25 424 Geestelijke gezondheidszorg

Nr. 238 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 december 2013

Hierbij bied ik u aan het rapport «Landelijke monitor intramurale GGZ: eerste meting – 2012»1. Deze monitor is uitgevoerd door het Trimbos instituut.

Aanleiding voor dit rapport is de afspraak in het Bestuurlijk Akkoord Toekomst GGZ 2012–2014 (hierna: Bestuurlijk akkoord) om de totale beddencapaciteit in de GGZ tot 2020 fors af te bouwen met een derde ten opzichte van het aantal bedden in 2020 en deze bedden te substitueren voor ambulante zorg. Om deze substitutie goed te kunnen volgen, hebben de betrokken partijen bij het Bestuurlijk akkoord, besloten om de afbouw van de bedden de komende jaren intensief te volgen door middel van een monitor, zijnde de Landelijke monitor intramurale GGZ. Met deze monitor zullen jaarlijks gegevens worden gegenereerd en geanalyseerd over de omvang, de aard en het gebruik van intramurale voorzieningen in Nederland. Hierbij treft u aan de eerste meting over het jaar 2012.

De eerste meting laat over de periode 2010–2012 de volgende trends zien:

  • een aanzienlijk afname van het aantal plaatsen dat uit de Zorgverzekeringswet (Zvw) wordt gefinancierd met bijna 12%;

  • een bescheiden afname van het aantal plaatsen in de langdurige GGZ-zorg, gericht op behandeling (zorgzwaartepakketten B) met 3%;

  • een in 2011 nog fors groeiende maar in 2012 stabiliserende productie van het aantal plaatsen in de langdurige GGZ-zorg, gericht op beschermd wonen (zorgzwaartepakketten C) bij de geïntegreerde instellingen. Dat zijn GGZ-instellingen die zowel plaatsen voor behandeling als beschermd wonen aanbieden;

  • een blijvende, maar in 2012 afnemende groei van zorgzwaartepakketten C bij de Regionale Instellingen voor Beschermd Wonen (RIBW’s);

  • een forse groei van het aandeel zwaardere zorgzwaartepakketten in de totale intramurale productie die wordt gefinancierd uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), zowel bij de B- als C-zorgzwaartepakketten en zowel bij de geïntegreerde instellingen als bij de RIBW’s.

De monitorresultaten lijken er op te duiden dat de afbouw van bedden in het Zvw-segment inmiddels in volle gang is, dat de plaatsen voor langdurige GGZ-zorg gericht op behandeling inmiddels ook met afbouw is begonnen, zij het in een veel bescheidener tempo en dat het beschermd wonen per saldo nog steeds groeit, maar dat het dalende groeicijfer op een kentering duidt. Daarmee is de trend conform de afspraken uit het Bestuurlijk akkoord.

Kanttekening bij deze resultaten is dat deze niet zijn gemeten over alle GGZ-instellingen, maar over 33 GGZ-instellingen die eerder verenigd waren in de zogenoemde Raden van Bestuur voor de Reductie van Bedden. De hierbij aangesloten instellingen vertegenwoordigden een substantieel deel van de totale intramurale capaciteit in Nederland (55% van de Zvw productie en 36% van de totale intramurale AWBZ-productie). Vanaf de volgende monitormeting zal het mogelijk worden om trendcijfers te genereren voor (nagenoeg) de gehele intramurale GGZ in Nederland. Dan zal ook duidelijk worden of en in welke mate de bij deze instellingen gesignaleerde trends op landelijk niveau doorzetten.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben ingelicht.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven