Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 december 2010
Bij brief met kenmerk 27062-64/2010D44417 (d.d. 11 november 2010) verzocht de algemene commissie Immigratie en Asiel mij een reactie te geven op de standpuntverkennende
notitie «Visie op bescherming» die het vorige kabinet aan uw Kamer heeft gezonden (Kamerstukken II, 2009–2010, 19 637, nr. 1314). Deze notitie is op 11 december 2009 aan uw Kamer gezonden ten einde een discussie te entameren over de langere termijn
doelstellingen die Nederland heeft ten aanzien van het asielbeleid, in de context van de ontwikkeling van een Gemeenschappelijk
Europees Asielstelsel (GEAS). Deze discussie heeft niet meer plaatsgevonden, aangezien uw Kamer de bedoelde notitie controversieel
heeft verklaard na het vallen van het vorige kabinet.
Dit kabinet beziet de ontwikkeling van het Nederlands asielbeleid onverminderd in samenhang met de ontwikkeling van het GEAS.
Zoals al is vastgelegd in het Verdrag van Lissabon en het Stockholm Programma (het meerjarenwerkprogramma van de EU op dit
gebied voor de periode 2010–2014) is de ontwikkeling van het GEAS erop gericht dat gelijke gevallen gelijk behandeld worden
door alle lidstaten van de EU met een gelijk resultaat tot gevolg. Deze ontwikkeling moet tot stand worden gebracht door middel
van harmonisatie van wet- en regelgeving én praktische samenwerking.
Wat betreft harmonisatie van wet- en regelgeving zal Nederland voortdurend oog hebben voor de praktische haalbaarheid van
de voorstellen. Met name met het oog op het tegengaan van secundaire stromen van asielzoekers binnen de Europese Unie, is
het van groot belang dat in alle lidstaten asielverzoeken worden behandeld met dezelfde waarborgen, kwaliteit en met dezelfde
rechten voor de asielzoeker, waardoor het voor de uitkomsten van de procedure niet uitmaakt in welke lidstaat een aanvraag
wordt gedaan. Hiertoe is verdergaande harmonisatie nodig, die echter realistisch en praktisch moet zijn. Het is niet nodig,
en zelfs onwenselijk, dat wordt gestreefd naar exact dezelfde wet- en regelgeving in de lidstaten, omdat lidstaten de ruimte
moeten behouden hun eigen systemen, die vaak geworteld zijn in het bestuursrecht, te behouden.
Het is realistisch om te verwachten dat in de ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel de harmonisatie
zich zal concentreren op de definitie van vluchtelingenschap op basis van het Vluchtelingenverdrag en subsidiaire bescherming
op basis van andere internationale verdragen, zoals met name het EVRM. Dit zijn de internationale gronden voor bescherming,
zoals neergelegd in de Kwalificatierichtlijn. Dit kabinet is voornemens hierbij aan te sluiten en zal daarom in lijn met de
visie van het vorige kabinet de wettelijke grondslag van het categoriaal beschermingsbeleid schrappen. Uw Kamer zal hierover
bij een voorstel van wet nader worden geïnformeerd.
Praktische samenwerking, bijvoorbeeld via het Europees Asielondersteuningsbureau (EASO), is van groot belang om de doelstellingen
van het GEAS dichterbij te brengen. Wat Nederland betreft moet de prioriteit worden gelegd bij het delen van informatie over
landen van herkomst (ten einde ook steeds meer dezelfde analyses te maken met betrekking tot toelatingsvraagstukken), het
gezamenlijk opleiden van medewerkers, als ook het ondersteunen van lidstaten die een grote instroom ervaren of van wie de
asielsystemen nog niet optimaal functioneren. Dit kabinet hecht aan een doeltreffende uitvoering van de Dublin Verordening.
Door bilaterale en Europese samenwerking wordt zo veel mogelijk bijgedragen aan het verbeteren van asielstelsels. Voorstellen
die daartoe worden gedaan, zoals bijvoorbeeld het Griekse National Action Plan on the Reform of the Asylum System and on Migration, zullen door Nederland positief benaderd worden.
Dit kabinet hecht eraan dat asielzoekers zo dicht mogelijk bij hun land van herkomst de bescherming kunnen vinden die zij
nodig hebben, en wil hier ook actieve ondersteuning aan blijven bieden. Opvang en bescherming van asielzoekers vindt bij voorkeur
plaats in het land of regio van herkomst, en Nederland wil samenwerken met deze landen, de Europese Unie en UNHCR om hier
invulling aan te geven. Nederland zal het komende half jaar gebruiken om een strategie te bepalen over de inzet op versterking
van vluchtelingenbescherming in regio's van herkomst voor de komende jaren.
Dit kabinet voert een brede Europese agenda ten aanzien van het vreemdelingenbeleid. De ontwikkeling van het GEAS zal dan ook voortdurend in samenhang met dit bredere pakket worden bezien. Uw
Kamer zal hier uiteraard van op de hoogte worden gehouden. Het lijkt mij zinvol om het overleg met uw Kamer daarop te richten.
De minister voor Immigratie en Asiel,
G. B. M. Leers