23 987 Lidmaatschap van de Europese Unie

Nr. 299 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 januari 2019

Zoals ik uw Kamer eerder heb toegezegd, bijvoorbeeld tijdens het Algemeen Overleg gehouden op 6 november 2018 over de Raad Algemene Zaken van 12 november 2018 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1937), zal het kabinet in een onverhoopt no deal scenario zorgen voor een fatsoenlijke oplossing voor het verblijf van Britse burgers in ons land na de datum van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk (VK) uit de Europese Unie (EU). In deze brief zet ik uiteen hoe deze fatsoenlijke oplossing er uitziet. Ook laat ik uw Kamer weten welke voorbereidingen het kabinet treft voor Nederlandse burgers in het VK. Ik doe dit mede namens de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister voor Medische Zorg en Sport, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

Ik wil benadrukken dat het terugtrekkingsakkoord voor iedereen de allerbeste uitkomst is. Daarin staan namelijk wederkerige, juridisch bindende afspraken met het VK om de rechten van burgers te garanderen, met passende waarborgen voor naleving inclusief een rol voor het Hof van Justitie. Het terugtrekkingsakkoord moet nog worden geratificeerd. Aan de zijde van het VK moet de interne goedkeuringsprocedure voor het bereikte akkoord worden doorlopen in het parlement, voordat het VK tot ratificatie van het terugtrekkingsakkoord over kan gaan. Van de kant van de EU, moet het terugtrekkingsakkoord nog worden goedgekeurd door het Europees Parlement waarna het gesloten kan worden door de Raad. Zolang er geen zekerheid is dat het terugtrekkingsakkoord in werking zal treden, gaan de voorbereidingen van Nederland en de EU op het no deal scenario onverminderd door.

Verblijf, toegang tot de arbeidsmarkt en inburgering

In geval van een no deal kunnen ongeveer 45.000 burgers van het VK en hun familieleden die al in Nederland verblijven, na de terugtrekking van het VK uit de EU hun verblijfsstatus niet meer ontlenen aan het EU-burgerschap: zij kunnen geen gebruik meer maken van het vrij verkeer van personen in de EU. Ongeveer 20.000 Britse werknemers verliezen de toegang tot de Nederlandse arbeidsmarkt. Om dit te voorkomen stelt het kabinet een overgangsperiode van 15 maanden in vanaf de datum van de terugtrekking van het VK uit de EU. Tijdens deze overgangsperiode behouden Britten die voor de terugtrekking van het VK uit de EU rechtmatig in Nederland verblijven hun rechten op verblijf, studie en werk in Nederland. Dit geldt ook voor familieleden van Britse burgers die zelf geen EU-nationaliteit hebben.

Britse burgers en hun familieleden zullen verspreid over de overgangsperiode worden uitgenodigd door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) om een aanvraag voor een definitieve verblijfsvergunning in te dienen. Voor afgifte van deze verblijfsvergunning zullen dezelfde verblijfsvoorwaarden als voor EU-burgers gelden (zoals geformuleerd in Richtlijn 2004/38/EG). Daarmee kunnen alle reeds op basis van richtlijn 2004/38 rechtmatig verblijvende Britten in Nederland blijven wonen, studeren en vrije toegang tot de arbeidsmarkt behouden.

Britten die langer dan 5 jaar rechtmatig in Nederland wonen, kunnen een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd verkrijgen onder dezelfde voorwaarden als EU-burgers een duurzaam verblijfsrecht kunnen verkrijgen. Zij hoeven hiervoor niet te voldoen aan het inburgeringsvereiste. Britten die korter dan 5 jaar rechtmatig in Nederland verblijven, krijgen een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd als zij voldoen aan de verblijfsvoorwaarden die gelden voor EU-burgers die korter dan 5 jaar in de EU verblijven. Met deze vergunning behouden Britse burgers vrije toegang tot de arbeidsmarkt. Werkgevers hebben dus geen werkvergunning nodig om deze Britse burgers in dienst te houden of te nemen. Ook worden deze Britse burgers vrijgesteld van de inburgeringsplicht.

Britten die zich na de terugtrekking van het VK uit de EU in Nederland willen vestigen, kunnen een verblijfsvergunning als derdelander aanvragen. Zij kunnen een aanvraag voor een verblijfsvergunning wel in Nederland aanvragen. Zij zullen worden vrijgesteld van het vereiste voor een Machtiging tot Voorlopig Verblijf (MVV), net als bijvoorbeeld Amerikanen, Canadezen, Japanners en Zuid-Koreanen. Werkgevers die deze Britse burgers in dienst willen nemen, zullen een vergunning voor verblijf en arbeid of een tewerkstellingsvergunning moeten aanvragen.

Studeren

Het kabinet is voornemens om ervoor te zorgen dat alle Britse burgers die op de datum van de terugtrekking van het VK uit de EU in Nederland woonachtig zijn, tegen dezelfde voorwaarden kunnen (blijven) studeren als andere EU-burgers. Dit betekent dat voor VK-burgers die reeds in Nederland zijn, het wettelijk collegegeld blijft gelden en dat zij het recht op studiefinanciering behouden indien ook aan de overige voorwaarden voor EU-burgers wordt voldaan. Britse burgers die na de terugtrekking van het VK uit de EU naar Nederland komen en aan een studie beginnen, worden behandeld als derdelanders. Dit kan gevolgen hebben voor het recht op wettelijk collegegeld en studiefinanciering.

Sociale zekerheid

Ook voor sociale zekerheid zal worden gekozen voor een fatsoenlijke oplossing, zowel voor Britse burgers in Nederland als voor Nederlandse burgers en andere gerechtigden met een Nederlandse uitkering in het VK. Uw Kamer wordt op een later moment geïnformeerd over een meer gedetailleerde invulling hiervan.

Zorg

Tot de terugtrekking van het VK uit de EU hebben Nederlandse verdragsgerechtigden die in het VK wonen op grond van EU-regels recht op zorg in het VK en in de rest van de EU, ten laste van Nederland. Vanaf de terugtrekking van het VK uit de EU vallen zij onder de National Health Service (NHS), die geen dekking buiten het VK kent. Met de wetswijziging in de Verzamelwet Brexit (Kamerstuk 35 084, nr. 2.) wordt geregeld dat de rekening van lopende behandelingen van deze groep buiten het VK op de datum dat het VK de EU verlaat nog bij het CAK kan worden ingediend, totdat de behandeling is beëindigd.

Rijbewijzen

In geval van een no deal scenario worden VK-rijbewijzen van burgers die al in Nederland wonen vanaf de terugtrekking van het VK uit de EU niet meer erkend als EU-rijbewijs en worden vanaf die datum beschouwd als rijbewijzen, afgegeven door een derde land. Voor derde-land rijbewijzen geldt dat de houder van zo’n rijbewijs nog maximaal 185 dagen met zijn rijbewijs in Nederland mag rijden. Deze termijn gaat in op de datum van vestiging in Nederland. Dit betekent dat als de houder van een VK-rijbewijs op de datum van terugtrekking van het VK uit de EU al langer dan 185 dagen in Nederland woont, hij met ingang van de datum van terugtrekking geen geldig rijbewijs meer heeft. Deze rijbewijshouders zullen derhalve hun VK-rijbewijs tijdig moeten omwisselen voor een Nederlands rijbewijs. Het kabinet zal voor houders van rijbewijzen uit het VK die zich voor de terugtrekking van het VK uit de EU in Nederland hebben gevestigd een voorziening treffen, waardoor zij ook na de terugtrekking van het VK uit de EU hun rijbewijs kunnen omwisselen zonder eerst (theorie- en praktijk)examen te moeten doen. Zij moeten dan wel door middel van een verklaring van geschiktheid hebben aangetoond dat zij beschikken over de vereiste lichamelijke of geestelijke geschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen.

Persoonlijke communicatie Britse burgers in Nederland

De IND zal Britse burgers en hun familieleden die in Nederland wonen vanaf begin januari per brief informeren over hun rechten in een no deal scenario. De brief die aan deze burgers wordt gestuurd, kan uw Kamer raadplegen via de IND-website: www.ind.nl/Brexit.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven