Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 september 2015
Hierbij stuur ik u de schatting van het aantal illegaal in Nederland verblijvende
vreemdelingen in de periode medio 2012 tot medio 20131. Uit dit onderzoek en de – tevens bijgevoegde – reactie van het Wetenschappelijk
Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) op de gebruikte methode en technieken, wordt
duidelijk dat het schatten van de omvang van een dergelijke onzichtbare groep moeilijk
is.
Het aantal illegaal verblijvende vreemdelingen in Nederland kan vanzelfsprekend niet
worden geteld. Sinds 2002 maakt het WODC met de zogenaamde «vangst-hervangst» methode
periodiek een schatting van het aantal illegalen in Nederland. De vangst-hervangst
methode is een uit de biologie afkomstige methode welke wordt gebruikt om de omvang
van verborgen populaties te schatten. Deze methode maakt het mogelijk om op basis
van het aantal keer dat illegale vreemdelingen zijn aangehouden, de omvang van de
totale populatie te berekenen. Een evaluatie van methoden voor «verborgen populatie
schattingen» in 2006 liet zien dat alle beschikbare methoden voor een dergelijke schatting
beperkingen kennen.2 Dit geldt ook voor de vangst-hervangst methode. In 2006 is door het WODC gesteld
dat deze methode ondanks deze beperkingen het meest bruikbaar is.
In het nu gepubliceerde rapport is, naast een schatting over de periode medio 2012
– medio 2013, een forse herziening van de schatting over 2009 opgenomen. Voortschrijdend
inzicht maakt duidelijk dat niet alle gegevens die zijn gebruikt in de eerdere schatting
voor 2009, bruikbaar zijn bij de vangst-hervangst methode. Waar de onderzoekers eerder
schatten dat er in 2009 ongeveer 60.000 tot 135.000 illegale vreemdelingen in Nederland
verbleven, komen ze voor die periode nu op een aantal tussen de 20.000 en 65.000 personen.
Voor 2012 tot 2013 komt de schatting uit op 25.000 tot 50.000 illegale vreemdelingen.
Er is dus geen sprake van een sterke daling van het geschatte aantal illegalen ten
opzichte van 2009, wanneer we in acht nemen dat er een bijstelling van de cijfers
uit 2009 op grond van meer toepasselijke data heeft plaatsgevonden. Wanneer we de
cijfers na bijstelling met elkaar vergelijken geeft dit wel een indicatie dat er sinds
2009 sprake is van een licht dalende trend van het aantal illegalen in Nederland.
De bijstelling voor 2009 – in combinatie met de al eerder geconstateerde beperkingen
van de gebruikte methode – maakte dat het WODC de methode nogmaals onder de loep heeft
genomen. Het WODC legde het rapport voor aan onafhankelijke wetenschappers en de statistische
bureaus van enkele (grote) gemeenten. Op basis van deze evaluatie constateert het
WODC dat de gebruikte vangst-hervangst methode wel aantoont dat er sprake is van een
licht dalende trend van het aantal illegalen in Nederland. Gelet op de beperkingen
van de methode kan het WODC echter niet met zekerheid uitspraak doen over het concrete
aantal vreemdelingen dat zonder rechtmatig verblijf in Nederland woonachtig is.
Het bovenstaande geeft aanleiding om het huidige beleid voort te zetten. Dit houdt
in dat de vreemdelingenketen zich bij het tegengaan van illegaal verblijf in de eerste
plaats richt op criminele- en overlastgevende vreemdelingen. De uitvoering van het
beleid vindt hierbij zo veel mogelijk «informatiegestuurd» en in samenwerking met
partners binnen en buiten de vreemdelingenketen plaats.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff