Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 april 2015
Met deze brief bied ik uw Kamer, zoals toegezegd in mijn brief van 29 januari jl.1, het vervolgrapport Thematisch onderzoek aanpak PGB-fraude van de NZa aan2. Het is een vervolg op de tussenrapportage Thematisch onderzoek pgb, dat in maart
2014 is uitgebracht en aan uw Kamer is verzonden (Kamerstuk 25 657, nr. 108).
Ik zie het persoons-gebonden budget (pgb) als een waardevol instrument om in de zorgvraag
en zorgbehoefte van mensen te voorzien. Om die reden heb ik het pgb in de verschillende
domeinen van zorg en ondersteuning in wetgeving verankerd. Uit het onderzoek van de
Nza blijkt dat het pgb een breed draagvlak geniet. Fraude met het pgb benadeelt de
mensen die daarmee niet de zorg krijgen waaraan zij behoefte hebben, maar ook het
overgrote merendeel van de budgethouders die zeer verantwoord met het pgb omgaan.
Voor hen is het pgb een belangrijk instrument om goede, vaak op zware en speciale
zorgvraag toegespitste, zorg te kunnen krijgen. Om die reden heb ik eind 2012 de aanpak
pgb-fraude geïntroduceerd. De Nza heeft onderzoek gedaan naar die aanpak door zorgkantoren
onder de AWBZ en heeft de effecten van de maatregelen in kaart gebracht.
Intensiveringsmaatregelen voor aanpak pgb-fraude werpen vruchten af
De extra maatregelen, zoals de bewuste-keuzegesprekken en de huisbezoeken, verminderen
de risico’s op pgb-fraude en hebben daarmee bijgedragen aan een fraudebestendigere
pgb-regeling in de AWBZ. Mede dankzij deze maatregelen hebben zorgkantoren meer fouten
en fraude bij het gebruik van de pgb-regeling geconstateerd en meer fraude opgespoord. De uitkomsten van het onderzoek ondersteunen dan ook mijn beleid.
Bewustekeuzegesprekken en huisbezoeken
Door het voeren van bewuste-keuzegesprekken krijgen zorgkantoren beter zicht op potentieel
malafide aanvragers en worden toekomstige budgethouders ondersteund in het pgb-traject.
Door huisbezoeken kan worden vastgesteld of budgethouders het pgb rechtmatig en doelmatig
gebruiken. Zoals reeds toegezegd tijdens de behandeling van de begroting van VWS maak
ik structureel € 5 miljoen vrij voor het uitvoeren van huisbezoeken door zorgkantoren.
Huisbezoeken zijn wat mij betreft dan niet meer alleen momenten van kritisch doorvragen
en controle, maar ook momenten van voorlichting en evaluatie.
Trekkingsrecht
Het onderzoek laat zien dat trekkingsrechten bijdragen aan het verminderen van de
mogelijkheden tot fraude, maar fraude niet volledig kunnen voorkomen. Ik ben mij bewust
van de rechtmatigheidrisico’s die gepaard zijn gegaan met de prioriteit die thans
op betalen ligt, zoals ook de motie Ellemeet en Dijkstra verzoekt. De betalingen op
vooraf niet gecontroleerde overeenkomsten vereisen achteraf alsnog controle op overeenkomst.
Zoals genoemd in het herstelplan, verstuurd aan uw Kamer op 24 maart jl.3, moeten zorgovereenkomsten die eerder ambtshalve goedgekeurd zijn alsnog door de
budgetverstrekker definitief geaccordeerd worden. Zorgkantoren hebben aangegeven hun
budgethouders die het betreft binnen de genoemde termijnen hierover te spreken, zodat
er geen onzekerheden meer bestaan over het vervolg op de ambtshalve goedkeuring. Daarnaast staat in het herstelplan wat de werkgroep Rechtmatigheid onderneemt
om te beoordelen of met het uitvoeren van de herstelacties een voldoende niveau van
waarborg voor rechtmatigheid is verwerkt, zowel retrospectief als in de reguliere
situatie van het trekkingsrecht. De NZa is uitgenodigd om deel te nemen aan deze werkgroep.
Het trekkingsrecht binnen de Wlz, Wmo en Jeugdwet wordt uitgevoerd door de Sociale
verzekeringsbank (SVB). De NZa heeft er op gewezen dat het wenselijk is verdere invulling
te geven aan het toezicht ter zake de SVB. Momenteel wordt overleg gevoerd tussen
alle betrokkenen over de nader invulling van het toezicht.
Vervolg
De Minister en ik hebben onlangs in het programmaplan Rechtmatige Zorg aangekondigd,
dat dit voorjaar gestart wordt met een verkenning naar mogelijke risico’s op fouten
en fraude met de verschillende pgb-instrumenten die er vanaf 2015 zijn (in de Wlz, de Zvw, de Wmo en de Jeugdwet). Het
gaat daarbij zowel om domeinspecifieke als domeinoverstijgende risico’s. De resultaten
van deze verkenning zal ik betrekken bij mijn agenda voor een solide en fraudebestendig
pgb in de Wlz. Zoals toegezegd in mijn brief van 29 januari jl.4 zal ik u deze rond de zomer toesturen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M.J. van Rijn