24 587 Justitiële Inrichtingen

Nr. 856 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 september 2022

Op 20 mei jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over het onderzoek dat PricewaterhouseCoopers (hierna: PwC) heeft verricht naar de financierbaarheid van de Dienst Justitiële Inrichtingen (hierna DJI).1 In dit onderzoek concludeert PwC dat de taken en middelen van DJI structureel niet in balans zijn, als gevolg van bestaande financiële problemen en noodzakelijke toekomstige investeringen. Hierdoor kampt DJI bij ongewijzigd beleid en ambitie met een omvangrijk en in de komende jaren oplopend financieel tekort van € 201 miljoen in 2022 tot € 398 miljoen in 2032.

In de brief van 20 mei heb ik aangegeven uw Kamer bij indiening van de ontwerpbegroting 2023 tijdens Prinsjesdag te informeren over mijn voorstel van mogelijk te treffen maatregelen om taken en middelen weer in balans te brengen en de opvolging van de overige aanbevelingen van PwC. Tijdens het commissiedebat Gevangeniswezen en TBS op 15 juni jl. heb ik vervolgens toegezegd u voorafgaand aan Prinsjesdag te informeren over de uitgangspunten die ik hanteer ten aanzien van het komen tot maatregelen bij DJI. Met deze brief doe ik deze laatste toezegging gestand.

Hieronder ga ik eerst in op de omvang van de financiële problematiek bij DJI. Daarna worden de uitgangspunten benoemd die leidend zijn in de keuze voor maatregelen. Als laatste sta ik stil bij de uitwerking van de maatregelen en de gesprekken met het werkveld en partners uit de strafrechtketen.

Omvang problematiek

Met de Voorjaarsnota is een bedrag beschikbaar gemaakt ter dekking van een deel van het oplopend financieel tekort bij DJI. Voor 2022 gaat het om € 40 miljoen, dat oploopt naar een structureel bedrag van € 170 miljoen vanaf 2026.2 Aanvullend heb ik sindsdien een structureel bedrag van € 40 miljoen vanaf 2026 binnen de J&V begroting vrijgemaakt. Met deze middelen wordt een flink stap gezet om weer balans aan te brengen tussen de taken en middelen bij DJI.

Er resteert dan nog een structureel tekort van oplopend € 187 miljoen in 2032. Hiervoor dienen aanvullende maatregelen te worden getroffen, om ervoor te zorgen dat DJI een financieel gezonde en daarmee toekomstbestendige organisatie wordt en de benodigde investeringen kunnen worden gedaan op het gebied van personeel, huisvesting en ICT. Zo kan DJI ook in de toekomst de kerntaken blijven uitvoeren, waarmee DJI een essentiële bijdrage levert aan de maatschappelijke veiligheid.

Aangezien het gaat om een fors bedrag, moeten er moeilijke en soms pijnlijke keuzes worden gemaakt qua maatregelen. Dit is echter noodzakelijk om de kwaliteit van de taakuitvoering te borgen in een veilige omgeving voor personeel, de samenleving, gedetineerden en patiënten. Bij de keuze voor maatregelen zijn voor mij een aantal uitgangspunten leidend.

Uitgangspunten

DJI staat voor een humaan detentiebeleid en bovenal voor de veiligheid van haar medewerkers, de samenleving en justitiabelen. Ik heb eerder aangegeven dat deze uitgangspunten voorop staan bij het zoeken naar maatregelen. Ik betrek de mensen uit het werkveld en partners uit de strafrechtketen bij het zoeken naar oplossingen.3

In nauw overleg met DJI en andere partners heb ik de volgende aanvullende uitgangspunten vastgesteld, die leidend zijn bij de keuze van maatregelen:

  • De basis bij DJI dient op orde te worden gebracht door meerjarige stabiele financiering. De gekozen maatregelen moeten hieraan bijdragen, om daarmee de continuïteit en kwaliteit van de staande organisatie te borgen.

  • De organisatie blijft wendbaar. Er worden geen onomkeerbare maatregelen doorgevoerd. Om die reden worden geen penitentiaire inrichtingen, justitiële jeugdinrichtingen of forensisch psychiatrische centra gesloten of DJI-medewerkers ontslagen.

  • De werkdruk bij DJI is hoog. De te treffen maatregelen mogen niet tot een verzwaring van het takenpakket voor DJI-medewerkers leiden.

  • De kwaliteit van de tenuitvoerlegging van gevangenisstraffen en van forensische zorgtrajecten wordt in stand gehouden en op onderdelen zelfs verbeterd.

  • De maatregelen moeten de samenleving en strafrechtketen zo min mogelijk raken.

  • Er wordt gekozen voor maatregelen die jeugdige delinquenten niet raken. De inzet op en begeleiding van deze doelgroep blijft daarmee op niveau.

  • We doen geen concessies als het gaat om detentie en zorg voor de zwaarste doelgroepen. Er is juist sprake van forse investeringen in deze doelgroepen. Zo leidt de aanpak van georganiseerde criminaliteit tot een toename van arrestaties van een «buitencategorie» van zware criminelen. De strijd tegen crimineel handelen vanuit detentie is daarom opgevoerd en voorzien van een structurele investering, waarmee onder andere een tweede Extra Beveiligde Inrichting (EBI) en meer Afdelingen met Intensief Toezicht (AIT) worden gerealiseerd.4 Ook wordt de kwaliteit van de forensische zorg en de penitentiair psychiatrisch centra verhoogd door te investeren in het kwaliteitskader forensische zorg.5

Maatregelen

De door PwC aangedragen maatregelen heb ik getoetst aan de hierboven genoemde uitgangspunten. Een deel van de door PwC geopperde maatregelen voldoet duidelijk niet aan deze uitgangspunten. Daarom werk ik deze specifieke maatregelen niet uit. Zo zijn het vergroten van de groepsgroottes bij activiteiten van gedetineerden en het uitbreiden van het aantal meerpersoonscellen in dit stadium al afgevallen, gezien het effect van deze maatregelen op de veiligheid van medewerkers en gedetineerden. Hetzelfde geldt voor het versoberen van detentieomstandigheden. Door gedetineerden 21 uur per dag op cel te laten verblijven, zoals PwC voorstelt, is er nauwelijks contact tussen personeel en gedetineerden, en daarmee minder zicht op wat er speelt op de afdeling en bij gedetineerden. Dit doet afbreuk aan de veiligheid. Daarnaast heeft een versobering tot onwenselijk gevolg dat activiteiten in het kader van re-integratie en het verdienen van interne vrijheden, waar onlangs met de wet Straffen en Beschermen extra op is ingezet, moeten worden geschrapt. Ook het generiek afschaffen van de forensische zorg of het niet ten uitvoer leggen van vrijheidsstraffen tot 6 maanden is wat mij betreft niet aan de orde. Ook deze maatregelen zijn strijdig met de uitgangspunten dat de veiligheid van personeel, de samenleving en justitiabelen leidend moet zijn en de kwaliteit van de tenuitvoerlegging in stand moet worden gehouden.

Voor sommige overgebleven maatregelen geldt dat zij niet al op het eerste gezicht in strijd zijn met de uitgangspunten die zijn vastgesteld. Dit betekent niet zonder meer dat zij onderdeel zullen uitmaken van het totale voorgestelde pakket aan maatregelen. Immers, bij de verdere uitwerking toets ik de maatregelen aan (onder meer) juridische houdbaarheid, uitvoerbaarheid en effect op partners uit de strafrechtketen.

Daarnaast zijn er vanuit DJI en ketenpartners aanvullende maatregelen voorgesteld. Deze zien onder meer op manieren om de instroom te verlagen, uitstroom te bevorderen en de bedrijfsvoering. Ik heb deze voorstellen meegenomen in de verdere uitwerking.

Eerder heb ik aangegeven de mensen uit het werkveld en partners uit de strafrechtketen te betrekken bij het zoeken naar oplossingen voor de financiële problematiek bij DJI. De afgelopen maanden is daarom op meerdere momenten gesproken met mensen uit het werkveld, de centrale ondernemingsraad DJI en de vakbonden over de door PwC in kaart gebrachte maatregelen. Daarnaast is ook veelvuldig overlegd met ketenpartners uit de strafrechtketen. Het doel van deze overleggen was het werkveld en de ketenpartners te informeren en mee te nemen in de zoektocht naar mogelijke maatregelen en met hen het effect daarvan te bepalen. Ik ben alle partijen erkentelijk voor de wijze waarop zij bereid zijn geweest om mee te denken, waaruit een grote betrokkenheid spreekt.

Vervolg

Ik ben momenteel in de afrondende fase om op basis van het PwC-rapport en de voorgestelde aanvullende maatregelen tot een totaalpakket aan maatregelen te komen. Met dit pakket wil ik ervoor zorgen dat op de korte termijn de taken en middelen bij DJI weer structureel in balans zijn. Ik ben voornemens uw Kamer rond Prinsjesdag dit voorgenomen maatregelenpakket te presenteren, zodat op korte termijn duidelijkheid wordt geboden over de exacte maatregelen. In die brief ga ik ook in op hoe ik uitvoering wil geven aan de door uw Kamer aangenomen motie van het lid Sneller c.s., waarin is verzocht om alternatieve straffen te bezien in het licht van de financiële problemen bij DJI.6 Mocht naar de toekomst kijkend het pakket van maatregelen onvoldoende blijken om het structurele tekort te dekken dan worden aanvullende maatregelen in breed verband verkend. Van deze verkenning kunnen door PwC voorgestelde maatregelen onderdeel uitmaken.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind


X Noot
1

Kamerstuk 24 587, nr. 833.

X Noot
2

Kamerstuk 24 587, nr. 833.

X Noot
3

Kamerstuk 24 587, nr. 833.

X Noot
4

Kamerstuk 24 587, nr. 339.

X Noot
5

Kamerstuk 33 628, nr. 92.

X Noot
6

Kamerstuk 24 587, nr. 850.

Naar boven