenstelling van het projectbudget niet openbaar worden gemaakt. In de gerubriceerde brief van 13 april jl. wordt de samenstelling van het geraamde projectbudget beschreven. Deze informatie zal worden geactualiseerd in de verwervingsvoorbereidingsfase (D-fase) op grond van een LOA van de Amerikaanse overheid.

Exploitatiekosten

Voor de invoering van de SDB I is geen extra personeel nodig. De verwerving heeft dan ook geen gevolgen voor de personele exploitatie. De materiële exploitatie van de SDB I en de wapenrekken betreft vooral de vervanging van componenten en verbruiksmateriaal en het onderhoud van de software. De kosten hiervan zijn geraamd op € 100 000 per jaar (prijspeil 2010). Als onderdeel van het project en ten laste van het projectbudget wordt een onderhoudscontract voor de eerste drie jaar gesloten.

PLANNING

De eerste SDB I’s moeten in het voorjaar van 2012 worden geleverd ten behoeve van de operationele test- en evaluatiefase van de M6-modificatie van de F-16, die midden 2012 in het MNFP-verband wordt uitgevoerd. Na deze testfase is de SDB I in de tweede helft van 2012 operationeel inzetbaar. De levering van de laatste SDB I’s is voorzien voor 2014.

Met het oog op deze planning is het van belang dat Defensie kan aansluiten bij een Amerikaanse order van begin 2011. Uiterlijk 1 november 2010 dient een LOA met de Amerikaanse overheid te worden getekend, zodat de Nederlandse behoefte deel kan uitmaken van het contract met de fabrikant. Om de verwervingsvoorbereidingsfase tijdig te kunnen voltooien is de LOA inmiddels aangevraagd. Deze aanvraag maakt deel uit van de Foreign Military Sales (FMS-) procedures van de Amerikaanse overheid. Ten behoeve van de behandeling van de B-brief en de C-brief door de Kamer heeft Defensie een voorbehoud gemaakt bij de aanvraag van de LOA. Over de resultaten van de FMS zal de Kamer worden geïnformeerd met de brief over de verwervingsvoorbereidingsfase (D-brief).

PROJECTRISICO’S

De SDB I wordt geproduceerd sinds 2007 en is bij de Amerikaanse luchtmacht al geruime tijd in gebruik. Hierdoor zijn de risico’s voor de ontwikkeling en de kosten laag. Wanneer Defensie niet aansluit bij de omvangrijke Amerikaanse order, kunnen risico’s ontstaan voor de aspecten product, tijd en geld. Dit kan tot gevolg hebben dat moet worden gewacht op een volgende Amerikaanse order. Naar verwachting is dit minder gunstig voor de stuksprijs. Daarnaast kan het risico ontstaan dat Defensie niet tijdig beschikt over SDB I’s voor de test- en evaluatiefase voor de uitvoering van de M6-modificatie.

OVERIGE ASPECTEN

Internationale samenwerking

Defensie zal de SDB I’s verwerven in samenwerking met de Amerikaanse luchtmacht via de Foreign Military Sales (FMS-)regeling. De SDB wordt op de F-16 MLU geïntegreerd en gecertificeerd als onderdeel van de M6-modificatie die in MNFP-verband wordt uitgevoerd.

Relatie met andere projecten

Het project heeft een relatie met de projecten F-16 lucht-grondbewapening fase I, F-16 Mode 5 IFF (integratie in de M6 software) en Vervanging F-16. Voorts is er een verband met het project F-16 zelfbescherming (ASE) waarover de Kamer op 6 april 2006 is geïnformeerd (Kamerstuk 27 487, nr. 9). In dit project wordt de F-16 onder meer voorzien van apparatuur die in staat is vijandelijke luchtverdedigingssystemen in een vroeg stadium op te sporen.

Opleidingen

De kosten van de initiële opleiding van de technische instructeurs van Defensie en van leermiddelen maken deel uit van het projectbudget. Deze instructeurs zullen het overige technische grondpersoneel opleiden. Voor de vliegers van de F-16 zal de inzet van de SDB I in hun opleiding en training worden verwerkt.

Industriële participatie

Nederland beschikt niet over de industriële basis voor de productie van tactische stand off wapens. De SDB I is een bestaand wapensysteem en er zijn geen mogelijkheden voor een directe inschakeling van de Nederlandse industrie. Wel is compensatie aan de orde in de vorm van opdrachten voor de Nederlandse industrie. Het ministerie van Economische Zaken heeft hierover inmiddels contact gehad met Boeing.

Infrastructuur, arbo en milieu

De aanschaf van de SDB I leidt niet tot aanpassing van de bestaande infrastructuur. Daarnaast wordt het project uitgevoerd in overeenstemming met de geldende regelgeving over arbo, ruimtelijke ordening en milieu.

TOT SLOT

Defensie heeft vastgesteld dat de SDB I het enige product is waarmee binnen enkele jaren in de deelbehoeften 1 en 2 aan tactische stand off wapens kan worden voorzien. Bij de inzet van een stand off wapen wordt het risico voor de vlieger zoveel mogelijk gereduceerd. Door het gebruik van de SDB I met een zeer kleine lading wordt ook het risico op ongewenste nevenschade tot een minimum beperkt. Het is daarom van belang dat Defensie zo spoedig mogelijk over de SDB I beschikt.

Voor het algemeen overleg materieel op 15 september 2010 is geagendeerd de B-brief over de voorstudiefase van het project F-16 Verbetering lucht-grondbewapening fase II. Met het oog op de voorziene planning van dit project verzoek ik u ook deze C-brief over de studiefase te agenderen. De D-brief is voorzien voor begin oktober 2010. Wanneer de Kamer deze brieven over het project F-16 Verbetering lucht-grondbewapening fase II voor eind oktober behandelt, kan uiterlijk 1 november 2010 een LOA met de Amerikaanse overheid worden getekend.

De minister van Defensie,

E. van Middelkoop

Naar boven