Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 januari 2018
In mijn brief van 22 december jl. (Kamerstuk 22 026, nr. 502) heb ik u geïnformeerd over het oefen- en proefbedrijf voor de introductie van de
IC Brussel over de HSL-Zuid. Daarbij is toegezegd u te informeren over de voortgang
van de gesprekken tussen NS en NMBS over het invullen van belangrijke lessen uit de
parlementaire enquête Fyra (Kamerstuk 33 678), i.v.m. het tijdspad voor de introductie van de nieuwe vervoersdienst.
Ik constateer dat NS vorderingen heeft gemaakt met het invullen van de voorwaarden
die volgen uit de parlementaire enquête Fyra. NS geeft aan dat met NMBS overeenstemming
is bereikt over de operationele en financiële uitgangspunten voor de voorgenomen introductie.
Afgesproken is deze zo snel mogelijk uit te werken en juridisch vast te leggen. Ik
zal u hierover te zijner tijd informeren.
Op grond hiervan heeft NS besloten de volgende stappen te zetten in de operationele
voorbereiding gericht op een introductie van de IC Brussel over de HSL-Zuid per 9 april
2018. Bij realisatie wordt een verbetering voor de reiziger gerealiseerd waarbij de
reistijd ongeveer een half uur korter wordt. Den Haag houdt vier keer per dag een
directe verbinding met Antwerpen en Brussel, deels over de HSL-Zuid via Breda (12/4-model,
Kamerstuk 22 026, nr. 488). Daarnaast hebben reizigers vanuit Den Haag naar België vanaf 9 april 2018 ook een
sneller alternatief door met de IC Den Haag–Eindhoven over de HSL-Zuid naar Breda
te reizen. Ze kunnen daar met een korte overstaptijd overstappen op de IC Brussel.
Op mijn verzoek hebben NS en NMBS, conform de aanbevelingen van de parlementaire enquête
Fyra (Kamerstuk 33 678, nr. 11), een terugvaloptie gecreëerd waardoor de IC Brussel ná 9 april nog over het huidige,
conventionele pad kan rijden indien hiertoe aanleiding is. Hiermee hebben NS en NMBS
een alternatief voor de reiziger beschikbaar op de verbinding tussen Amsterdam en
Brussel.
Met uw Kamer is eerder gesproken (Kamerstuk 29 984, nr. 709 en Handelingen II 2016/17, 39, item 4) over de complexiteit van het 12/4-model ten opzichte van het model waarin Den Haag
niet wordt bediend met een directe trein naar Brussel (16/0-model). Hierover zijn
met uw Kamer de consequenties gewisseld, waaronder het effect op de betrouwbaarheid.
In overleg met uw Kamer is gekozen voor het 12/4-model. Conform toezegging aan uw
Kamer1 zijn de prestatie-afspraken met NS niet op voorhand aangepast, maar heeft mijn voorganger
de bereidheid getoond richting NS en ProRail om, als de situatie zich voordoet dat
het 12/4-model aantoonbaar leidt tot onderpresteren, hiermee rekening zal worden gehouden
in het beoordelen van de prestaties (conform artikel 24, lid 2 vervoerconcessie en
artikel 25, lid 1 beheerconcessie). Ik respecteer deze eerder gemaakte afspraken,
maar zal bij een eventueel beroep op deze toezegging kritisch bezien en onafhankelijk
laten vaststellen of het 12/4-model daadwerkelijk de oorzaak is van het onderpresteren.
Ik verwacht dat NS en ProRail alles op alles zetten om de effecten van de introductie
voor de reiziger zo klein mogelijk te houden en de algemene prestaties op de HSL-Zuid
structureel te verbeteren. Daarom zetten NS en ProRail het dynamische Verbeterprogramma
HSL-Zuid met onverminderde aandacht door in 2018. NS en ProRail laten een externe
review uitvoeren naar de prestaties op de HSL-Zuid en mogelijke aanvullende maatregelen
om deze te verbeteren. Ik ben daarover in gesprek met NS en ProRail en zal u daarover
te zijner tijd informeren. Om de prestaties verder te verbeteren heb ik € 60 miljoen
ter beschikking gesteld voor aanpassingen aan de infrastructuur (Kamerstuk 22 026, nr. 498).
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer