Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2016
In mijn brief aan uw Kamer van 27 september jl.1 heb ik aangegeven dat ik zal bezien of het nodig en wenselijk is om de logeerregeling
te continueren, dan wel om deze aan te passen tot een toekomstbestendige regeling.
Mijn ministerie en het COA hebben daartoe samen met het Ministerie van SZW overleg
gevoerd met organisaties voor gastgezinnen2, Vluchtelingenwerk Nederland en de Vereniging Nederlandse Gemeenten.
Volgens de huidige logeerregeling kunnen vergunninghouders die tijdelijk verblijven
bij vrienden of familie hun zakgeld en andere RVA verstrekkingen behouden en een toelage
krijgen die zij desgewenst kunnen gebruiken om de gastheer/gastvrouw tegemoet te komen
in diens (woon)kosten.
De huidige logeerregeling is ingesteld als noodmaatregel voor opvangplekken van het
COA. Deze noodzaak vervalt nu het COA over voldoende opvangplekken beschikt.
Niettemin zie ik het voordeel dat logeren buiten het COA kan hebben voor participatie/integratie.
Sinds de hoge instroom zijn diverse initiatieven ontstaan om een maatschappelijke
bijdrage te leveren. Veel mensen hebben zich aangemeld als gastgezin voor vergunninghouders.
Een vergunninghouder kan eerder participeren/integreren indien hij gaat logeren bij
een gastgezin in de stad of regio waaraan hij is gekoppeld voor definitieve uitplaatsing.
De meeste gastgezinnen bieden niet slechts onderdak maar zullen de vergunninghouder
ook helpen bij het leren van de Nederlandse taal en het wegwijs maken in de Nederlandse
samenleving. Daarnaast zijn er ook vergunninghouders die logeren bij vrienden of familie
in een andere gemeente. Mogelijk zijn deze vrienden of familieleden zelf bezig met
integratie en beheersen zij de Nederlandse
taal beperkt. Het is de vraag of in zulke logeersituaties een meerwaarde ontstaat
voor participatie/integratie ten opzichte van een verblijf op het COA.
Een nieuwe logeerregeling heeft bestaansrecht indien het logeren buiten het COA daadwerkelijk
leidt tot een vergelijkbare of betere participatie/integratie. Ik ga onderzoeken of
een nieuwe logeerregeling en bijhorende aanpak kan worden ontworpen die een dergelijke
meerwaarde biedt op een kosteneffectieve wijze. Hiertoe zal ik wederom samenwerking
zoeken met de genoemde organisaties. Het COA zal een nieuwe aanpak op een beperkt
aantal locaties in de praktijk testen. Ik zal in de tussentijd de huidige logeerregeling
continueren en uw Kamer voor de zomer van 2017 informeren over de uitkomst.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
K.H.D.M. Dijkhoff