19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2267 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2016

Naar aanleiding van het verzoek d.d. 7 december 2016 van het lid Sjoersdma (D66), om een brief te mogen ontvangen met mijn reactie op het bericht dat lokale fracties van D66, Groenlinks, SP, ChristenUnie en de PvdA gezamenlijk hun steun uitspreken voor een continuering van de bed, bad, brood financiering (Handelingen II 2016/17, nr. 32, Regeling van werkzaamheden), bericht ik uw Kamer als volgt.

De financiële tegemoetkoming voor de gemeentelijke bed, bad, broodvoorzieningen is nooit structureel aan gemeenten toegezegd. De tegemoetkoming was in eerste instantie ontstaan vanwege een tijdelijke ordemaatregel van de Centrale Raad voor Beroep en na het vervallen hiervan heb ik die in stand gehouden zolang de onderhandelingen liepen. Nu zowel deze verplichting is vervallen als een akkoord over de lokale vreemdelingenvoorzieningen (LVV) niet binnen bereik ligt, zie ik geen reden om financieel tegemoet te blijven komen aan voorzieningen die door de rechter als buitenwettelijk begunstigend beleid zijn beoordeeld en die mijns inziens onvoldoende bijdrage leveren aan de beleidsdoelstelling om het vertrekbeleid te versterken.

Ik zie me hierin gesterkt door het feit dat het amendement dat het lid Voordewind (CU) cs. had ingediend in het kader van de behandeling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie is verworpen door uw Kamer. Dat amendement had tot doel om de voor de LVV gereserveerde gelden tijdelijk aan te wenden voor de bed, bad, broodregeling en begeleiding voor de centrumgemeenten die uitgeprocedeerden opvangen, totdat er alsnog een overeenstemming is over de LVV1.

Voor zover er vanuit gemeenten wordt opgeroepen om de besprekingen over een akkoord te hervatten, wil ik daarnaast het volgende opmerken. De onderhandelingen over het beoogde LVV-akkoord heb ik afgelopen anderhalf jaar steeds gevoerd met een delegatie van bestuurders die werd geleid door (de voorzitter van de commissie Asiel van) de VNG.

De VNG heeft mij sinds 21 november jl niet benaderd voor hervatting van de gesprekken over het beoogde akkoord. Dat vind ik overigens begrijpelijk, want het overleg is niet voor niets gestaakt – er is een fundamenteel verschil van mening over het in stand houden van de gemeentelijke bed bad en broodvoorzieningen. Het zou vreemd zijn als hierover na een lange periode van onderhandelingen plotseling nieuwe inzichten zijn ontstaan. In het bericht namens de lokale fracties tref ik deze nieuwe inzichten ook niet aan. Zoals eerder gemeld, ben ik graag bereid om de onderhandelingen te hervatten zodra gemeenten bereid zijn om hun eigen bed bad en broodvoorzieningen te sluiten wanneer de LVV operationeel zijn. Daarnaast heb ik uw Kamer op 1 december jl. aangegeven na de jaarwisseling weer contact te zullen zoeken met de delegatieleider van de VNG om te verkennen of nieuw overleg zinvol is.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Kamerstuk 34 550 VI, nr. 20.

Naar boven