26 399 Jaarrapportage procedureregeling Grote Projecten

Nr. 12 BRIEF VAN DE COMMISSIE VOOR DE RIJKSUITGAVEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Den Haag, 16 mei 2012

Hierbij biedt de commissie voor de Rijksuitgaven u de jaarlijkse rapportage aan over de werking en toepassing van de Regeling Grote Projecten in 2011. De commissie heeft de jaarrapportage in haar procedurevergadering van 26 april 2012 vastgesteld.

In artikel 21 van de Regeling Grote Projecten is vastgelegd dat de commissie voor de Rijksuitgaven jaarlijks op de derde woensdag in mei (Verantwoordingsdag) een rapport uitbrengt over de werking en toepassing van de regeling.

De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven, Van Gerven

De griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven, Groen

Jaarrapportage 2011 Regeling Grote Projecten

1. Inleiding en samenvatting

Sinds 2004 brengt de commissie voor de Rijksuitgaven ieder jaar een rapportage uit over de werking en toepassing van de Regeling Grote Projecten. Onderstaand de kernpunten uit de jaarrapportage over het jaar 2011.

  • Het totaal aan grote projecten in 2011 is negen. Per saldo is dit aantal gelijk gebleven ten opzichte van 2009 en 2010.

  • Het groot project Anders Betalen voor Mobiliteit (ABvM) is in 2011 beëindigd. Het Hoogwaterbeschermingsprogramma-2 (HWBP-2) is in 2011 aangewezen als groot project.

  • Door het beëindigen van een groot project (ABvM) en omdat het nieuwe groot project HWBP-2 in 2011 nog in de opstartfase zat, zijn in kalenderjaar 2011 minder voortgangsrapportages naar de Tweede Kamer gestuurd dan het jaar daarvoor.

  • De actualiteit van voortgangsrapportages en accountantsrapporten die in 2011 aan de Tweede Kamer zijn verzonden is afgenomen in vergelijking met 2010. Daarentegen is de intensiteit van behandeling van voortgangsrapportages door de Kamer in 2011 toegenomen; iedere voortgangsrapportage is geagendeerd geweest voor een overleg.

2. Opzet en achtergrond jaarrapportage 2011

De Tweede Kamer heeft op 22 juni 2006 de Regeling Grote Projecten vastgesteld. Artikel 21 van de Regeling luidt:

«De commissie voor de Rijksuitgaven brengt jaarlijks op de derde woensdag in mei een verslag uit aan de Tweede Kamer over de werking en toepassing van deze regeling in het voorafgaande kalenderjaar»

In deze jaarrapportage geeft de commissie voor de Rijksuitgaven, conform artikel 21, een overzicht van de werking en toepassing van de regeling in het kalenderjaar 2011.

Deze rapportage is de elfde rapportage die de commissie voor de Rijksuitgaven uitbrengt. Tot 2004 werd gerapporteerd over grotere tijdvakken dan een kalenderjaar1. In 2005 heeft de commissie voor de Rijksuitgaven besloten de jaarrapportages ook daadwerkelijk jaarlijks op te stellen en om de jaarrapportage tegelijk met de departementale jaarverslagen uit te brengen op de derde woensdag in mei (Verantwoordingsdag). Na de jaarrapportages over de kalenderjaren 2004 tot en met 2010 (Kamerstuk 26 399, nrs. 5 t/m 11) is deze rapportage over het jaar 2011 de achtste jaarrapportage die op Verantwoordingsdag aan de Kamer wordt aangeboden. De opzet en indeling van de jaarrapportages is voor de herkenbaarheid en onderlinge vergelijkbaarheid ieder jaar in grote lijnen hetzelfde.

3. Grote projecten in 2011

De in deze paragraaf geschetste ontwikkelingen rond grote projecten in 2011 zijn gebaseerd op het overzicht lopende grote projecten 2011, dat als bijlage 1 is opgenomen bij deze rapportage.

3.1 Aantal grote projecten in 2011

Begin 2011 waren er 9 grote projecten aangewezen door de Tweede Kamer. In 2011 is één nieuw groot project aangewezen (i.c. het Hoogwaterbeschermingsprogramma-2) en is van één project de status groot project formeel beëindigd door de Tweede Kamer (i.c. het project Anders Betalen voor Mobiliteit). Tabel 1 laat de ontwikkeling van het aantal grote projecten sinds 2004 zien.

Tabel 1. Ontwikkeling aantal grote projecten

Jaar

Aantal grote projecten (per einde jaar)

Nieuwe grote projecten

Afgesloten grote projecten

2004

15

1

6

2005

15

1

1

2006

14

1

2

2007

13

1

2

2008

11

0

2

2009

 9

0

2

2010

 9

1

1

2011

 9

1

1

Beëindiging grote projecten

In 2011 is zoals gezegd één groot project beëindigd, namelijk Ander Betalen voor Mobiliteit. Op 24 november 2010 ontving de Tweede Kamer een brief van het kabinet waarin werd voorgesteld om dit groot project te beëindigen. De eindevaluatie is op 7 maart 2011 naar de Kamer gestuurd (30 563, nr. 3) en door de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu besproken in een algemeen overleg op 23 juni 2011 (32 500-A, nr. 101). Op 4 oktober 2011 is, na een positief advies van de commissie voor de Rijksuitgaven, besloten tot beëindiging van de status van groot project. De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu besloot aan de beëindiging van de status van groot project de voorwaarde te verbinden dat «de minister van Infrastructuur en Milieu zorgt voor een degelijke borging van de ervaring en expertise die is opgedaan in het kader van het project Anders Betalen voor Mobiliteit.» De minister heeft dit tijdens het algemeen overleg van 23 juni 2011 toegezegd.

Aanwijzing grote projecten

De Tweede Kamer besloot op 22 maart 2011, op voorstel van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, om het Hoogwaterbeschermingsprogramma-2 aan te wijzen als groot project. Aanleiding daarvoor was een brief van 2 juli 2010 van de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat, waarin voor het eerst cijfers over de budgetoverschrijdingen van het totale project werden gegeven. De minister zelf gaf in die brief de Kamer in overweging om het Hoogwaterbeschermingsprogramma als groot project aan te wijzen.2 Verschillende overleggen volgden over dit onderwerp en in 2011 besloot de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu een voorstel aan de Kamer te doen tot aanwijzing van het HWBP als groot project. Op 15 februari 2011 adviseerde de commissie voor de Rijksuitgaven positief op dit voornemen en deed daarbij de suggestie het project te begrenzen tot het tweede deelprogramma in het kader van het hoogwaterbeschermingsprogramma (het HWBP-2). Op 4 maart 2011 werd het definitieve voorstel per brief aan de Kamer voorgelegd (32 698, nr. 1), die er op 22 maart 2012 mee instemde. De overwegingen voor aanwijzing van dit groot project waren gelegen in de zorgen van de commissie voor Infrastructuur en Milieu over «het financiële tekort, het niet halen van de veiligheidnormen, de ondoorzichtige aanpak van hoogwaterbescherming en het uitblijven van maatschappelijk debat over het voor Nederland zo belangrijke thema waterveiligheid.» 3

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu stelde in een brief van 22 april 2011 om de eerder toegezegde actualisatie van het HWBP-2, inclusief een meer stabiele raming en de dekking daarvan, op te nemen in de basisrapportage Groot Project voor het HWBP-2. Op 28 april 2011 stuurde de commissie voor Infrastructuur en Milieu een uitgangspuntennotitie naar de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. Op 26 september 2011 ontving de Tweede Kamer de basisrapportage van dit nieuwe groot project (27 625, nr. 237). De basisrapportage bevat de uitgangspunten, ijkpunten en basisgegevens voor de reguliere rapportages die ieder half jaar aan de Kamer ter beschikking worden gesteld.

Over de basisrapportage zijn schriftelijke vragen gesteld. Het accountantsrapport verscheen op 4 november 2011 en is samen met de basisrapportage besproken tijdens een wetgevingsoverleg op 5 december 2011. Aangekondigd werd dat in april 2012 de eerste reguliere voortgangsrapportage zou verschijnen.

3.2 Voortgangsrapportages in 2011

In 2011 zijn 12 voortgangsrapportages naar de Tweede Kamer gestuurd. Dat zijn er drie minder dan vorig jaar (zie ook tabel 2). De afname is te verklaren doordat in 2011 het groot project Anders Betalen voor Mobiliteit is beëindigd en het Hoogwaterbeschermingsprogramma-2 als groot project is aangewezen. In het geval van ABvM werd geen voortgangsrapportage meer ontvangen; in het geval van HWBP-2 werd een basisrapportage ontvangen. Met betrekking tot het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR) heeft de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu in 2011 ingestemd met het voorstel van de minister om de rapportagefrequentie van de voortgangsrapportages terug te brengen naar eens per jaar (i.c. jaarlijks uiterlijk op 1 oktober te ontvangen).

Tabel 2. Verzending voortgangsrapportages naar Tweede Kamer in maanden na peildatum

Actualiteit

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

Uiterlijk 3 mnd (= afspraak)

 4 (20%)

6 (30%)

4 (20%)

 3 (17%)

8 (50%)

8 (53%)

7 (46%)

3 (25%)

3–4 mnd

12 (60%)

8 (40%)

8 (40%)

13 (72%)

7 (44%)

7 (47%)

8 (53%)

8 (67%)

> 4 mnd

 4 (20%)

6 (30%)

8 (40%)

 2 (11%)

1 (6%)

0 (0%)

0 (0%)

1 (9%)

totaal

20

20

20

18

16

15

15

12

In tabel 2 is ook de actualiteit van de voortgangsrapportages in 2011 weergegeven. Met actualiteit wordt bedoeld de snelheid waarmee de voortgangsrapportage na afloop van de rapportageperiode (peildatum) aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. Op grond van de Regeling Grote Projecten dienen commissie en bewindspersoon afspraken te maken over frequentie en verschijningstijdstip. In alle gevallen is hiervoor de norm afgesproken zoals die in de oude procedureregeling Grote Projecten was bepaald, namelijk maximaal drie maanden na de peildatum van de rapportages.

In 2011 is slechts een kwart van de voortgangsrapportages binnen drie maanden naar de Tweede Kamer gestuurd. De voortgangsrapportage over het groot project Maaswerken had de grootste vertraging in 2011 en arriveerde ruim 5 maanden na afloop van de peildatum bij de Kamer. Het grootste deel van de voortgangsrapportages verscheen tussen drie en vier maanden. Dat betekent een verslechtering ten opzichte van 2010, toen nog ongeveer de helft van de voortgangsrapportages binnen drie maanden werd ontvangen.

3.3 Accountantsrapporten in 2011

In artikel 13, lid 1, van de Regeling grote projecten is bepaald:

«Bij voortgangsrapportages wordt periodiek, op basis van een nader te bepalen frequentie, doch ten minste één maal per jaar, een accountantsrapport gevoegd met een oordeel over de kwaliteit en volledigheid van de financiële en niet-financiële informatie in de voortgangsrapportage en over de beheersing en het beheer van het project».

In lid 4 staat: «Het accountantsrapport wordt als afzonderlijk document aan de Tweede Kamer gezonden, uiterlijk twee weken na verschijning van de voortgangsrapportage waarop het accountantsrapport betrekking heeft».

Tabel 3. Verzending accountantsrapporten aan de Tweede Kamer in maanden na peildatum

Actualiteit

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

< 4 maanden

4

9

4

2

8

9

6

4

4 – 5 maanden

2

1

5

2

2

0

2

2

> 5 maanden

4

1

0

2

0

0

0

1

Totaal

10

11

9

6

10

9

8

7

Uit tabel 3 blijkt dat het aantal ontvangen accountantsrapporten sinds 2008 jaarlijks licht daalt. Enkele accountantsrapporten werden later aangeleverd dan in het vorige jaar. Door late verzending van de 19e voortgangsrapportage Maaswerken ontving de Kamer de daarop gebaseerde rapportage van de auditdienst pas een half jaar na afloop van de rapportageperiode en pas na de Kamerbehandeling van de voortgangsrapportage.

Aantal accountantsrapporten

In 2011 zijn bij zeven grote projecten accountantsrapporten opgestuurd. Net als in 2010 is het groot project Ecologische Hoofdstructuur (EHS) niet voorzien van een accountantsrapport. Opvallend is dat in 2011 bij geen van de voortgangsrapportages in het kader van het groot project HSL-Zuid een accountantsrapport aan de Kamer is gestuurd. In voorgaande jaren is telkens één accountantsrapport opgestuurd.

Tijdigheid accountantsrapporten

In vergelijking met 2010 is de tijdigheid van het opsturen van accountantsrapporten in 2011 afgenomen. Iets meer dan de helft van de accountantsrapporten is binnen twee weken na verschijning van het voortgangsrapport naar de Tweede Kamer gezonden. Net als in 2010 zijn twee accountantsrapporten tussen de 4 en 5 maanden na de peildatum aan de Kamer gezonden. In 2012 is één accountantsrapport langer dan 5 maanden na de peildatum naar de Kamer verzonden.

3.5 Behandeling in commissies in 2011

De behandeling van de rapportages in 2011 is intensief geweest. In tegenstelling tot voorgaande jaren is voor geen enkele voortgangsrapportage volstaan met het uitsluitend stellen van schriftelijke vragen. Voor negen voortgangsrapportages geldt dat zowel vragen zijn gesteld, als dat de rapportage is geagendeerd voor een algemeen overleg, wetgevingsoverleg of notaoverleg. Over één groot project (Project Mainport Rotterdam) zijn niet voorafgaand schriftelijke vragen gesteld en is de rapportage direct geagendeerd voor een algemeen overleg. De vergrote aandacht van de Kamer bij de behandeling van grote projecten in 2011 ten opzichte van 2010 is deels ook te verklaren, doordat in 2010 minder rapportages zijn behandeld als gevolg van het vallen van het kabinet.

Grote projecten 2011

Ministerie

Groot project

Document

Kamerstuk

Peildatum

Verschenen op

Actualiteit (*)

Behandeld op

Behandelwijze

Kamerstuk

DEF

Vervanging F16

9e VGR

26 488, nr. 258

31-12-2010

17-3-2011

2,6

8-2-2012

vragen / AO

26 488, nr. 274 / nr. 282

 

Vervanging F16

Assurance rapport

26 488, nr. 258

31-12-2010

17-3-2011

2,6

     

DEF

Pantservoertuigen

12e Jaarrapportage

26 396, nr. 86

31-12-2010

21-4-2011

3,7

6-6-2011

vragen / Nota-overleg

26 396, nr. 87 / 32 733, nr. 31

 

Pantservoertuigen

Assurance rapport

26 396, nr. 86

31-12-2010

21-4-2011

3,7

     

ELI

Ecologische Hoofdstructuur

4e VGR

30 825, nr. 111

30-6-2011

7-10-2011

3,2

24-11-2011 01-12-2011

vragen / AO

30 825, nr. 117 / 30 825, nr. 147, nr. 148

I&M

ABvM

Eindevaluatie

30 563, nr. 3

31-12-2010

7-3-2011

2,2

23-6-2011

vragen / AO

30 563, nr. 4 / 32 500-A-101

I&M

HSL-Zuid

28e VGR

22 026, nr. 332

31-12-2010

1-4-2011

3

15-2-2012

Vragen / AO

22 026, nr. 335 / 22 026, nr. 356

 

HSL-Zuid

29e VGR

22 026, nr. 341

30-6-2011

7-10-2011

3,2

15-2-2012

Vragen / AO

22 026, nr. 346 / 22 026, nr. 356

I&M

HWBP-2

Voorstel aanwijzing HWBP als Groot Project

32 698, nr. 1

 

4-3-2011

nvt

22-3-2011

Voorstel plenair aangenomen

 
 

HWBP-2

Basisrapportage HWBP-2

27 625, nr. 237

30-6-2011

26-9-2011

nvt

5-12-2011

vragen / WGO

27 625, nr. 252 / 33 000-XII, nr. 109

 

HWBP-2

Accountantsrapport

32 698, nr. 2

30-6-2011

4-11-2011

4,1

5-12-2011

WGO

33 000-XII, nr. 109

I&M

Maaswerken

19e VGR

18 106, nr. 203

31-12-2010

9-6-2011

5,3

16-6-2011 20-6-2011

AO

27 625, nr. 230 / nr. 231

 

Maaswerken

Accountantsrapport

18 106, nr. 205

31-12-2010

30-6-2011

6

5-12-2011

WGO

33 000-XII, nr. 109

 

Maaswerken

20e VGR

18 106, nr. 207

30-6-2011

13-10-2011

3,4

5-12-2011

vragen / WGO

18 106, nr. 209 / 33 000-XII, nr. 109

I&M

Project Mainport Rotterdam

9e VGR

24 691, nr. 111

31-12-2010

1-4-2011

3

31-5-2011

AO

24 691, nr. 112

 

Project Mainport Rotterdam

10e VGR

24 691, nr. 113

30-6-2011

7-10-2011

3,2

19-1-2012

AO

30 523, nr. 68

 

Project Mainport Rotterdam

Accountantsrapport

24 691, nr. 114

30-6-2011

1-11-2011

4

19-1-2012

AO

30 523, nr. 68

I&M

RRAAM

Basisrapportage

31 089, nr. 083

31-12-2010

1-4-2011

nvt

07-6-2011 15-6-2011

vragen / AO

31 089, nr. 85 / 31 089, nr. 86, nr. 87

 

RRAAM

Accountantsrapport

31 089, nr. 084

 

24-5-2011

4,8

07-6-2011 15-6-2011

AO

 
 

RRAAM

1e VGR

31 089, nr. 088

 

18-10-2011

3,6

21-12-2011

vragen / AO

31 089, nr. 90 / 31 089, nr. 91

I&M

Ruimte voor de Rivier

17e VGR

30 080, nr. 51

31-12-2010

26-4-2011

3,9

16-6-2011 20-6-2011

vragen/AO

30 080, nr. 54 / 27 625 nr. 230, nr. 231

 

Ruimte voor de Rivier

18e VGR

30 080, nr. 55

30-6-2011

19-10-2011

3,6

5-12-2011

vragen/WGO

30 080, nr. 57 / 33 000-XII, nr. 109

 

Ruimte voor de Rivier

Accountantsrapport

30 080, nr. 56

30-6-2011

31-10-2011

4

5-12-2011

WGO

33 000-XII, nr. 109

(*) «Actualiteit» is het aantal maanden na de peildatum dat het stuk werd aangeboden aan de Kamer.


X Noot
1

1e rapportage over de periode 1996–1997 (26 399 nr. 1); 2e rapportage over de periode 1998– juli 2000 (26 399 nr. 2); 3e rapportage: periode juli 2000–juli 2004 (26 399 nr. 3).

X Noot
2

Kamerstuk 27 625, nr. 167.

X Noot
3

Kamerstuk 32 698. nr. 1.

Naar boven