Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 april 2016
Bij brief van 21 december 2015 is uw Kamer in het kader van de voortgang van de rijksbrede
aanpak van fraude geïnformeerd over het project Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA)1.
Na akkoord van het kabinet eind 2014 om uitvoering te geven aan de businesscase over
deze aanpak is, in januari 2015 het project gestart.
Deze risicogerichte aanpak om de adreskwaliteit te verhogen en adresfraude op te sporen
heeft BZK met meer dan 164 gemeenten en de ministeries van SZW, VenJ, Financiën, OCW
en hun uitvoeringsorganisaties samen ontwikkeld.
In een periode van 12 maanden zijn 12.421 adressen door gemeenten bezocht op basis
van signalen over gerede twijfel aan de juistheid van een adres in de BRP, van verschillende
partijen waaronder de Belastingdienst, SVB, Rijksdienst voor Identiteitsgegevens,
politie en CJIB. Hierbij zijn 4.827 adressen gevonden waarbij ten minste één persoon
verkeerd stond ingeschreven in de BRP. De potentiële fraude die hiermee gepaard gaat
is op dit moment berekend op een bedrag tussen de € 7 mln. en € 14 mln. Voor meer
informatie over de aanpak, de resultaten en de wijze waarop de berekening van de baten
tot stand is gekomen, verwijs ik naar het rapport in de bijlage2.
De samenwerking is een succes en leidt thans kostendekkend tot het verhogen van de
adreskwaliteit en het opsporen van adres- en adresgerelateerde fraude. Hierdoor wordt
de rechtmatigheid van adresgerelateerde regelingen verhoogd en de rijksbrede aanpak
van fraude en het onderliggende gedachtegoed dat fraude niet mag lonen versterkt.
Behalve financiële baten zijn er ook maatschappelijke baten. Deelnemende gemeenten
spreken over de preventieve werking, minder problemen als gevolg van overbewoning
en onderverhuur, het aanpakken van criminele activiteiten en ondermijning van de samenleving
of juist onderkenning van zorg- of hulpverlening.
Het kabinet heeft daarom besloten de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit structureel
te continueren voor de periode 2016 tot en met 2023. Eind 2016 wordt nogmaals de balans
opgemaakt aan de hand van de dan beschikbare informatie over de maatschappelijke en
financiële baten.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk