25 424 Geestelijke gezondheidszorg

Nr. 486 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2019

In vervolg op mijn brief van 25 juni jl. over het vervoer van personen met verward gedrag (Kamerstuk 25 424, nr. 476) en mijn brief van 5 juli jl. over een persoonsgerichte aanpak voor mensen met verward gedrag (Kamerstuk 25 424, nr. 479), stuur ik u hierbij diverse rapportages, die zijn opgesteld in opdracht van ZonMw. Dit betreft:

  • de voortgangsrapportage over de pilots «niet-RAV vervoer personen met verward gedrag» van KPMG1,

  • de derde tussenrapportage over de monitoring en registratie rond (pilots met) vervoer van personen met verward gedrag door Regionale Ambulance Voorzieningen (RAV’s) van Ambulancezorg Nederland (AZN)2,

  • de tweede rapportage inzake passend vervoer voor mensen met verward gedrag van de brigadier vervoer3, alsmede

  • de eindrapportage van KPMG over de monitoring en evaluatie van de pilots «Melding personen met verward gedrag»4.

De rapportages over (de pilots voor) het vervoer van personen met verward gedrag van KPMG en AZN zijn geactualiseerde tussenrapportages. In juni stuurde ik u al eerdere (tussen)rapportages van KPMG en AZN over de monitoring van (pilots met) dit vervoer. Eind dit jaar zal ik opnieuw geactualiseerde rapportages van KPMG en AZN hierover ontvangen. Die zal ik betrekken bij het besluit dat ik in februari 2020 neem over het al dan niet loslaten van het monopolie van RAV’s voor het vervoer met psychiatrische hulpverlening ná psychiatrische beoordeling per 2021 (Kamerstuk 25 424, nr. 476). Er zijn middelen beschikbaar vanuit ZonMw om tot 2021 vervolg te geven aan lopende pilots.

Bij het besluit over het al dan niet loslaten van het monopolie van RAV’s voor het vervoer met psychiatrische hulpverlening ná psychiatrische beoordeling zal ik ook het advies van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) betrekken over de bekostiging van vervoer van personen met psychiatrische hulpverlening. De NZa heeft mij laten weten dit advies in december te kunnen opleveren.

In de tweede rapportage van de brigadier vervoer over passend vervoer voor mensen met verward gedrag (d.d. 24 september 2019) worden actuele ontwikkelingen beschreven die onder andere in de regio’s plaatsvinden om te komen tot een duurzame organisatie en inrichting van dit vervoer. De aanbevelingen uit deze rapportage om deze ontwikkelingen verder te ondersteunen en versterken zal ik met partijen bespreken.

De eindrapportage «Monitoring en evaluatie pilots «Melding personen met verward gedrag»» van KPMG gaat in op kwantitatieve en kwalitatieve bevindingen uit de diverse regionale pilots met meldpunten voor acute en niet-acute meldingen in relatie tot personen met verward gedrag. In de verschillende regio’s is de aanleiding om een meldpunt te starten anders, waardoor het niet opportuun is in elke regio één en dezelfde werkwijze toe te passen.

In mijn brief van 5 juli heb ik u geschreven over mijn streven om een landelijk meldnummer voor niet-acute meldingen in relatie tot personen met verward gedrag in gebruik te nemen. Voor een goed werkend landelijk meldnummer niet-acuut is een onderliggende landelijk dekkende structuur van regionale meldpunten noodzakelijk. Een melding bij het landelijke nummer wordt doorgeschakeld naar de regionale nummers en in de regio wordt vervolgens opvolging aan de melding gegeven naar zorg of begeleiding. De resultaten van de genoemde pilots kunnen bij de verdere vormgeving van de regionale meldpunten worden betrokken. In een groot deel van de regio’s vindt momenteel dit proces van vormgeving plaats, zodat niet-acute zorgen in de regio’s kunnen worden gemeld. Naar verwachting zal het landelijk meldnummer, als kop op de regionale structuur van meldpunten, in het voorjaar van 2020 gereed zijn.

De ervaringen uit de pilots met meldpunten voor acute meldingen kunnen in de regio worden betrokken bij de implementatie van de Generieke Module Acute Psychiatrie die recent als kwaliteitsstandaard ingeschreven is in het Register van het Zorginstituut en per 1 januari 2020 in werking zal treden.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven