Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 mei 2022
De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) ervaart al enkele jaren een grote druk op
de bedrijfsvoering, zoals ook uit de meest recente jaarverantwoording van Justitie
en Veiligheid (JenV) is gebleken.1 Voor een robuuste meerjarige taakuitvoering is van belang dat de taken en middelen
van DJI structureel in balans zijn. Mijn voorganger heeft daarom PricewaterhouseCoopers
(PwC) gevraagd onderzoek te doen in hoeverre dit het geval is. U treft de uitkomsten
van dit onderzoek in twee bijlagen bij deze brief aan.
PwC concludeert dat DJI kampt met een omvangrijk en in de komende jaren oplopend financieel
tekort van 201 miljoen in 2022 tot 398 miljoen in 2032, op een totale begroting van
zo’n 2,6 miljard euro. Deze tekorten zien op DJI als geheel en niet enkel op het gevangeniswezen.
Het gaat met name om tekorten op huisvesting, ICT en personeel. De financiële problematiek
in de afgelopen jaren is tot nu vooral opgelost met incidentele maatregelen en uitstel
van investeringen. Daarbij speelde mee dat er nog uitwerkingen nodig waren voor de
definitief benodigde budgetten en dat in de afgelopen jaren de kosten van onder andere
onderhoud fors zijn toegenomen. Daar bovenop komen nog de kosten die zijn gestegen
door extra eisen die worden gesteld, zoals verduurzaming van de gebouwen. Verder uitstel
van investeringen in huisvesting, ICT en personeel is volgens PwC op enig moment niet
langer verantwoord. PwC constateert dat er de komende jaren ofwel substantiële investeringen
nodig zijn ofwel stevige maatregelen om het tekort op te lossen.
Het kabinet onderstreept het belang van een goed toegeruste uitvoering, waarbij de
middelen en de taken in een passende verhouding tot elkaar staan. Het kabinet kiest
zowel voor een verhoging van het financiële kader van DJI als voor het verder uitwerken
van mogelijke maatregelen. Met de Voorjaarsnota is een bedrag oplopend tot € 170 miljoen
structureel vanaf 2026 beschikbaar gemaakt voor de problematiek van DJI. Dat is een
fors bedrag. Tegelijkertijd resteert daarmee nog steeds een financieel tekort. Momenteel
verken ik welke consequenties dit heeft en welke maatregelen getroffen kunnen worden.
Ik maak daarbij gebruik van de vele voorstellen die PwC in kaart heeft gebracht. Omdat
PwC een compleet beeld heeft willen schetsen van alle mogelijkheden om te komen tot
een kostenreductie, zitten daar een aantal verregaande voorstellen bij. Ik vind het
daarom belangrijk om te benadrukken dat bij het zoeken naar maatregelen de veiligheid
van medewerkers, justitiabelen en de samenleving voorop staat. Ik betrek daarom nadrukkelijk
de mensen uit het werkveld en de ketenpartners bij het zoeken naar oplossingen. Een
humaan detentiebeleid is voor mij het uitgangspunt.
Daarnaast heeft PwC ook aanbevelingen gedaan over het verbeteren van de informatiepositie
en informatie-uitwisseling tussen bestuursdepartement en DJI en over het verbeteren
van het bekostigingsmodel. Deze aanbevelingen hebben als doel te voorkomen dat de
thans ontstane situatie zich opnieuw kan voordoen. Ook deze aanbevelingen zal ik daarom
ter hand nemen, onder meer bij de agentschapsdoorlichting die dit jaar gepland staat.
De primaire focus nu is het op orde krijgen van de financiën bij DJI.
Ik informeer uw Kamer bij de indiening van de ontwerpbegroting 2023 tijdens Prinsjesdag
over mijn voorstel van mogelijk te treffen maatregelen en de opvolging van de overige
aanbevelingen van PwC.
De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind