25 422 Opwerking van radioactief materiaal

Nr. 207 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 oktober 2017

Op grond van het Gezamenlijk Verdrag inzake de Veiligheid van het Beheer van Bestraalde Splijtstof en inzake de Veiligheid van het Beheer van Radioactief Afval (Joint Convention) behoort iedere verdragspartij om de drie jaar een nationaal rapport in te dienen bij het Internationale Atoom Energie Agentschap. Het rapport behandelt de maatregelen die door de verdragspartij zijn genomen ter nakoming van de verplichtingen van de Joint Convention.

Het rapport dient ter voorbereiding van de toetsingsconferentie, die om de drie jaar wordt gehouden. Tijdens deze conferentie worden de nationale rapporten van alle verdragspartners besproken.

Bij de vijfde conferentie in 2015 zijn door andere verdragspartijen de volgende uitdagingen genoemd voor Nederland (Kamerstuk 25 422, nr. 122):

  • 1. Het handhaven van gekwalificeerd en ervaren personeel voor de Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA) en voor de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS);

  • 2. De transitie van de opslag van radioactief afval en bestraalde splijtstof naar de eindberging;

  • 3. Het overbrengen van het historisch radioactief afval van Petten naar de COVRA;

  • 4. Het bewaren van kennis over het radioactief afval op de zeer lange termijn.

Deze uitdagingen zijn als volgt geadresseerd in de rapportage:

  • 1. De vorming van de ANVS heeft geleid tot een bundeling van expertise en menskracht en een onderzoek heeft geleid tot uitbreiding van de benodigde capaciteit. ANVS heeft een kenniscoördinator en werkt aan een meerjaren personeelsplanning waarin ook kennisborging en kennisontwikkeling door middel van een trainingsprogramma zal worden beschreven. COVRA heeft als onderdeel van het integraal managementsysteem een plan dat de beschikbaarheid en continuïteit van de benodigde competenties beschrijft.

  • 2. In het kader van Richtlijn 2011/70/Euratom is het nationale programma voor het beheer van radioactief afval en verbruikte splijtstoffen opgesteld (Kamerstuk 25 422, nr. 149). Hierin is de route naar eindberging beschreven.

  • 3. De stappen die zijn gezet in het overbrengen van het historisch radioactief afval van Petten naar de COVRA zijn beschreven in het rapport. Volgens de huidige plannen zal in 2022 het afval uit de Waste Storage Facility (WSF) naar COVRA zijn overgebracht. Uw Kamer is regelmatig op de hoogte gehouden van dit proces.

  • 4. Het rapport beschrijft verder de stappen die zijn genomen om de kennis over het radioactieve afval te bewaren op de lange termijn. Een belangrijk onderdeel hierin is de oprichting van COVRA in 1982, waarbij al sinds de oprichting duidelijk is dat COVRA voor een lange tijd zal bestaan. Bij de COVRA is kennis over het radioactief afval geborgd gedurende de lange periode van bovengrondse opslag. Hoe kennis wordt geborgd tijdens eindberging wordt voorbereid gedurende het traject tot eindberging.

De zesde toetsingsconferentie wordt van 21 mei tot en met 1 juni 2018 in Wenen gehouden. Ter voorbereiding daarop is het zesde nationale rapport opgesteld. Dit rapport bied ik u hierbij ter kennisneming aan1.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven