19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2271 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2016

In mijn brief aan uw Kamer van 27 september jl.1 heb ik aangegeven dat ik zal bezien of het nodig en wenselijk is om de logeerregeling te continueren, dan wel om deze aan te passen tot een toekomstbestendige regeling.

Mijn ministerie en het COA hebben daartoe samen met het Ministerie van SZW overleg gevoerd met organisaties voor gastgezinnen2, Vluchtelingenwerk Nederland en de Vereniging Nederlandse Gemeenten.

Volgens de huidige logeerregeling kunnen vergunninghouders die tijdelijk verblijven bij vrienden of familie hun zakgeld en andere RVA verstrekkingen behouden en een toelage krijgen die zij desgewenst kunnen gebruiken om de gastheer/gastvrouw tegemoet te komen in diens (woon)kosten.

De huidige logeerregeling is ingesteld als noodmaatregel voor opvangplekken van het COA. Deze noodzaak vervalt nu het COA over voldoende opvangplekken beschikt.

Niettemin zie ik het voordeel dat logeren buiten het COA kan hebben voor participatie/integratie. Sinds de hoge instroom zijn diverse initiatieven ontstaan om een maatschappelijke bijdrage te leveren. Veel mensen hebben zich aangemeld als gastgezin voor vergunninghouders. Een vergunninghouder kan eerder participeren/integreren indien hij gaat logeren bij een gastgezin in de stad of regio waaraan hij is gekoppeld voor definitieve uitplaatsing. De meeste gastgezinnen bieden niet slechts onderdak maar zullen de vergunninghouder ook helpen bij het leren van de Nederlandse taal en het wegwijs maken in de Nederlandse samenleving. Daarnaast zijn er ook vergunninghouders die logeren bij vrienden of familie in een andere gemeente. Mogelijk zijn deze vrienden of familieleden zelf bezig met integratie en beheersen zij de Nederlandse

taal beperkt. Het is de vraag of in zulke logeersituaties een meerwaarde ontstaat voor participatie/integratie ten opzichte van een verblijf op het COA.

Een nieuwe logeerregeling heeft bestaansrecht indien het logeren buiten het COA daadwerkelijk leidt tot een vergelijkbare of betere participatie/integratie. Ik ga onderzoeken of een nieuwe logeerregeling en bijhorende aanpak kan worden ontworpen die een dergelijke meerwaarde biedt op een kosteneffectieve wijze. Hiertoe zal ik wederom samenwerking zoeken met de genoemde organisaties. Het COA zal een nieuwe aanpak op een beperkt aantal locaties in de praktijk testen. Ik zal in de tussentijd de huidige logeerregeling continueren en uw Kamer voor de zomer van 2017 informeren over de uitkomst.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven