Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 22112 nr. 1717 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 22112 nr. 1717 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 oktober 2013
Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij vijf fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche 1: Verordening statistiek spoorvervoer
Fiche 2: Verordening geldmarktfondsen (Kamerstuk 22 112, nr. 1718)
Fiche 3: Verordening preventie en beheer van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten (IUS) (Kamerstuk 22 112, nr. 1719)
Fiche 4: Verordening, mededeling en aanbeveling Europese interne markt voor elektronische communicatie (Kamerstuk 22 112, nr. 1720)
Fiche 5: Mededeling EU innovatie-indicator (Kamerstuk 22 112, nr. 1721)
De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans
Titel voorstel
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 91/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de statistieken van het spoorvervoer, wat betreft het verzamelen van gegevens over goederen, reizigers en ongevallen
Datum ontvangst Commissiedocument
30 augustus 2013
Nr. Commissiedocument
COM(2013) 611
Nr. Impact Assessment Commissie en Opinie Impact Assessment Board
Niet opgesteld
Behandelingstraject Raad
Ecofin Raad
Eerstverantwoordelijk Ministerie
Ministerie van Economische Zaken/Centraal Bureau voor de Statistiek in nauwe samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Rechtsbasis, besluitvormingsprocedure Raad, rol Europees Parlement, gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen
a) Rechtsbasis
artikel 338, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
b) Stemwijze Raad en rol Europees Parlement:
Gewone besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid Raad, medebeslissingsrecht Europees Parlement.
c) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen:
Het voorstel voorziet in artikel 3, tweede lid en artikel 4, vijfde lid in gedelegeerde handelingen door de Commissie. De Commissie krijgt de bevoegdheid om voor onbepaalde tijd gedelegeerde handelingen vast te stellen. Het gaat hierbij om de aanpassing van de technische definities en de goedkeuring van aanvullende technische definities. De Commissie krijgt tevens de bevoegdheid om door middel van gedelegeerde handelingen de inhoud van de bijlagen, waaronder de rapportagedrempels, aan te passen.
Het voorstel voorziet eveneens in uitvoeringshandelingen. De Commissie krijgt de bevoegdheid om op basis van artikel 11 door middel van de onderzoeksprocedure uitvoeringshandelingen vast te stellen. Het gaat hierbij om de modaliteiten, de structuur, de periodiciteit en de vergelijkbaarheidselementen voor de standaardkwaliteitsverslagen. Deze zijn nodig om te garanderen dat er statistische gegevens van goede kwaliteit worden geproduceerd. In dit geval wordt de Commissie bijgestaan door het Comité voor het Europees Statistisch Systeem.
Dit voorstel heeft primair tot doel om de Europese statistieken over spoorvervoer te actualiseren aan de gebruikersbehoeften, zodat deze beter aansluiten bij de huidige informatiebehoeften.
Daarnaast heeft de verordening tot doel het vereenvoudigen van de verzameling en de rapportage van de statistische informatie aan de Commissie (Eurostat) ten aanzien van de statistieken van het spoorvervoer van goederen en van reizigers. Vervolgens wordt voorgesteld de verzameling en rapportage aan de Commissie (Eurostat), ten aanzien van gegevens over ongevallen, in zijn geheel te schrappen. Tegelijkertijd beoogt de Commissie met dit voorstel de huidige Verordening (EG) nr. 91/20031 te wijzigen en in overeenstemming te brengen met het nieuwe institutionele kader van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Dit geldt in het bijzonder voor de vaststelling van «gedelegeerde handelingen» (artikel 290) en «uitvoeringshandelingen» (artikel 291).
Nederland acht artikel 338, eerste lid, VWEU de juiste rechtsbasis voor dit voorstel. Het betreft hier een gedeelde bevoegdheid. Het Nederlandse oordeel ten aanzien van subsidiariteit en proportionaliteit is positief. Het huidige voorstel leidt tot een beperkte vermindering van administratieve lasten en minimale vermindering van de uitvoeringskosten.
Nederland kan op hoofdlijnen instemmen met het voorstel. Nederland verwelkomt het initiatief van de Commissie om het bestaande rechtskader te actualiseren aan het nieuwe institutionele kader van het VWEU. De voorstellen ten aanzien van de vereenvoudiging van de statistische rapportage worden door Nederland gesteund. Nederland plaatst wel een kritische kanttekening bij de voorgestelde bevoegdheidsdelegatie, omdat deze in de toekomst kan leiden tot hogere lasten en kosten en stelt voorts voor om delegatiebevoegdheid te verlenen voor een termijn van vijf jaar en om een evaluatiebepaling in het voorstel op te nemen. Tevens acht Nederland het van belang dat toekomstige gedelegeerde handelingen van een kosten-batenanalyse worden voorzien.
Inhoud voorstel
Spoorstatistieken moeten periodiek worden geactualiseerd, zodat deze blijven aansluiten bij de informatiebehoefte, en zo samenhangend en zo eenvoudig als mogelijk blijven. Dit voorstel zorgt voor een betere aansluiting op de huidige informatiebehoeften. Tevens wijzigt het voorstel het juridisch kader voor de al bestaande gegevensverzameling en het vaststellen van geharmoniseerde regels voor de samenstelling van statistische gegevens over het spoorvervoer van goederen, reizigers en ongevallen. Het voorstel voorziet niet in het openen van een nieuw statistisch domein.
Dit voorstel past de bestaande verordening aan op de volgende punten:
– In Bijlage A de jaarstatistieken over het goederenvervoer – gedetailleerde rapportage wordt een rapportagedrempel2 ingevoegd met een totaalvolume goederenvervoer van minstens 200 miljoen tonkilometer3 of minstens 500.000 ton.
– Bijlage B wordt geschrapt. Het betreft de jaarstatistieken over het goederenvervoer – vereenvoudigde rapportage
– Bijlage C wordt vervangen door een nieuwe vereenvoudigde bijlage. Het betreft de jaarstatistieken over het reizigersvervoer. De gedetailleerde rapportage wordt vervangen door een nieuwe vereenvoudigde bijlage C. Ten opzichte van de huidige verordening worden geschrapt: tabel C1: vervoerde reizigers naar soort vervoer, en tabel C2: internationaal reizigersvervoer naar land van instappen en naar land van uitstappen. Daarnaast wordt de rapportagedrempel verlaagd naar een totaalvolume reizigersvervoer van 100 miljoen reizigerskilometers. Om beter te kunnen voorzien in de gebruikersbehoeften wordt vervolgens voorgesteld de indieningstermijn van de statistische gegevens aan de Commissie (Eurostat) te verkorten van 14 naar 8 maanden. Hierdoor komen de gegevens sneller beschikbaar.
– Bijlage D wordt geschrapt. Het betreft de vereenvoudigde rapportage jaarstatistieken over het reizigersvervoer.
– Bijlage H wordt geschrapt. Het betreft de statistieken over ongevallen op het spoorwegnet. Het Europees Spoorwegbureau (ESB) verzamelt ook gegevens over ongevallen, waardoor de rapportage overbodig is geworden.
– Bijlage I wordt geschrapt. Het betreft de lijst van spoorwegondernemingen.
– Voor de kleinste vervoersmaatschappijen betrokken bij het vervoer van goederen en personen over het Nederlandse spoorwegnet4 wordt een vereenvoudigde rapportage van alleen een totaalcijfer voor geaggregeerde indicatoren over de vervoersactiviteiten voorgesteld. (bijlage L)
Daarnaast voorziet het voorstel in een aanpassing van de bestaande Verordening (EG) Nr. 91/2003 betreffende de statistieken van het spoorvervoer aan de nieuwe regels van het VWEU. Met dit voorstel komt de Commissie tegemoet aan haar afspraak om voor het einde van de zittingsperiode (juni 2014) van het Europees Parlement alle bepalingen te schrappen die verwijzen naar de regelgevingsprocedure met toetsing.
Op basis van dit voorstel krijgt de Commissie de bevoegdheid om voor onbepaalde tijd gedelegeerde handelingen vast te stellen in overeenstemming met artikel 290 VWEU. De gedelegeerde handelingen hebben onder andere betrekking op de aanpassing van de definities en de goedkeuring van aanvullende definities, de aanpassing van de inhoud van de bijlagen en de drempels voor de statistische verwerking van gegevens (rapportagedrempels) over het spoorvervoer. Tevens worden er door middel van dit voorstel uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie verleend met het oog op uniforme voorwaarden voor de modaliteiten, de structuur, de periodiciteit en de vergelijkbaarheidselementen voor de standaardkwaliteitsverslagen.
Impact assessment Commissie
Er is geen impact assessment door de Commissie opgesteld
a) Bevoegdheid
De Commissie baseert haar voorstel op artikel 338 eerste lid VWEU. Dit is volgens Nederland de juiste rechtsgrondslag. Er is sprake van een gedeelde bevoegdheid van de EU en de lidstaten.
b) Subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel
Het subsidiariteitsoordeel is positief. Het beoogde doel van vereenvoudiging en stroomlijning van Europese wetgeving op het terrein van spoorstatistiek, kan uitsluitend op Europees niveau worden geregeld. Ook het doel van het uitwerken en vaststellen van gemeenschappelijke standaarden voor de productie en systematische indiening van geharmoniseerde en vergelijkbare statistieken over het vervoer van goederen en reizigers, kan niet op een afdoende wijze door de lidstaten afzonderlijk worden uitgevoerd en kan daarom beter door de EU worden verwezenlijkt.
Het proportionaliteitsoordeel is positief. Dit voorstel levert een bijdrage aan de vermindering van de informatieverplichtingen voor vervoersmaatschappijen betrokken bij het vervoer van goederen en personen over het Nederlandse spoorwegnet aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en een vermindering van de rapportageverplichtingen van het CBS aan de Commissie (Eurostat). De verordening gaat niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. Wel plaatst Nederland een kritische kanttekening bij de voorstellen in het kader van de bevoegdheidsdelegatie, omdat deze in de toekomst kunnen leiden tot additionele lasten en kosten.
c) Nederlands oordeel over de voorstellen op het gebied van gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen
Nederland kan instemmen met de door de Commissie voorgestelde uitvoeringshandelingen, aangezien het een technische uitvoering van de verordening betreft. Nederland kan tevens instemmen met de door de Commissie voorgestelde gedelegeerde handelingen ten aanzien van de bijstelling van technische definities en de goedkeuring van aanvullende definities. Deze definities hebben betrekking op internationaal erkende standaarddefinities.
Nederland is geen voorstander van het huidige voorstel om zonder voorwaarden en voor onbepaalde tijd gedelegeerde handelingen vast te stellen, waarmee de inhoud van alle bijlagen kan worden aangepast. Aanpassingen van de bijlagen door middel van toekomstige gedelegeerde handelingen kunnen leiden tot additionele lasten en kosten. Bijvoorbeeld kan een toekomstige verlaging van de rapportagedrempel voor de verwerking van de statistische gegevens tot additionele lasten en kosten leiden. Nederland zal inzetten op een delegatiebevoegdheid voor een termijn van vijf jaar en acht het van belang dat de toekomstige gedelegeerde handelingen worden voorzien van een kosten-batenanalyse. Ten slotte acht Nederland het van belang dat in het voorstel een evaluatiebepaling wordt opgenomen om de delegatiebevoegdheid te evalueren.
a) Consequenties EU-begroting
Geen
b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale overheden
Dit voorstel heeft geen financiële consequenties voor Nederland. De werkzaamheden die voortkomen uit dit voorstel zijn al opgenomen in het werkprogramma van het CBS, en worden reeds door het CBS uitgevoerd.5 Omdat er op basis van het voorstel door het CBS minder gegevens hoeven te worden verzameld, verwerkt en aan de Commissie (Eurostat) te worden gerapporteerd, levert dit voorstel op jaarbasis een zeer beperkte besparing op van de uitvoeringskosten. Aan de toekomstige voorgestelde gedelegeerde handelingen kunnen echter mogelijk wel kosten verbonden zijn. Voor wat betreft deze eventuele toekomstige financiële gevolgen, geldt dat deze dienen te worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels voor de budgetdiscipline.
c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger
Niet van toepassing
d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden, bedrijfsleven en burger
De administratieve lastendruk voor de Nederlandse vervoersmaatschappijen zal per saldo in beperkte mate afnemen. Voor de burger zijn er ook geen administratieve lasten of financiële consequenties. De toekomstige voorgestelde gedelegeerde handelingen kunnen wel leiden tot extra administratieve lasten en extra rapportageverplichtingen voor het CBS aan de Commissie (Eurostat), omdat de Commissie door middel van gedelegeerde handelingen tot een uitbreiding van de te verzamelen informatie kan besluiten.
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid (inclusief toepassing van de lex silencio positivo)
Niet van toepassing
b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid
Deze verordening treedt in werking op de 20e dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Voor Nederland is dat haalbaar.
c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling
Niet van toepassing
In artikel 4 van de Wet op het Centraal Bureau voor de Statistiek is bepaald dat het CBS op nationaal niveau belast is met de productie van statistieken in het kader van de EU. Het CBS dient de statistische resultaten in bij de Commissie (Eurostat).
Geen
Voor Nederland is het van belang dat er voor het ontwikkelen, evalueren en monitoren van het vervoersbeleid van de Unie, zowel op nationaal als op Europees niveau, onderling vergelijkbare statistische gegevens over het spoorvervoer van goederen en personen beschikbaar zijn.
Dit voorstel past in het kader van het nationale beleid om te komen tot een verdere reductie van administratieve lasten voor het bedrijfsleven en de vereenvoudiging van Europese wetgeving. Nederland steunt op hoofdlijnen de voorstellen van de Commissie die leiden tot een vermindering van de informatieverplichtingen van de Nederlandse vervoersmaatschappijen aan het CBS en de vermindering van de rapportageverplichtingen van het CBS aan de Commissie (Eurostat).
Daarbij beschouwt Nederland het voorliggende voorstel als een belangrijke maatregel in het kader van het vereenvoudigen en stroomlijnen van bestaande EU-wetgeving, waarbij tegelijkertijd de rapportageverplichtingen aan de Commissie (Eurostat) afnemen en de kwaliteit van de statistische informatie wordt verbeterd.
Daarnaast verwelkomt Nederland het initiatief van de Commissie om de bestaande verordening te actualiseren aan het nieuwe institutionele kader van het VWEU. Hiermee komt de Commissie tegemoet aan de toezegging om uiterlijk voor de zevende zittingsperiode van het Europees Parlement (juni 2014) alle bepalingen te schrappen die verwijzen naar de regelgevingsprocedure met toetsing.
Nederland is geen voorstander van het voorstel om zonder voorwaarden en voor onbepaalde tijd gedelegeerde handelingen vast te stellen, waarmee de inhoud van alle bijlagen kan worden aangepast. Aanpassingen van de bijlagen door middel van toekomstige gedelegeerde handelingen kunnen leiden tot additionele lasten voor respondenten en kosten voor het nationale en Europese systeem. Bijvoorbeeld kan de in de bijlage bepaalde rapportagedrempel zonder voorwaarden verlaagd worden, waardoor meer (en kleinere) bedrijven met additionele lasten en kosten worden geconfronteerd.
Daarom zal Nederland voorstellen de Commissie de delegatiebevoegdheid te verlenen voor een termijn van vijf jaar. Nederland zal daarnaast voorstellen dat er bepalingen in het voorstel worden opgenomen om de toekomstige gedelegeerde handelingen altijd te voorzien van een kosten-batenanalyse. Hierbij is voor Nederland van belang dat de administratieve belasting voor de vervoersmaatschappijen alsmede de kosten voor het statistisch systeem in kaart worden gebracht, voordat er gedelegeerde handelingen worden vastgesteld. Verder acht Nederland het van belang dat bij de toekomstige invulling van gedelegeerde handelingen die zullen voortvloeien uit dit voorstel zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de thans beschikbare gegevensbronnen.
Nederland acht het ten slotte van belang dat de bevoegdheidsdelegatie wordt geëvalueerd. Dit zou volgens Nederland kunnen door middel van een verslag, dat de Commissie indient bij het Europees Parlement en de Raad, en dat betrekking heeft op de uitvoering, de resultaten en de algemene beoordeling van de bevoegdheidsdelegatie.
Verordening (EG) nr. 91/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de statistieken van het spoorvervoer, wat betreft het verzamelen van gegevens over goederen, reizigers en ongevallen.
De rapportagedrempel is een vastgestelde waarde die de grens bepaalt waarbinnen de lidstaten gegevens aan de Commissie moeten leveren. De gegevens die beneden die grens liggen hoeven niet bij de Commissie te worden ingediend.
Deze eenheid geeft de transportprestatie weer. 1 tonkilometer is het verplaatsen/vervoer van 1.000 kilo over een afstand van 1 kilometer.
Dat zijn vervoersmaatschappijen met een totaalvolume goederenvervoer van minder dan 200 miljoen tonkilometer en minder dan 500.000 ton per jaar alsmede vervoersmaatschappijen met een totaalvolume reizigersvervoer van minder dan 100 miljoen reizigerskilometer per jaar.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-22112-1717.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.