Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 november 2016
Naar aanleiding van het verzoek van uw Kamer tijdens de regeling van werkzaamheden
van 27 oktober jl. (Handelingen II 2016/2017, nr. 15, item 8), informeer ik u hierbij over het verloop van de ontruiming van het illegale migrantenkamp
in Calais eind oktober en over mijn contacten met de Franse overheid dienaangaande.
Tevens beantwoord ik de door lid Gesthuizen tijdens het VAO van 1 november jl. (Handelingen
II 2016/2017, nr. 16, item 22) gestelde vraag over mogelijk in Nederland aangetroffen kinderen uit Calais.
In de laatste week van oktober is het migrantenkamp in Calais conform het op 26 september
jl. door de Franse president aangekondigde stappenplan ontruimd. Daarbij is door de
Franse autoriteiten ingezet op het inventariseren van de benodigde opvangcapaciteit,
op het ontmantelen van mensensmokkelnetwerken rond het kamp in Calais en op de terugkeer
van uitgeprocedeerde asielzoekers en Dublinoverdrachten. De Franse overheid heeft
verspreid over het land extra opvangplekken gecreëerd, met daarbij speciale aandacht
voor kwetsbare groepen, zoals minderjarigen.
Er is de afgelopen weken meermaals contact geweest met de Franse autoriteiten in het
kader van de ontruiming van Calais. Hieraan kan worden ontleend dat de Franse autoriteiten
dit omvangrijke proces consciëntieus hebben aangepakt, conform het stappenplan. Wat
betreft de minderjarigen die na de ontruiming op de plek van het kamp gesignaleerd
werden, hebben de Franse autoriteiten bevestigd dat alle amv’s opgevangen zijn en naar een speciaal opvangcentrum zijn gebracht teneinde asiel aan te vragen.
Daar zullen ook alle bestaande en nieuwe aanvragen van amv’s voor gezinshereniging
in het Verenigd Koninkrijk in behandeling worden genomen.
Tijdens de JBZ-Raad van 13 oktober jl. (Kamerstuk 32 317, nr. 446) heb ik de ontruiming in Calais op verzoek van uw Kamer ook besproken met de Franse
Minister van Binnenlandse Zaken. Hij gaf aan dat Frankrijk de hele ontruiming zo zorgvuldig
mogelijk heeft voorbereid en zou uitvoeren, met speciale aandacht voor amv’s. Ik heb
te kennen gegeven welke zorgen er in uw Kamer leven omtrent het welbevinden van kwetsbare
migranten zoals amv’s. Ook heb ik benadrukt dit als een kwestie van de Franse overheid
te beschouwen en waardering te hebben voor de manier waarop de Fransen dit complexe
proces hebben aangepakt en openheid van zaken hebben gegeven.
Wat betreft de vraag van lid Gesthuizen tijdens het VAO asiel- en vreemdelingenbeleid (Handelingen II 2016/2017, nr. 16, item 22) over in Nederland aangetroffen kinderen met een mogelijke link naar de ontruiming
in Calais, en de kwestie of zij in Nederland criminele activiteiten ontplooiden, kan
ik u het volgende meedelen. Op het moment van schrijven van deze brief heb ik niet
voldoende aanleiding om te kunnen bevestigen dat kinderen afkomstig uit het migrantenkamp
in Calais in Nederland criminele activiteiten hebben ontplooid. Er zijn signalen dat
er een klein groepje migranten recentelijk vanuit Calais naar Nederland is gereisd.
Deze signalen worden op de gebruikelijke wijze onderzocht.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
K.H.D.M. Dijkhoff