20 361 Suriname

Nr. 171 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juni 2017

Graag bied ik u hierbij de reactie aan, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 9 september 2015 inzake de Twinningfaciliteit Suriname-Nederland en een overzicht van instrumenten voor economische samenwerking.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Op 9 september 2015 vond een Algemeen Overleg plaats over Suriname (Kamerstuk 20 361, nr. 169). Tijdens dat overleg is toegezegd uw Kamer te informeren over de evaluatie van de Twinningfaciliteit Suriname-Nederland (2013–2016). Tevens is toegezegd in dezelfde brief een overzicht te geven van de instrumenten die beschikbaar zijn voor het versterken van de economische relatie met Suriname.

Twinningfaciliteit Suriname-Nederland

In 2008 lanceerde het kabinet de Twinningfaciliteit Suriname-Nederland: een subsidiefonds om de samenwerking tussen maatschappelijke organisaties uit Nederland en Suriname te bevorderen. Het initiatief kwam voort uit de wens van Nederland om – na het aflopen van de hulprelatie met Suriname – een nieuwe invulling te geven aan de onderlinge band. De overheid doet waar mogelijk een stap terug, maar blijft wel samenwerking, uitwisseling van contacten en kennis tussen beide samenlevingen faciliteren. De eerste Twinningfaciliteit, die een looptijd kende van 2008–2012, had een totaalbudget van EUR 11,7 miljoen. De faciliteit werd in 2011–2012 geëvalueerd door de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB)1.

In 2013 is de tweede Twinningfaciliteit gestart. Ook de tweede faciliteit had als doel het maatschappelijk middenveld in Suriname te versterken en de sociale banden tussen Nederland en Suriname te bevorderen. Gelet op de bevindingen van de IOB-evaluatie werd de tweede Twinningfaciliteit beperkt tot projecten in de sectoren onderwijs en opleiding, zorg en welzijn, en taal en cultuur. Het beschikbare subsidiebedrag bedroeg EUR 6,5 miljoen. In totaal zijn 47 projecten gefinancierd.

Evaluatie

Ook de tweede Twinningfaciliteit is geëvalueerd. Deze evaluatie is uitgevoerd door MDF Training & Consultancy en is als bijlage bijgevoegd2. MDF concludeert dat Twinning II heeft bijgedragen aan de door het kabinet gewenste vermaatschappelijking van de relatie met Suriname. Twinning II is een goed instrument geweest om het Surinaamse maatschappelijk middenveld te versterken. De meeste projecten kenden een grote component van kennisvermeerdering en kennisoverdracht. MDF stelt vast dat zowel de Surinaamse als de Nederlandse partners baat hebben gehad bij de Twinningprojecten, onder andere in de vorm van capaciteitsversterking, uitbreiding van hun netwerk en kennisopbouw.

Voorts constateert MDF dat de ervaring die is opgedaan met Twinning I heeft geleid tot een verbeterde uitvoering van Twinning II. MDF stelt vast dat het goed is geweest dat er bij Twinning II een grotere variatie was in de omvang van de projecten, waarbij het maximale aangevraagde bedrag EUR 200.000 was. Hierdoor is voorkomen dat te grote projecten de lokale vraag zouden overtreffen. Dat Twinning II zich heeft beperkt tot de sectoren onderwijs en opleiding, zorg en welzijn en taal en cultuur heeft ook geleid tot meer focus (de sectoren sport, milieu en toerisme uit de eerste Twinningfaciliteit waren vervallen naar aanleiding van de IOB-evaluatie). Bovendien heeft een betere selectie van partnerschappen en een betere begeleiding van de projecten door de Uitvoeringsorganisatie Twinningfaciliteit Suriname Nederland (UTSN) de projecten duurzamer gemaakt. MDF concludeert dat al deze aanpassingen in de uitvoering een positief effect hebben gehad op de resultaten van de faciliteit.

Vervolg Twinningfaciliteit

Mede in het licht van de positieve uitkomst van de evaluatie heeft het kabinet besloten een bedrag van EUR 6,5 miljoen ter beschikking te stellen voor een derde Twinningfaciliteit, voor de periode 2017–2020. Het kabinet deelt de conclusie van MDF dat het beleidskader met de daarin genoemde doelstellingen, de keuze voor sectoren en de verdeling tussen grote en kleine projecten nagenoeg ongewijzigd kan blijven. De evaluatie geeft enkele waardevolle aanbevelingen voor de toekomst, ten aanzien van onder andere financieel beheer, het aantal aanvraagrondes en de duurzaamheid van projecten. Deze aanbevelingen worden meegenomen in de opstelling van het beleidskader voor de derde Twinningfaciliteit.

Economische instrumenten Suriname

Het Nederlands bedrijfsleven heeft van oudsher een sterke economische positie in Suriname. Nederland behoort tot de drie grootste handelspartners van Suriname. Nederlandse ondernemers die in Suriname willen ondernemen kunnen gebruik maken van de volgende door de Nederlandse overheid beschikbaar gestelde ondersteuning:

  • 1) Contacten en netwerk: er kan bijvoorbeeld een scan worden uitgevoerd om een ondernemer in contact te brengen met potentiële zakenpartners in Suriname. Ook kan een ondernemer deelnemen aan een handelsmissie.

  • 2) Kennis en informatie: een voorbeeld is de brochure «Zakendoen in Suriname» van de Nederlandse overheid. Deze geeft inzicht in de voornaamste sectoren, het ondernemersklimaat en de lokale wetgeving in Suriname;

  • 3) Financiering: bedrijven kunnen ondersteuning krijgen bij de financiering van internationale activiteiten.

  • 4) Belangenbehartiging: de ambassade helpt ondernemers bij zakelijke problemen, lokale procedures en het tegengaan van oneerlijke concurrentie.

Suriname behoort tot de groep lage en middeninkomenslanden waarvoor diverse op het bedrijfsleven gerichte publiek-private instrumenten bestaan. Voorbeelden van recent voltooide of nog lopende activiteiten zijn onder meer:

  • Er hebben in 2016 bijna vijftig PUM-missies plaatsgevonden (Programma Uitzending Managers), waarbij Nederlandse experts advies gaven aan Surinaamse ondernemers in sectoren als agrofood en ICT, horeca en het bankwezen;

  • De oprichting van de «Suriname Hospitality and Tourism Association» is tot stand gekomen met ondersteuning van het Centrum tot Bevordering van de Import uit Ontwikkelingslanden (CBI). Mede hierdoor is de deelname van Suriname aan de Vakantiebeurs in Utrecht dit jaar mogelijk gemaakt;

  • Een intensieve samenwerking is tot stand gekomen tussen de Surinaamse ICT-associatie en GeoBusiness Nederland als gevolg van een samenwerking tussen Kadaster International en zijn Surinaamse counterpart MI-GLIS;

  • In 2015 voerde MVO-Nederland een MVO-country scan uit van Suriname; de Algemene Nederlandse Vereniging van Reisondernemingen (ANVR) bracht eind 2016 een bezoek aan Suriname ter voorbereiding van een Internationaal MVO-convenant voor toerisme.

In de bijlage3 wordt een overzicht gegeven van alle instrumenten die beschikbaar zijn voor het versterken van de economische relatie met Suriname.


X Noot
1

Deze evaluatie ging uw Kamer op 27 februari 2012 toe (Kamerstuk 20 361, nr. 156).

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven