26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

Nr. 559 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 maart 2016

Tijdens het ordedebat van 16 februari jl. (Handelingen II 2015/16, nr. 55, Regeling van Werkzaamheden) heeft uw Kamer verzocht om, voorafgaand aan het Algemeen Overleg Wet werk en zekerheid (WWZ) op 9 maart aanstaande, een brief te ontvangen over de stand van zaken met betrekking tot de reparatie van het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen (hierna: Dagloonbesluit).

Over de voorgenomen wijziging van het Dagloonbesluit heb ik uw Kamer eerder geïnformeerd met mijn brief van 18 september 2015 met betrekking tot het Dagloonbesluit WWZ1 en mijn brief van 27 november 2015 over het eerste beeld met betrekking tot de WWZ2. In de laatstgenoemde brief heb ik aangegeven op welke wijze ik de reparatie van het Dagloonbesluit wil vormgeven. Ook heb ik beargumenteerd waarom ik een advies hierover van de Stichting van de Arbeid niet heb overgenomen. Medio januari heb ik UWV verzocht om een uitvoeringstoets uit te brengen op de voorgenomen aanpassing van het Dagloonbesluit. Deze uitvoeringtoets heb ik afgewacht, alvorens uw Kamer te informeren over de voortgang. Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de uitvoeringstoets en in de bijlage doe ik u het concept voor de wijziging van het Dagloonbesluit toekomen3. Daarmee kom ik tegemoet aan het verzoek van uw Kamer tijdens het ordedebat van 16 februari jl.

Wijziging van het Dagloonbesluit

Het Dagloonbesluit wordt zodanig gewijzigd dat kalendermaanden in de referteperiode waarin geen loon is genoten buiten beschouwing worden gelaten bij de berekening van het dagloon. Deze wijziging leidt ertoe dat wanneer een werknemer in een of meer kalendermaanden in de referteperiode geen loon heeft genoten, het totale loon in een jaar niet door 261 dagloondagen wordt gedeeld, maar door minder dagen. Dit heeft voor starters, flexwerkers en herintreders, die één of meer kalendermaanden in de referteperiode geen loon hebben genoten, een dagloonverhogend effect. Voor overige werknemers heeft deze wijziging geen effect.

Ook voor werknemers die na 104 weken ziekte4 een beroep doen op de WW, wordt het Dagloonbesluit aangepast. In die situatie wordt de referteperiode voor de bepaling van het dagloon verlegd naar het jaar voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin de betrokken werknemer de bedongen arbeid niet kon verrichten vanwege ziekte. Dat leidt over het algemeen tot een hoger dagloon.

Uitvoeringtoets UWV over wijziging Dagloonbesluit

Recent heeft UWV een uitvoeringstoets uitgebracht over deze wijzigingen van het Dagloonbesluit. Hierin geeft UWV aan dat de voorgestelde wijzigingen van het Dagloonbesluit uitvoerbaar zijn. Voor de wijziging met betrekking tot dagloonvaststelling in geval van minder loon door staking in de referteperiode geldt dat dit alleen uitvoerbaar is als de stakingsdagen door de Belastingdienst worden opgenomen in de loonaangifte en daarmee in de polisadministratie. Het UWV, de Belastingdienst en medewerkers van mijn ministerie zijn nog in overleg over een vormgeving die tegemoet komt aan de wensen van beide uitvoerders.

De dagloonreparatie voor starters, flexwerkers en werknemers die 104 weken ziek zijn geweest en een beroep op de WW doen, is voor het UWV uitvoerbaar per 1 januari 2017. Daarbij stelt UWV als voorwaarde dat de wijzingen per 1 april 2016 definitief vaststaan. Om hieraan tegemoet te komen wil ik UWV verzoeken om na de bespreking in het Algemeen Overleg WWZ op 9 maart aanstaande te starten met de eerste voorbereidingen voor de implementatie.

Overgangsregeling

Zoals in het voorgaande aangegeven kan UWV de wijziging van het Dagloonbesluit niet eerder dan per 1 januari 2017 invoeren. Eerder heb ik aan uw Kamer toegezegd om de lagere dagloonvaststelling over de tussenliggende periode te compenseren. Op basis van een apart te treffen overgangsregeling zal aan de betrokken WW-gerechtigden een eenmalige tegemoetkoming worden verstrekt vanwege het lagere dagloon in de periode van 1 juli 2015 tot aan het moment van inwerkingtreding van het gewijzigde Dagloonbesluit. Een concept van deze overgangsregeling wordt momenteel door UWV op uitvoerbaarheid getoetst. Uit deze uitvoeringstoets zal blijken per wanneer uitvoering van de overgangsregeling mogelijk is. Ook heb ik de sociale partners gevraagd om commentaar te leveren op dat concept.

De wijziging van het Dagloonbesluit dient nog voor advies voorgelegd te worden aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Ik zal dit zo spoedig mogelijk na het Algemeen Overleg van 9 maart aanstaande in gang zetten. Ik streef er naar om zowel de wijziging van het Dagloonbesluit als de overgangsregeling voor de zomer te publiceren in het Staatsblad respectievelijk de Staatscourant.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Kamerstuk 26 448, nr. 538.

X Noot
2

Kamerstuk 34 351, nr. 1.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
4

Of vangnetters die 52 weken ZW-uitkering hebben genoten.

Naar boven