25 268 Zelfstandige bestuursorganen

Nr. 100 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 oktober 2014

In mijn brief inzake het Erasmus Medisch Centrum van 1 september 2014 (Kamerstuk 25 268, nr. 88) en in het NZa-debat van 9 september 2014 (Handelingen II 2013/14, nr. 106, item 19) heb ik toegezegd dat ik de Tweede Kamer over mijn besluit inzake het Erasmus Medisch Centrum zou informeren. Dat doe ik met deze brief.

Op 11 mei 2009 is een afspraak gemaakt met het Erasmus Medisch Centrum over de totstandkoming van een bijzondere kapitaallastenregeling voor het Erasmus Medisch Centrum ten behoeve van voorgenomen nieuwbouw bij dit academisch ziekenhuis. In het debat op 9 september jl. heb ik met u over deze toezegging gesproken. Ik heb toen aangegeven dat de beslissing over deze toezegging gecompliceerd is. Een aparte regeling met één ziekenhuis vormt al snel staatssteun. Anderzijds zijn er ook verwachtingen gewekt, waardoor het niet nakomen van die verwachtingen aangemerkt zou kunnen worden als onbehoorlijk bestuur.

Na overleg met het Erasmus Medisch Centrum zijn we tot overeenstemming gekomen over het vervolgproces: VWS en het Erasmus Medisch Centrum nemen samen een expert in de arm die de omvang van de schade gaat bepalen die het Erasmus Medisch Centrum lijdt als gevolg van het niet uitvoeren van de regeling door VWS. Het bedrag dat door deze expert wordt vastgesteld is voor beide partijen bindend en zal aan het Erasmus Medisch Centrum toekomen.

Bij een schadevergoeding die niet hoger is dan de daadwerkelijk geleden schade is geen sprake van voordeel voor het Erasmus Medisch Centrum. Dit betekent dat de schadevergoeding geen staatssteun vormt.

Op dit moment zijn wij in overleg met het Erasmus Medisch Centrum om gezamenlijk te bepalen wie de expert wordt die we inhuren. Van belang is dat deze expert een onafhankelijk oordeel kan geven en daarom geen binding/relatie heeft met VWS en met het Erasmus Medisch Centrum.

Ik vertrouw erop dat we voor het eind van het jaar tot de vaststelling van een schadebedrag kunnen komen. Over de budgettaire verwerking van dit schadebedrag wordt u uiterlijk bij begroting 2016 geïnformeerd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven