21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 506 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 1 oktober 2014

De vaste commissie voor Economische Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken over de brief van 22 september 2014 over de geannoteerde agenda van de informele Telecomraad die op 2 en 3 oktober a.s. zal plaatsvinden in Milaan. De volledige agenda is opgenomen aan het einde van het verslag.

De vragen en opmerkingen zijn op 26 september 2014 aan de Minister van Economische Zaken voorgelegd. Bij brief van 30 september 2014 zijn ze door hem beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Vermeij

De adjunct-griffier van de commissie, Thomassen

Inhoudsopgave

blz.

     

I

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

3

     

II

Antwoord / Reactie van de Minister

4

     

III

Volledige agenda

9

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda informele Telecomraad welke zal plaatsvinden op 2 en 3 oktober 2014. Wel hebben zij nog enkele vragen.

Wat is de aanleiding voor het bijeenroepen van de informele telecomraad op 2 en 3 oktober? Wat is de reden dat deze informele raad op korte termijn moet plaatsvinden? Welke vervolgstappen verwacht de Minister na deze informele telecomraad? Verwacht de Minister dat er uitkomsten uit deze informele raad komen die in een formele raad besloten gaan worden? Zo ja, op welke termijn?

In de geannoteerde agenda wordt stilgestaan bij de transitie van het toezicht van de Amerikaanse overheid op de besturing van het internet naar de internationale gemeenschap.

Deze leden begrijpen dat de Minister actieve betrokkenheid van de EU (in casu de Europese Commissie) in het transitieproces steunt. Wel vragen zij hoe de Europese Commissie tot een standpuntbepaling komt? Worden de nationale overheden hierbij geconsulteerd? En wat zullen de grootste veranderingen zijn in de manier van toezicht houden door een overheid zonder dat sprake is van overheidsinmenging? Komt er een vrijwillige gedragscode met een geschillencommissie? Of zal het internationale toezicht een dwingender karakter kennen? Zou de Minister kunnen concretiseren Hoe gaat het toezicht op de werking van het internet door de internationale gemeenschap eruit zien? Kan de Minister dit nader concretiseren? Welke rol is Nederland voornemens op zich te nemen in dit internationale toezicht?

Ten aanzien van de rol van de Commissie en de lidstaten in het mondiale internet governance-debat onderschrijven de leden van de VVD-fractie de slotverklaring van de in april jongsleden gehouden mondiale multi-stakeholder internetconferentie voor een open, vrij, veilig, stabiel en innovatief internet. Verder lezen zij dat Nederland hecht aan het op Europees niveau regelen van internet-gerelateerde onderwerpen zoals netneutraliteit en privacy. Deze leden ondersteunen ook dit punt maar zij vragen wel waarom Nederland niet vuriger pleit voor veiligheid en vertrouwen in het internet? Graag een toelichting. Hoe schat de Minister de kansen in dat er binnen de Europese Unie een meerderheid komt voor netneutraliteit? Klopt het dat de triloog hierover stil ligt totdat de nieuwe Europese Commissie is geïnstalleerd? Bestaat er een kans dat de nieuwe Europese Commissie de voorgestelde verordening terugneemt vanwege de vele wijzigingen die door het Europees parlement zijn aangebracht? Graag een analyse en beschouwing van de Minister op dit punt.

Gaat de Minister tijdens het informele overleg benadrukken dat veiligheid op internet belangrijk is voor het vertrouwen voor consumenten en ondernemers? Volgens deze leden is een veilige internetomgeving cruciaal voor de ontwikkeling van de digitale economie. Onderschrijft de Minister dit standpunt? En is Nederland bereid een voortrekkersrol in de EU te spelen in de verdere ontwikkeling van een veilige digitale economie? Zijn er bij de Minister signalen bekend van lidstaten die naar het Nederlandse voorbeeld kijken en hier van willen leren?

Inzake de toekomst van het mondiale Internet Governance Forum ondersteunen de leden van de VVD-fractie een verlenging van het mandaat van het Internet Governance Forum. Aan welke verlengingsperiode van verlenging denkt de Minister? Hoe hoog acht de Minister de kans dat er geen verlenging van het mandaat komt? Welke landen verzetten zich in VN-verband tegen een verlenging? Stel dat er geen verlenging van het mandaat komt, wat gebeurt er dan? Ontstaat er dan een juridisch vacuüm? Deze leden hebben begrepen dat de VS een minder centrale rol wil gaan spelen in Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN). Hoe denkt de Minister dat deze discussie zal gaan verlopen? Welk land of welke stakeholders zullen de rol van de VS overnemen? En zijn er bij de Minister signalen bekend dat bepaalde landen zoals Rusland en China kritisch tegenover ICANN staan?

Kan de Minister toelichten of er nog andere initiatieven te verwachten zijn op het gebied van internet governance? Hoe is het mondiale krachtenveld ten aanzien van bepaalde onderwerpen zoals netneutraliteit, vrijheid van meningsuiting en privacy? Welke rol spelen landen als de VS, China en Rusland hierin en wat is de reactie hierop van de EU en Nederland?

In het verslag van de Telecomraad gehouden op 6 juni 2014 geeft de Minister aan dat vooral de samenwerking op het operationele vlak bij de Richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging een discussiepunt is. Wat zijn de grootste uitdagingen in deze discussie? Wordt hierbij ook nadrukkelijk aandacht besteed aan bereikbaarheid in grensgebieden? Onlangs in een hoorzitting in de Tweede Kamer over de bereikbaarheid van 112 in grensgebieden bleek dat vooral in verschillende grensgebieden de bereikbaarheid slecht was. Verschillende telecommunicatiebedrijven gaven aan dat dit te maken heeft met het «zwakker» zetten van hun masten om te voorkomen dat zij met hun signaal over de grens interfereren. Wat is de Nederlandse inzet? Wordt een dergelijke operationele samenwerking als een overheidstaak of als een samenwerking door private partijen gezien? Indien dit geen onderwerp van discussie is, dan ontvangen deze leden graag een toelichting van de Minister hierop.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Telecomraad op 2 en 3 oktober 2014. Zij hebben daarover de volgende vragen. Deze informele telecomraad op 2 en 3 oktober is in een laat stadium door het Italiaans voorzitterschap uitgeschreven. Wat was de reden voor het Italiaanse voorzitterschap om deze raad op deze korte termijn in te lassen? Dit wordt namelijk uit de geannoteerde agenda niet duidelijk, noch de aanleiding, de stand van zaken van de discussie en/of een vooruitblik op toekomstige stappen en besluitvorming. Deze leden willen graag weten wat was de aanleiding is voor het bijeenroepen van de informele telecomraad op 2 en 3 oktober.

Op de agenda staat een bespreking van de EU-inzet bij de mondiale besprekingen over internet governance. Het voorzitterschap wil dit onderwerp nogmaals agenderen bij de formele telecomraad, die op 27 november gehouden zal worden in Brussel. De leden van de SP-fractie vernemen graag van de Minister hoe de coördinatie van standpunten, die over deze onderwerpen plaatsvindt in EU-verband, zich verhoudt tot de posities die individuele lidstaten innemen in VN-verband.

De mondiale discussie over internet governance betreft in de eerste plaats de positie van ICANN, de in de VS gevestigde non-profit organisatie die zich bezighoudt met de toekenning van internet-domeinnamen. Wat wordt de volgende stap bij de «mondialisering» van ICANN en wanneer vindt die volgende stap plaats?

Welke initiatieven op het gebied van internet governance zijn in mondiaal verband verder te verwachten? Hoe ziet het krachtenveld eruit, met name ten aanzien van onderwerpen als netneutraliteit, vrijheid van meningsuiting en privacy? De leden van de SP-fractie vernemen tevens graag welke rol landen als China en Rusland daarbij spelen.

II Antwoord / Reactie van de Minister

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda informele Telecomraad welke zal plaatsvinden op 2 en 3 oktober 2014. Wel hebben zij nog enkele vragen. Wat is de aanleiding voor het bijeenroepen van de informele telecomraad op 2 en 3 oktober? Wat is de reden dat deze informele raad op korte termijn moet plaatsvinden? Welke vervolgstappen verwacht de Minister na deze informele telecomraad? Verwacht de Minister dat er uitkomsten uit deze informele raad komen die in een formele raad besloten gaan worden? Zo ja, op welke termijn?

De Informele Telecomraad van 2 en 3 oktober is een follow-up van de informele lunchdiscussie tijdens de Telecomraad van 6 juni jl. over internet governance. Op die bijeenkomst heeft Italië toegezegd het debat over internet governance te zullen opvolgen onder haar EU-voorzitterschap. Dat gebeurt nu met het bijeenroepen van deze informele bijeenkomst, waar nieuwe ontwikkelingen in het internationale debat over internet governance zullen worden besproken, met name wat betreft de transitie van het toezicht van de Amerikaanse overheid op de besturing van het internet, alsmede de toekomst van het mondiale Internet Governance Forum. Het Italiaanse voorzitterschap heeft aangegeven een eenduidig Europees standpunt met betrekking tot deze onderwerpen te willen bereiken, met het oog op de Telecomraad van 27 november en toekomstige internationale debatten over internet governance.

In de geannoteerde agenda wordt stilgestaan bij de transitie van het toezicht van de Amerikaanse overheid op de besturing van het internet naar de internationale gemeenschap. Deze leden begrijpen dat de Minister actieve betrokkenheid van de EU (in casu de Europese Commissie) in het transitieproces steunt. Wel vragen zij hoe de Europese Commissie tot een standpuntbepaling komt? Worden de nationale overheden hierbij geconsulteerd? En wat zullen de grootste veranderingen zijn in de manier van toezicht houden door een overheid zonder dat sprake is van overheidsinmenging? Komt er een vrijwillige gedragscode met een geschillencommissie? Of zal het internationale toezicht een dwingender karakter kennen? Zou de Minister kunnen concretiseren. Hoe gaat het toezicht op de werking van het internet door de internationale gemeenschap eruit zien? Kan de Minister dit nader concretiseren? Welke rol is Nederland voornemens op zich te nemen in dit internationale toezicht?

Op de vraag hoe het toezicht op de werking van het internet door de internationale gemeenschap eruit zal gaan zien en welke rol de overheden daarbij vervullen, kan nu nog geen antwoord gegeven worden. De redenen daarvoor zijn de volgende: de opdracht om met een voorstel voor een nieuw toezichtsarrangement te komen ligt bij de IANA1 Transitie Coördinatie Group (ITCG) die in het leven is geroepen door Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN). De ITCG is een werkgroep van ca. 30 personen die een multistakeholder-afspiegeling is van de internationale internetgemeenschap en belanghebbenden bij de transitie. Vanuit overheden zijn vijf leden geselecteerd, die regionale diversiteit weerspiegelen. Voor de regio Europa is dat een ambtenaar van de Europese Commissie. De groep is in juni 2014 samengesteld en heeft procesafspraken gemaakt. Er is een oproep gedaan aan de internationale internetgemeenschap om met voorstellen te komen. Tussen medio januari en maart 2015 zal de groep deze voorstellen in overweging nemen en daaruit een voorstel maken. Gezien dit tijdpad is nu dus nog geen uitsluitsel te geven over de wijze waarop het toezicht op de werking van het internet door de internationale gemeenschap eruit zal gaan zien.

De randvoorwaarden die de Amerikaanse overheid stelt aan een nieuw voorstel vormen wel een concreet kader en bepalen welke richting het zal opgaan. Die voorwaarden zijn: het toezicht moet het multistakeholdermodel, zoals gangbaar is binnen het internet, ondersteunen en versterken, het toezicht moet de veiligheid, stabiliteit en veerkracht van het internet handhaven, moet tegemoetkomen aan de behoeften en verwachtingen van de wereldwijde afnemers van haar diensten en de openheid van het internet behouden. Voorts accepteert de Amerikaanse overheid geen voorstel dat haar toezicht vervangt door een toezicht dat geleid wordt door overheden of intergouvernementele organisaties. Deze uitgangspunten worden door de Nederlandse overheid gedeeld.

Over de vraag hoe de Europese Commissie tot een standpuntbepaling komt en of de nationale overheden geconsulteerd worden het volgende. De keuze van de deelname van de Europese Commissie in de ITCG is een pragmatische, gezien het feit dat deelname beperkt is tot één deelnemer per regio. De Europese Commissie heeft daarbij geen formele bevoegdheid om namens de EU te spreken en de rol van de deelnemer moet gezien worden als een liaisonfunctie. De Europese Commissie heeft toegezegd ideeën en eventuele zorgen en bezwaren vanuit lidstaten via dit werkgroeplid vroeg in het proces in te brengen. Op welke wijze de EU zelf tot een (officieel) standpunt komt, is nog onderwerp van debat. Nederland streeft er naar dat de EU daarbij zoveel mogelijk met een stem spreekt.

Voor wat betreft de vraag welke rol Nederland wil opnemen in het toezicht het volgende. Nederland is niet voornemens om een operationele rol in het internationale toezicht op zich te nemen. Gezien de complexe natuur van het internationale toezicht ligt het niet voor de hand dat ieder individueel land in de wereld een toezichtstaak op zich neemt. Voor Nederland is het van belang dat aan de randvoorwaarden wordt voldaan zoals in de geannoteerde agenda geformuleerd.

Ten aanzien van de rol van de Commissie en de lidstaten in het mondiale internet governance-debat onderschrijven de leden van de VVD-fractie de slotverklaring van de in april jongsleden gehouden mondiale multistakeholder internetconferentie voor een open, vrij, veilig, stabiel en innovatief internet. Verder lezen zij dat Nederland hecht aan het op Europees niveau regelen van internet-gerelateerde onderwerpen zoals netneutraliteit en privacy. Deze leden ondersteunen ook dit punt maar zij vragen wel waarom Nederland niet vuriger pleit voor veiligheid en vertrouwen in het internet? Graag een toelichting.

Nederland is in het internationale debat over internet governance altijd een sterk pleitbezorger geweest voor een veilig en vertrouwd internet en zal zich ook in de toekomst daarvoor inzetten. Het belang van een veilig en vertrouwd internet heeft het kabinet onder meer verwoord in de middellangetermijnvisie op telecommunicatie, media en internet (Kamerstuk 26 643, nr. 300) en de nationale cyber security strategie 2 (Kamerstuk 26 643, nr. 291).

Hoe schat de Minister de kansen in dat er binnen de Europese Unie een meerderheid komt voor netneutraliteit? Klopt het dat de triloog hierover stil ligt totdat de nieuwe Europese Commissie is geïnstalleerd? Bestaat er een kans dat de nieuwe Europese Commissie de voorgestelde verordening terugneemt vanwege de vele wijzigingen die door het Europees parlement zijn aangebracht? Graag een analyse en beschouwing van de Minister op dit punt.

De onderhandelingen tussen de lidstaten zijn nog gaande. Er is steun voor een Europese regeling van netneutraliteit, maar minder gedetailleerd dan door de Europese Commissie en het Europees parlement wordt voorgesteld. De meeste lidstaten willen meer flexibiliteit, zodat toezichthouders beter in kunnen spelen op ontwikkelingen. De onderhandelingen tussen de Raad, het Europees parlement en de Europese Commissie zullen beginnen als de positie van de Raad duidelijker is geworden.

Een aantal lidstaten prefereert een meer omvattende evaluatie van de huidige Europese telecomregels. De Europese Commissie heeft steeds aangedrongen op een snelle behandeling van de ontwerpverordening interne telecommarkt en daarbij aangegeven dat aanpassingen acceptabel zijn, maar dat een aantal hoofdonderwerpen (spectrum, roaming, netneutraliteit en consumentenbescherming) gehandhaafd moet worden.

Gaat de Minister tijdens het informele overleg benadrukken dat veiligheid op internet belangrijk is voor het vertrouwen voor consumenten en ondernemers? Volgens deze leden is een veilige internetomgeving cruciaal voor de ontwikkeling van de digitale economie. Onderschrijft de Minister dit standpunt? En is Nederland bereid een voortrekkersrol in de EU te spelen in de verdere ontwikkeling van een veilige digitale economie? Zijn er bij de Minister signalen bekend van lidstaten die naar het Nederlandse voorbeeld kijken en hier van willen leren?

Het kabinet onderschrijft het standpunt dat een veilige internetomgeving cruciaal is voor de ontwikkeling van de digitale economie. Dit is onder meer verwoord in de middellangetermijnvisie op telecommunicatie, media en internet (Kamerstuk 26 643, nr. 300) en de nationale cyber security strategie 2 (Kamerstuk 26 643, nr. 291). Nederland loopt in de EU voorop bij de bevordering van cyber security. Dit uit zich onder meer in het bestaan van een nationaal cyber security centrum, nationale responsstructuren, privaat-publieke participatie en voorlichtingscampagnes. Diverse lidstaten zien het Nederlandse model als voorbeeld. Met deze lidstaten werkt Nederland samen.

Inzake de toekomst van het mondiale Internet Governance Forum ondersteunen de leden van de VVD-fractie een verlenging van het mandaat van het Internet Governance Forum. Aan welke verlengingsperiode van verlenging denkt de Minister? Hoe hoog acht de Minister de kans dat er geen verlenging van het mandaat komt? Welke landen verzetten zich in VN-verband tegen een verlenging? Stel dat er geen verlenging van het mandaat komt, wat gebeurt er dan? Ontstaat er dan een juridisch vacuüm?

Als pleitbezorger van het multistakeholder overlegmodel dat het mondiale Internet Governance Forum (IGF) kenmerkt, steunt Nederland een verlenging van het mandaat van het IGF. Nederland geeft daarbij de voorkeur aan een mandaatstermijn van tien jaar. Nu wordt elke twee tot drie jaar de discussie over het al dan niet verlengen van het mandaat weer opgestart. Dit leidt tot onzekerheid over het IGF en geeft het niet de ruimte om activiteiten tot volle wasdom te laten komen. Een termijn van tien jaar geeft het IGF een meer structurele basis. De Algemene Vergadering van de VN zal volgend jaar moeten besluiten over de verlenging van het mandaat van het IGF. Daarvoor is een gewone meerderheid van stemmen nodig. De verwachting is dat het mandaat van het IGF verlengd zal worden. Tot nu toe heeft Rusland als enig land zich openlijk kritisch opgesteld jegens het IGF, omdat dit land een multilaterale aanpak van internet governance in het kader van de Internationale Telecommunicatie Unie (ITU) voorstaat. Ook China lijkt te willen kiezen voor een intergouvernementele benadering van internet governance. De Westerse landen zullen naar verwachting unaniem voor een vernieuwing van het mandaat zijn.

Deze leden hebben begrepen dat de VS een minder centrale rol wil gaan spelen in Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN). Hoe denkt de Minister dat deze discussie zal gaan verlopen? Welk land of welke stakeholders zullen de rol van de VS overnemen? En zijn er bij de Minister signalen bekend dat bepaalde landen zoals Rusland en China kritisch tegenover ICANN staan?

Het lijkt uitgesloten dat bepaalde overheden of specifieke belanghebbenden een dominante positie zullen verwerven in het nieuwe toezicht. Dit risico wordt beperkt door twee aspecten. Ten eerste kent de groep die met een nieuw voorstel moet komen, de ITCG, een brede en gebalanceerde vertegenwoordiging van belanghebbenden uit de wereldwijde internetgemeenschap inclusief overheden. Ten tweede accepteert de Amerikaanse overheid geen voorstel dat geleid wordt door overheden of intergouvernementele organisaties.

Het is mij bekend dat Rusland en China kritisch staan tegenover ICANN. De reden daarvan is dat deze landen bij uitstek vinden dat het beheer van het internet beter intergouvernementeel geregeld zou moeten worden via de VN en haar instituties zoals de ITU. Dat denkbeeld verhoudt zich slecht met de zelforganisatie en multistakeholder-werkwijze binnen de private organisatie ICANN, die o.a. door Nederland worden voorgestaan.

Kan de Minister toelichten of er nog andere initiatieven te verwachten zijn op het gebied van internet governance? Hoe is het mondiale krachtenveld ten aanzien van bepaalde onderwerpen zoals netneutraliteit, vrijheid van meningsuiting en privacy? Welke rol spelen landen als de VS, China en Rusland hierin en wat is de reactie hierop van de EU en Nederland?

Het internationale debat over internet governance wordt gekenmerkt door een grote (informele) dynamiek. Het gaat daarbij vooral om de initiatieven die genoemd zijn in mijn brief aan uw Kamer over de geannoteerde agenda van de Informele Telecomraad. Nederland profileert zich in het internationale debat als een partner gericht op een open, vrij, veilig en stabiel internet. Nederland heeft door initiatieven als de wet op netneutraliteit en het in samenwerking met de VS opzetten van de Freedom Online Coalitie zeker ook een sterk profiel als pleitbezorger voor het vrije en open karakter van het internet. Waar Nederland – en landen als Chili, Slovenië en Brazilië- een besluit heeft genomen over haar positie op netneutraliteit, zijn veel landen, inclusief de VS, nog niet overtuigd van nut en noodzaak. De internationale discussie loopt dus nog. Voor wat betreft de bescherming van burgerlijke grondrechten, zoals vrijheid van meningsuiting en privacy, geldt dat landen in de regel hun nationale profiel op deze onderwerpen vertalen naar het internationale.

In het verslag van de Telecomraad gehouden op 6 juni 2014 geeft de Minister aan dat vooral de samenwerking op het operationele vlak bij de Richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging een discussiepunt is. Wat zijn de grootste uitdagingen in deze discussie? Wordt hierbij ook nadrukkelijk aandacht besteed aan bereikbaarheid in grensgebieden?

Het voornaamste punt van discussie is de mate van verplichting bij operationele samenwerking. Nederland is hier geen voorstander van. Een groep lidstaten wil wel een verdergaande mate van verplichte operationele samenwerking.

Bereikbaarheid in grensgebieden valt niet onder het toepassingsgebied van de Ontwerprichtlijn netwerk- en informatiebeveiliging.

Onlangs in een hoorzitting in de Tweede Kamer over de bereikbaarheid van 112 in grensgebieden bleek dat vooral in verschillende grensgebieden de bereikbaarheid slecht was. Verschillende telecommunicatiebedrijven gaven aan dat dit te maken heeft met het «zwakker» zetten van hun masten om te voorkomen dat zij met hun signaal over de grens interfereren. Wat is de Nederlandse inzet? Wordt een dergelijke operationele samenwerking als een overheidstaak of als een samenwerking door private partijen gezien? Indien dit geen onderwerp van discussie is, dan ontvangen deze leden graag een toelichting van de Minister hierop.

Wat betreft het zo goed als mogelijk dekking bieden in de grensregio’s met Nederlandse netwerken maakt de Nederlandse overheid internationale afspraken met buitenlandse overheden in de omliggende buurlanden om ervoor te zorgen dat operators aan beide zijden van de grens evenveel toegang tot het spectrum hebben en dus evenveel mogelijkheden hebben om dekking te bieden. Zonder deze afspraken zouden de netwerken met vol vermogen mogen uitzenden, wat ongewenste interferentie tot gevolg kan hebben. Bij de operators ligt de verantwoordelijkheid om hun netwerk zo goed mogelijk in te richten en te laten functioneren. Overigens kunnen de operators afwijken van de internationale afspraken als zij hierover overeenstemming kunnen bereiken met de operators in België en Duitsland om zo storingen over en weer te voorkomen of om juist beter bereik op bepaalde plekken te krijgen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Telecomraad op 2 en 3 oktober 2014. Zij hebben daarover de volgende vragen. Deze informele telecomraad op 2 en 3 oktober is in een laat stadium door het Italiaans voorzitterschap uitgeschreven. Wat was de reden voor het Italiaanse voorzitterschap om deze raad op deze korte termijn in te lassen? Dit wordt namelijk uit de geannoteerde agenda niet duidelijk, noch de aanleiding, de stand van zaken van de discussie en/of een vooruitblik op toekomstige stappen en besluitvorming. Deze leden willen graag weten wat de aanleiding is voor het bijeenroepen van de informele telecomraad op 2 en 3 oktober.

Ik verwijs u naar het antwoord op de vraag van de VVD-fractie hierover.

Op de agenda staat een bespreking van de EU-inzet bij de mondiale besprekingen over internet governance. Het voorzitterschap wil dit onderwerp nogmaals agenderen bij de formele telecomraad, die op 27 november gehouden zal worden in Brussel. De leden van de SP-fractie vernemen graag van de Minister hoe de coördinatie van standpunten, die over deze onderwerpen plaatsvindt in EU-verband, zich verhoudt tot de posities die individuele lidstaten innemen in VN-verband.

Met de coördinatie van standpunten in EU-verband ten aanzien van bijvoorbeeld internet governance onderwerpen wordt beoogd een eenduidige Europese positie te bereiken ten behoeve van internationaal overleg. Individuele lidstaten worden geacht daarmee rekening te houden bij hun positiebepaling, om zodoende in VN-verband één Europees geluid te kunnen laten horen. Dat geldt bijvoorbeeld voor het uitdragen en verdedigen van de internetprincipes van NETmundial waar Nederland samen met de andere lidstaten en de Europese Commissie eensgezind zal optrekken.

De mondiale discussie over internet governance betreft in de eerste plaats de positie van ICANN, de in de VS gevestigde non-profit organisatie die zich bezighoudt met de toekenning van internet-domeinnamen. Wat wordt de volgende stap bij de «mondialisering» van ICANN en wanneer vindt die volgende stap plaats?

De stap om het toezicht van de Amerikaanse overheid op de besturing van het internet over te dragen naar de internationale internetgemeenschap is een concrete stap bij de globalisering van de activiteiten van ICANN.

De volgende stap is het verbeteren van de verantwoordingsstructuur binnen ICANN (accountability). Als de rol van de VS vervalt c.q. afneemt bij het toezicht op het internetbeheer is er des te meer druk op het publieke belang en is de vraag wie ICANN tot de orde kan roepen als daartegen wordt gehandeld.

Daarom is Nederland voorstander van de volgende maatregelen

  • het aanscherpen van de reguliere audits (accountability reviews). Deze moeten extern en onafhankelijk uitgevoerd worden en de aanbevelingen moeten bindend zijn.

  • versterking van de rol van het adviserend overheidscomité binnen ICANN; de Governmental Advisory Committee (GAC).

  • Mocht ICANN een grotere rol verkrijgen binnen het nieuwe toezichtsarrangement dan is een striktere (organisatorische) scheiding nodig van beleids-, uitvoerings- en toezichtstaken.

Welke initiatieven op het gebied van internet governance zijn in mondiaal verband verder te verwachten? Hoe ziet het krachtenveld eruit, met name ten aanzien van onderwerpen als netneutraliteit, vrijheid van meningsuiting en privacy? De leden van de SP-fractie vernemen tevens graag welke rol landen als China en Rusland daarbij spelen.

Ik verwijs u naar het antwoord op de vraag van de VVD-fractie hierover.

III Volledige agenda

Aanbieding van de geannoteerde agenda van de informele Telecomraad die op 2 en 3 oktober a.s. zal plaatsvinden in Milaan

Brief regering – Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp – 22 september 2014

– Kamerstuk 21 501-33, nr. 501

Antwoorden op vragen van de commissie over de Telecomraad van 6 juni 2014

Brief regering – Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp – 4 juni 2014

– Kamerstuk 21 501-33, nr. 488

Aanbieding van het verslag van de Telecomraad van 6 juni 2014

Brief regering – Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp – 20 juni 2014

– Kamerstuk 21 501-33, nr. 492

Naar boven