Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 juni 2014
Aanleiding
Eind 2012 heb ik u een brief doen toekomen over de intensivering van de aanpak van
pgb fraude (Kamerstuk 25 657, nr. 96). Onderdeel van dit plan was versterken van het toezicht dat de NZa uitoefent op
de zorgkantoren bij hun aanpak van de fraude met het pgb. Op 4 maart jl. heeft de
NZa VWS de zgn. «Tussenrapportage Thematisch onderzoek PGB» doen toekomen. Bij deze
stuur ik u deze rapportage1.
Bevindingen NZa
De bevindingen en aanbevelingen van de NZa ondersteunen het beleid dat in gang is
gezet om het pgb meer solide en fraudebestendig te maken. De NZa constateert dat eerste
stappen zijn gezet. De zorgkantoren hebben op enkele punten voortgang geboekt, zoals
het afleggen van huisbezoeken en betere informatie-voorziening aan cliënten. Ook de
pgb-regeling 2014 is aangepast, o.a. met het invoeren van gedifferentieerde tarieven
voor professionele en niet-professionele zorgverleners, allereerst voor nieuwe budgethouders.
De aanstaande invoering van trekkingsrechten zal ook bijdragen aan een meer solide
en fraudebestendig pgb, net als de introductie van het budgetplan en bewustkeuzegesprek
dat reeds hebben gedaan. Hierdoor wordt bijgedragen aan het tegengaan van onbedoeld,
oneigenlijk en frauduleus gebruik met het pgb.
Solide en fraudebestendig pgb
De NZa-rapportage laat ook zien dat meer nodig is voor een solide en fraudebestendig
pgb. Ik zal, gelet op de alle suggesties die mij afgelopen jaar zijn aangereikt door
zorgkantoren, inspectie SZW, Functioneel Parket, Algemene Rekenkamer en nu de NZa,
de komende tijd met alle relevante partijen verkennen hoe het pgb verder te versterken
en de regels waar nodig aan te vullen en te verduidelijken in de overgang van Awbz
naar Wlz.
Het pgb is hét instrument voor keuzevrijheid en eigen regie. Om deze reden is het
pgb in de Zvw, de Wmo, de Wlz en Jeugdwet verankerd. Een pgb vraagt van de cliënt
het kunnen invullen van wat met het instrument wordt beoogd: de eigen regie, inclusief
de met pgb samenhangende verplichtingen en administratie.
Zorgkantoren geven aan nu grote moeite te hebben om mensen een pgb niet toe te kennen
als uit bijvoorbeeld het bewustkeuzegesprek duidelijk blijkt dat grote vraagtekens
gezet kunnen worden bij de mate van eigen regie en het kunnen voldoen aan de verplichtingen.
Dit blijkt ook uit het NZa-rapport. Bij het overleg met partijen zal ik bezien hoe
de sinds dit jaar bestaande weigeringsgrond over eigen regie verder moet worden ingevuld.
Zoals de NZa aangeeft, zijn er groepen cliënten die niet zelf over voldoende eigen
regie beschikken (zoals mensen met gevorderde dementie, of psychische grondslag).
Het pgb moet toegankelijk blijven als een betrouwbaar iemand de regie over de zorg
en het pgb wil en kan overnemen, denk uiteraard aan ouders die het pgb beheren voor
hun kind of de partner van een dementerende persoon. Dit vraagt gedegen borging, verantwoordelijkheidstoewijzing
en afrekenbaarheid.
In het overleg met partijen zal dus ook moeten worden bezien hoe deze eisen aan de
vertegenwoordiger kunnen worden geformaliseerd. Deze verkenning zal ik de komende
maanden uitvoeren.
Relatie naar zorg in natura
Zoals Per Saldo in haar visie op een solide pgb aangeeft, het pgb begint bij een meer
gediversifieerd en vraaggestuurd aanbod in natura en/of andere vormen van persoonsvolgende
bekostiging. Een deel van de budgethouders heeft voor een pgb gekozen omdat naturazorg,
terecht of onterecht, niet aan de verwachtingen voldeed. Met de hervorming van de
langdurige zorg, ondermeer door meer zorg lokaal te organiseren, wordt ook een slag
gemaakt naar een beter op maat gesneden natura-aanbod in combinatie met wat mensen
zelf kunnen doen. Belangrijk is dat de zorg zo wordt ingekocht deze aansluit op wat
cliënten nodig hebben, en dat in natura derhalve dezelfde kwaliteit wordt geleverd
als met pgb mogelijk is. Daarin zit de innovatieve kracht van het pgb.
Vervolg
Samen met de Minister zal ik uw Kamer in het najaar een nieuwe voortgangsrapportage
zorgfraude doen toekomen, waarvan de voortgang met de aanpak van fraude met het pgb
onderdeel is alsmede het daaruit volgende beleid voor een meer fraudebestendig en
solide pgb.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M.J. van Rijn