25 422 Opwerking van radioactief materiaal

Nr. 108 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 mei 2014

Hierbij informeer ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, over de belangrijkste uitkomsten van de zesde toetsingsconferentie van de landen aangesloten bij het Verdrag betreffende nucleaire veiligheid (Convention on Nuclear Safety: CNS).

Voor de volledigheid stuur ik u als bijlage het (Engelstalige) «Summary Report» waarin de bevindingen en conclusies uit de toetsingsconferentie zijn opgenomen1.

In mijn brief van 12 Juli 2013 (Kamerstuk 25 422, nr. 104) heb ik u geïnformeerd over de zesde toetsingsconferentie van de CNS en het Nederlandse rapport dat is ingediend conform de afspraken in het verdrag.

De conferentie heeft van 24 maart tot en met 4 april 2014 bij het Internationale Atoomenergieagentschap (IAEA) in Wenen plaatsgevonden. Meer dan 800 deskundigen uit 69 van de 76 verdragslanden hebben er aan deelgenomen.

Opzet en doel van de toetsingsconferentie

In de eerste week van de toetsingsconferentie hebben de deelnemende landen, verdeeld in zes landengroepen, de nationale rapporten aan elkaar gepresenteerd, aangevuld en bediscussieerd. Hierbij is ook aandacht gegeven aan de eerder naar aanleiding van de rapporten gestelde vragen en antwoorden. De bevindingen uit de gesprekken in de landengroepen zijn vervolgens in de tweede week plenair gepresenteerd en besproken.

In de tweede week is tevens de stand van zaken gepresenteerd van het post-Fukushima actieplan van het IAEA en is gediscussieerd over mogelijke aanscherping en verhoging van de effectiviteit en de transparantie van het verdrag.

Bevindingen en conclusies

Conclusies: Nederland

Op donderdag 27 maart 2014 is de Nederlandse situatie gepresenteerd en bediscussieerd. Nederland was ingedeeld in een landengroep met: Argentinië, Bosnië & Herzegovina, Estland, lerland, Italië, Luxemburg, Peru, Singapore, Zweden, Zwitserland, de VS en Vietnam.

Op verzoek van een aantal landen, heeft één van de leden van de Commissie Benchmark kerncentrale Borssele het rapport van deze commissie toegelicht.

Naar aanleiding van de presentatie en de daarop volgende discussie heeft de rapporteur een aantal «challenges» en «highlights» voor Nederland genoemd.

«Challenges»:

  • het instellen van de nieuwe autoriteit nucleaire veiligheid en stralingsbescherming,

  • het verminderen van de werkdruk bij het bevoegd gezag en

  • het behouden van kwaliteit en kwantiteit van het personeelsbestand, zowel bij het bevoegd gezag als bij de vergunninghouder.

«Highligths»

  • de nu gaande aanpassing van regelgeving om de laatste inzichten naar aanleiding van het ongeval in Fukushima Daiichi te implementeren;

  • de nu lopende zelfevaluatie van de organisatie en het functioneren van de «regulatory body» ten behoeve van de internationale missie (IRRS) in november 2014;

  • het streven naar harmonisatie met de buurlanden voor het treffen van maatregelen bij een nucleair ongeval;

  • de uitgebreide toepassing van een probabilistische veiligheidsanalyse (PSA), waarmee voor alle operationele toestanden de gevolgen in de omgeving van de kerncentrale worden bepaald;

  • het uitgebreide toetsingsprogramma ten behoeve van de vergunning voor «long term operation» (LTO);

  • de lange ervaring met periodieke veiligheidsevaluaties in het kader van het continu verbeteren van de veiligheid;

  • de «severe accident management guidelines» (SAMGs) voor alle operationele toestanden (inclusief «shut down»).

Conclusies: algemeen

De levendige en openhartige discussies die gevoerd zijn tijdens het toetsingsproces zijn geprezen, maar er is ook opgemerkt dat niet alle verdragslanden actief hebben deelgenomen aan de zesde toetsingsconferentie.

De voorzitter is daarom door de aanwezige verdragslanden verzocht om in een brief aan alle verdragslanden de verplichtingen en verantwoordelijkheden voortvloeiend uit het verdrag te onderstrepen, en ze uit te nodigen betrokken te zijn en deel te nemen aan het volgende toetsingsproces.

Mede naar aanleiding van de gevoerde discussies in de landengroepen is geconcludeerd dat wezenlijke maatregelen zijn genomen in verschillende landen om de nucleaire veiligheid te verbeteren.

Een aantal belangrijke thema’s die in vele landen spelen is tijdens de discussies geïdentificeerd. Daarbij zijn onder andere genoemd:

  • de onafhankelijkheid van de «regulatory body» die ook de beschikking heeft over een robuust mechanisme om in de benodigde mankracht en financiële middelen te kunnen voorzien;

  • het kennismanagement en het behouden van voldoende gekwalificeerd personeel, zowel bij de «regulatory body» als bij de vergunninghouder;

  • de besluitvorming en veiligheidsanalyses voor de vergunningverlening aan installaties die aan het einde van de ontwerplevensduur zijn («long term operation»);

  • het belang van de integriteit van het «containment» om mensen en milieu te beschermen tegen de gevolgen van een kernongeval, en de noodzaak om tijdig effectieve maatregelen te implementeren om deze integriteit zeker te stellen;

  • de toepassing van «severe accident management» maatregelen, gebaseerd op analyses van de ongevalontwikkeling; dergelijke analyses kunnen worden versterkt door aanvullend onderzoek, in het bijzonder naar manieren om een beschadigde reactorkern te beheersen («core retention»);

  • internationale uitwisseling van informatie en ervaring op het gebied van crisisbeheersingmaatregelen om harmonisatie ervan te bereiken;

  • internationale «peer review» missies, inclusief het implementeren van daarbij geïdentificeerde verbeterpunten en het houden van vervolgmissies;

«Post-Fukushima» maatregelen

Bij deze zesde conferentie werd in het bijzonder door alle landen gerapporteerd over de genomen «post-Fukushima» maatregelen. Tijdens een speciale sessie over dit onderwerp is geconcludeerd dat veel is gedaan om de nucleaire veiligheid en de crisisbeheersingorganisatie te verbeteren. Echter, er zijn ook verschillen geconstateerd tussen de landen in de gestelde doelen, prioriteiten en tijdschema’s voor de implementatie van de verbetermaatregelen. De uitdaging is nu om deze verschillen te minimaliseren en meer internationale harmonisatie te bereiken, te zorgen voor meer uitwisseling van ervaring tussen de vergunninghouders en de «regulatory bodies» en te zorgen voor meer betrokkenheid en deelname van alle landen aan internationale activiteiten. Met het oog hierop heeft de toetsingsconferentie voorgesteld om in 2015 een bijeenkomst (Topical meeting) te organiseren waarbij de verdragslanden de gelegenheid wordt geboden om het verhogen van de veiligheid in bestaande kerncentrales, in het licht van het ongeval in Fukushima Daiichi, te presenteren en bediscussiëren

Aanscherping van het verdrag

De discussie over mogelijke aanscherping en verhoging van de effectiviteit en de transparantie van het verdrag heeft tot concrete resultaten geleid. De meeste voorstellen hiertoe zijn unaniem aangenomen. Veel van deze voorstellen waren in de loop van 2013 voorbereid door een werkgroep, speciaal hiervoor ingesteld aan het einde van de 2de buitengewone toetsingsconferentie van de CNS in augustus 2012 die geheel gewijd was aan de lessen geleerd van het ongeval in Fukushima Daiichi2.

De nu aangenomen voorstellen betreffen aanpassingen aan de protocollen ter uitvoering van het verdrag. Zij bieden duidelijkere aanwijzingen voor de maatregelen die verdragslanden moeten nemen om aan de doelstellingen van het verdrag te voldoen, verbetering van de nationale rapporten en het toetsingsproces, versterking van internationale samenwerking, meer transparantie en de ontwikkeling van aanvullende technische criteria. Met name de verbeteringen van de nationale rapporten zijn belangrijk te noemen. Bij de rapportage voor de volgende toetsingsconferenties (de eerstvolgende is in 2017) zullen de landen meer informatie moeten geven over het voldoen aan de actuele IAEA-regels, op basis van een zelf-evaluatie. Verder zal de rapportage meer gestandaardiseerd worden middels een sjabloon, te ontwikkelen door een nog in te stellen werkgroep.

In aanvulling op deze aanpassingen is tijdens de toetsingsconferentie ook uitvoerig gediscussieerd over een voorstel van Zwitserland ter aanpassing van de tekst van het verdrag. De voorgestelde tekst beoogt strengere eisen te stellen aan het ontwerp van nieuwe kerncentrales en is in lijn met de tekst die thans in ontwikkeling is voor de Europese richtlijn nucleaire veiligheid. Conform de procedure ter amendering van het verdrag, is besloten het Zwitserse voorstel binnen één jaar voor te leggen aan een «Diplomatic Conference». Ik steun het Zwitserse voorstel en vanuit Nederland zal in de komende maanden worden bijgedragen aan de werkzaamheden om de tekst uit te werken en te finaliseren, waarbij de tekst van de Europese richtlijn als uitgangspunt zal worden genomen.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Kamerstuk 25 422, nr. 96.

Naar boven