32 824 Integratiebeleid

Nr. 189 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 februari 2017

Met deze brief bied ik u het onderzoek aan dat MWM2 in opdracht van DUO heeft uitgevoerd naar het inburgeringsonderwijs1. Dit onderzoek is een aanvulling op het onderzoek onder inburgeraars dat ik u eind 2016 heb toegestuurd. Het onderzoek bestaat uit twee delen. In het kwalitatieve deel zijn interviews gehouden met taaldocenten, vrijwilligers en academici, de uitkomsten zijn gebruikt om de vraagstelling voor het kwantitatieve onderdeel aan te scherpen. Aan het kwantitatieve onderzoek hebben 221 taaldocenten deelgenomen.

Uitkomsten onderzoek MWM2 onder taaldocenten

Het algemene oordeel van docenten over het inburgeringsonderwijs is ruim voldoende, ze beoordelen de inburgeringscursus gemiddeld met een 7,6. Wel wordt een aantal verbeterpunten genoemd waar ik actie op wil ondernemen.

Groepsgrootte lijkt over het algemeen op orde, met gemiddeld 12 cursisten per klas. Gemiddeld krijgt een klas 9 uur per week les. Docenten geven aan dat minder dan 6 uren per week leidt tot een slechte onderwijskwaliteit. Eén op de vier docenten noemt het aantal lesuren wel als knelpunt en één op de vijf docenten noemt de groepsgrootte als knelpunt.

Een aandachtspunt dat verder uit het onderzoek naar voren komt, is het niveauverschil tussen cursisten in de klas. Dit knelpunt kwam ook uit het eerdere onderzoek van MWM2 onder inburgeringsplichtigen naar voren. Uit het voorliggende onderzoek blijkt dat intaketoetsen wel worden afgenomen, maar dat dit niet altijd leidt tot een klassenindeling naar niveau. Wat verder opvalt, is dat docenten niet altijd tevreden zijn over de lesmethode die ze gebruiken. Ook vinden ze de informatievoorziening vanuit Blik op Werk (BoW) niet altijd duidelijk. Tenslotte zou in de les vaker examentraining gegeven kunnen worden (bv omgaan met tijdsdruk) en zijn niet alle docenten bekend met de wetgeving rondom het examenonderdeel ONA.

Aanvullende inzet kabinet

In mijn brief van 11 oktober 2016 (Kamerstuk 32 824, nr. 161) heb ik maatregelen aangekondigd om de informatievoorziening vanuit Blik op Werk te verbeteren. De uitvoering hiervan is in gang gezet. Tevens heb ik aangekondigd dat BoW-aanbieders verplicht worden tot het afnemen van een (verlengde) intake- en studievaardigheidstoets. Dit is inmiddels als eis opgenomen in de handleiding 2017 van BoW. Aanvullend hierop zal ik in gesprek gaan over de mogelijkheden om indeling in klassen van gelijk niveau te borgen. Immers, een intaketoets heeft minder nut als deze niet leidt tot differentiatie naar niveau.

Ook wil ik in gesprek met de beroepsgroep en opleidingsinstellingen over het aantal uren onderwijs, de lesmethoden, examentraining en informatie en bijscholing met betrekking tot de wetgeving. Suggesties uit het kwalitatieve onderzoek zal ik hierbij meenemen. Ik zal de Kamer informeren over de maatregelen die ik naar aanleiding van deze gesprekken zal nemen.

Evaluatie Wet inburgering

Tijdens het Algemeen Overleg van 2 februari jl is gevraagd wanneer de evaluatie van de Wet inburgering 2013 uitgevoerd wordt. Het proces ten aanzien van de wetstechnische evaluatie zal per direct worden opgestart. De uitkomst van deze evaluatie wordt voorzien in het voorjaar van 2018. Parallel daaraan worden alle onderzoeksrapporten van de afgelopen periode naast elkaar gelegd, en wordt bezien of hiermee een compleet beeld verkregen wordt van het functioneren van het inburgeringsstelsel. Dit overzicht kunt u voor de zomer tegemoet zien. Ik heb in mijn brief van 29 januari aangegeven dat er daarnaast in 2017 een cohortonderzoek is gepland naar de mate waarin de WI2013 bijdraagt aan participatie.

Actuele stand van zaken cohort 2013 en verlengingen

In bijlage 12 treft u verder het resultaat aan van cohort 2013 per 1 januari 2017. Het percentage personen dat het examen heeft gehaald of is ontheven, is gestegen naar 60% (54% voldaan, 6% ontheven). In mijn brief van 15 december 2016 heb ik toegezegd u nader te informeren over de ontwikkelingen in het aantal verleende verlengingen van de inburgeringstermijn. Per 1 januari 2017 is de stand voor cohort 2013 als volgt: van degenen die nog inburgeringsplichtig zijn, zijn 1.224 inburgeraars nog niet aan het einde van hun termijn vanwege een verlenging. In de meeste gevallen gaat het hierbij om een verlenging wegens alfabetisering. Bij de overige inburgeringsplichtigen wordt de verwijtbaarheid van de overschrijding van de termijn beoordeeld. Indien na overschrijding van de termijn blijkt dat er sprake is van verwijtbaarheid, wordt een boete opgelegd. In het voorjaar van 2017 zal een completer beeld te geven zijn voor het resultaat van cohort 2013.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven