19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2387 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 mei 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid heeft op 11 april jl. in het AO terrorismebestrijding (Kamerstuk 29 754, nr. 445) toegezegd uw Kamer te informeren over het aantal vreemdelingen dat met een vals reisdocument Nederland binnenkomt. Met deze brief informeer ik u daarover. Ik ben daarbij uitgegaan van de valse identiteitsdocumenten die zijn onderkend bij een asielaanvraag.

Zoals ik in eerdere brieven1 aan uw Kamer heb toegelicht, hebben asielzoekers een eigen verantwoordelijkheid in het kunnen aantonen van hun identiteit en nationaliteit. Er zijn omstandigheden waarin het ontbreken van identiteitsdocumenten, dan wel het gebruikmaken van gestolen, valse of vervalste documenten, hen niet kan worden aangerekend. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan een oorlogssituatie in het land van herkomst waarbij het voor de vreemdeling onmogelijk of zeer onverstandig was om op legitieme wijze afgegeven identiteitsdocumenten te verkrijgen. Het overleggen van en vals, vervalst of gestolen paspoort komt vaker voor in de asielprocedure, waarbij het primair gaat om de vraag of iemand bescherming behoeft.

Alle reis-en identiteitsdocumenten die worden aangetroffen of door de asielzoeker worden overgelegd, worden tijdens het Identificatie en Registratie proces (I&R) door de Afdeling Vreemdelingen Identificatie en Mensenhandel (AVIM) van de Politie of de Koninklijke Marechaussee (KMar) ingenomen.

Alle ingenomen reis- en identiteitsdocumenten worden door de KMar gecontroleerd op echtheid en er wordt vastgesteld of de houder van het identiteitsdocument bij het aangeboden document hoort. Ook wordt onder andere gecontroleerd of het documentnummer is geregistreerd in de database Stolen and Lost Travel Documents (SLTD) van Interpol.

Brondocumenten en andere originele asiel-gerelateerde documenten (trouwboekjes etc.) worden ingenomen en overgedragen aan de Immigratie-en Naturalisatiedienst (IND) ten behoeve van de asielprocedure. Deze documenten worden door Bureau Documenten van de IND onderzocht en gecontroleerd op echtheid.

Bovengenoemd onderzoek aan identiteitsdocumenten van asielzoekers wordt uitgevoerd door twee verschillende eenheden van de KMar; het Expertisecentrum Identiteitsfraude en Documenten (ECID) op Schiphol en bureau Falsificaten bij het aanmeldcentrum in Ter Apel (ACTA) en Budel. Uitsluitend bij bureau Falsificaten bij het ACTA wordt bijgehouden hoeveel identiteitsdocumenten zijn onderzocht in het kader van een asielaanvraag. Op de locatie Budel en bij het ECID op Schiphol wordt uitsluitend het aantal geconstateerde documentfraudegevallen geregistreerd.

Gebleken is dat in 2017 bij het ACTA 160, in Budel 70, en bij het ECID 280 gevallen van documentfraude werden geconstateerd. In de periode januari tot en met maart 2018 werden bij het ACTA 60, in Budel 20 en bij het ECID 80 gevallen van documentfraude geconstateerd. Deze cijfers zijn afgerond op tientallen.

Voor het ACTA geldt dat in 2017 in totaal afgerond 7.810 documenten zijn onderzocht. Met 160 geconstateerde fraudegevallen in dat jaar was er dus in 2% van de daar onderzochte documenten sprake van documentfraude. Het aantal onderzochte documenten is niet gelijk aan het aantal personen, omdat niet iedere asielzoeker een identiteitsdocument overlegt en soms meerdere identiteitsdocumenten overgelegd worden.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Kamerstuk 19 637, nr. 2381 en Kamerstukken 19 637 en 29 754, nr. 2366.

Naar boven