19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1699 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2013

Op 3 juli jl. heb ik uw Kamer bericht dat een zorgvuldige kabinetsreactie over het afgelopen maandag uitgebrachte ACZV-advies inzake het buitenschuldbeleid niet voor het reces van uw Kamer mogelijk is doch uiterlijk voor ommekomst van de zomer mag worden verwacht (Kamerstuk 19 637, nr. 1696).

Naast genoemd advies zijn in de achterliggende maanden ook andere rapporten en adviezen verschenen over verschillende belangrijke onderwerpen binnen het vreemdelingenbeleid. Daarbij doel ik op de onderwerpen vreemdelingendetentie, grensdetentie, tijdsbesteding van asielzoekers in de opvang en het nareisbeleid. De betreffende onderwerpen zijn in diezelfde periode tevens onderwerp geweest van politiek en maatschappelijk debat en voor een deel van deze onderwerpen heb ik uw Kamer toegezegd voor het zomerreces met een uitgebreide reactie te komen.

Hoewel de onderwerpen deels een uiteenlopend karakter hebben, kennen zij wel een duidelijk verband. Tezamen karakteriseren deze onderwerpen de wijze waarop ik vorm wens te geven aan het uitgangspunt van een restrictief vreemdelingenbeleid dat op humane wijze wordt uitgevoerd binnen de kaders van het regeerakkoord.

Dit onderlinge verband vraagt een zorgvuldige inhoudelijke afstemming van de reacties, waarbij als gezegd eerst deze week het ACZV-advies inzake het buitenschuldbeleid is uitgebracht. Dit maakt dat het niet mogelijk is de reacties op genoemde onderwerpen voor het zomerreces af te ronden, zeker nu bespreking daarvan binnen het kabinet aangewezen is. Ik zal uw Kamer in ieder geval berichten voor Prinsjesdag 2013.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Naar boven