20 361 Suriname

Nr. 170 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 februari 2016

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 1 februari 2016 inzake openstaande toezeggingen van het Algemeen Overleg Suriname (Kamerstuk 20 361, nr. 169).

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

In deze brief geef ik u de stand van zaken van de toezeggingen voortkomende uit het Algemeen Overleg Suriname d.d. 9 september 2015.

Surinaamse studenten

De toezegging luidde: «De Minister zal nog kijken naar de beperking voor Surinaamse studenten om meer dan 10 uur per week te mogen werken».

In de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken is eind 2015 overeenstemming bereikt over een Europese richtlijn die ook bepalingen bevat over het aantal te werken uren door buitenlandse studenten. Wanneer de tekst van deze richtlijn definitief is, zal de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kader van de implementatie van de richtlijn het Nederlandse criterium vaststellen. Er is een gerede kans dat daarmee het aantal toegestane te werken uren door buitenlandse studenten meer wordt.

Daarnaast verwijs ik met betrekking tot werken door studenten als zelfstandige door naar de Kamerbrief van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, d.d. 16 juni 2015 (Kamerstuk 29 861, nr. 38), betreffende de reactie van het kabinet op het advies van de SER over arbeidsmigratie: «Ook wil het kabinet studenten van buiten de EU de mogelijkheid geven om naast hun studie activiteiten als ondernemer te ontplooien. Het kabinet wil studenten stimuleren in innovatieve start-ups deel te nemen. Bij de uitwerking hiervan borgt het kabinet dat de ondernemersactiviteiten niet leiden tot studievertraging. Bij de handhaving zal goed gelet worden op eventuele schijnconstructies. Ook deze regeling wordt na drie jaar geëvalueerd».

Evaluatie Twinningfaciliteit 2013–2016

De toezegging luidde: De Minister zal alle instrumenten voor economische samenwerking Nederland-Suriname in kaart brengen en de Kamer hierover informeren in de brief over de evaluatie van de Twinningfaciliteit.

De Twinningfaciliteit Suriname-Nederland loopt van 2013 tot 31 december 2016. De regering zal zo spoedig mogelijk na het aflopen van de Twinningfaciliteit een review uitvoeren naar de resultaten van de faciliteit. Het parlement zal daarover geinformeerd worden per brief. In deze brief worden tevens alle instrumenten voor economische samenwerking meegenomen.

Naar boven