Antwoord 2
In het interbestuurlijke samenwerkingstraject SWUNG-22 zijn de doelen en uitgangspunten voor de vereenvoudiging en modernisering van de
geluidregels uit de Wet geluidhinder door Rijk, IPO en VNG gezamenlijk vastgesteld.
SWUNG-2 is een beleidswijziging ten opzichte van de huidige wet- en regelgeving en
betreft dus een beleidsrijke wijziging. Eerder was al aangekondigd dat deze wet- en
regelgeving in deze zin zou worden gewijzigd op het moment dat zij in het stelsel
van de Omgevingswet zou worden opgenomen en niet door wijziging van de huidige regelgeving.3 Juist daarom is deze regelgeving geen onderdeel geworden van het hoofdspoor van de
Omgevingswet en AMvB’s, maar ondergebracht in een aanvullingsspoor. De uitwerking
is dus beleidsneutraal ten opzichte van de aan de Kamer medegedeelde beleidsvoornemens
over SWUNG-2. Uiteraard moesten bij de uitwerking nog veel nadere keuzes worden gemaakt.
De Aanvullingswet geluid, het Aanvullingsbesluit geluid en de Aanvullingsregeling
geluid4, die al waren gepubliceerd op het moment dat de motie werd aangenomen, vormen dus
een beleidsneutrale omzetting van de beleidsbrief SWUNG-2. In die beleidsbrief werd
al gesproken over versterking van de wettelijke regeling voor cumulatie op aandringen
van de Tweede Kamer. De Aanvullingswet geluid en het Aanvullingsbesluit geluid hebben
bewust een aparte parlementaire behandeling doorlopen omdat zij geen beleidsarme omzetting
zijn van bestaande regelgeving naar het nieuwe wettelijk stelsel, maar de hierboven
benoemde reeds parlementair besproken beleidsvernieuwing omvatten.
In het licht van de overwegingen van de motie, het debat tijdens het AO Bouwen van
9 december 20205 en de aangehouden motie van het toenmalige Kamerlid Terpstra6 interpreteren de Staatssecretaris en Minister van Infrastructuur en Waterstaat en
ik de motie zo dat deze zich richt op één specifieke, geactualiseerde rekenregel7 die luchtvaartgeluid zwaarder meetelt dan de huidige regel voor de cumulatie van
het geluid van meerdere bronnen. Hieraan liggen actuele inzichten over de mate van
hinderbeleving van luchtvaartgeluid ten grondslag, die in het luchtvaartbeleid al
geruime tijd worden toegepast. De geactualiseerde rekenregel zou – aldus berichten
in de pers – de bouw van woningen in de regio Schiphol belemmeren.
Zoals al eerder gemeld8, ben ik samen met de bewindslieden van Infrastructuur en Waterstaat in overleg met
de bestuurlijke partners om deze problematiek te onderzoeken. Met de Bestuurlijke
Regie Schiphol (BRS), de VNG en het IPO is eind 2020 bestuurlijk afgesproken gezamenlijk
een impactanalyse uit te voeren naar de consequenties van de actualisering van de
rekenregel voor luchtvaartgeluid voor de realisatie van de woningbouwopgave. Om ruimte
te maken voor dit proces is in de Aanvullingsregeling geluid de vigerende rekenregel
opgenomen, in de vorm van overgangsrecht.
De gezamenlijke impactanalyse is afgerond met een briefadvies van de onderzoekers
van 27 augustus 2021. De onderzoekers beschrijven de feiten, risico’s en mogelijke
oplossingsrichtingen. Het is aan het kabinet om daaruit keuzes te maken, na overleg
met de bestuurlijke partijen. Een eerste bestuurlijk overleg is op 17 november jl.
gevoerd. Het overleg met de bestuurlijke partijen wordt voortgezet.
Antwoord 3
De Staatssecretaris van IenW zal, als verantwoordelijk bewindspersoon voor het geluidbeleid,
de impactanalyses zo spoedig mogelijk toezenden aan uw Kamer.
X Noot
2Samen Werken aan de Uitvoering van Nieuw Geluidbeleid.
X Noot
7Artikel 3.25, derde lid, van de Aanvullingsregeling geluid.