32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid

C VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 13 mei 2024

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1 had kennisgenomen van de brief2 van 4 maart 2024 over de uitgangspunten voor de cultuursubsidies voor de periode 2025–2028. De fractieleden van de PVV hadden naar aanleiding van de brief nog een enkele vraag.

Naar aanleiding hiervan is op 2 april 2024 een brief gestuurd aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De Staatssecretaris heeft op 10 mei 2024 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Dragstra

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Den Haag, 2 april 2024

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft met belangstelling kennisgenomen van de brief3 van 4 maart 2024 over de uitgangspunten voor de cultuursubsidies voor de periode 2025–2028. De fractieleden van de PVV hebben naar aanleiding van de brief nog een enkele vraag.

In uw brief stelt u dat duurzaamheid de samenleving bezighoudt en een onderwerp is dat ook de cultuursector bezighoudt. In de vrije cultuuruitingen wordt dan ook veel aandacht besteed aan duurzaamheid en aan een klimaatneutraal Europa.

Voor u is duurzaamheid echter geen beoordelingscriterium voor het toekennen van rijkssubsidies. Die criteria zijn onder ander de artistieke en/of inhoudelijke kwaliteit en/of de maatschappelijke betekenis.

In de samenleving zien de leden van de PVV-fractie in de hedendaagse kunst- en cultuuruitingen, zo u wilt in de artistieke en/of inhoudelijke uitingen, een trend van woke waarbij onder andere veel aandacht wordt besteed aan ras, huidskleur, diversiteit, inclusie, kolonialisme en dergelijke.

De fractieleden van de PVV vragen of u kan aangeven of een zangkoor bestaande uit louter oude conservatieve witte mannen met een repertoire waarin onze Nederlandse zeehelden van weleer worden bezongen en geëerd, voldoet aan de door u genoemde subsidiecriteria «inhoudelijke kwaliteit en maatschappelijke betekenis».

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ziet met belangstelling uit naar uw reactie en ontvangt deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Th.W. Rietkerk

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 mei 2024

Hierbij stuur ik u het antwoord op de vraag van de commissie over mijn brief van 4 maart 2024 inzake Uitgangspunten Cultuursubsidies 2025–2028.

«In de samenleving zien de leden van de PVV-fractie in de hedendaagse kunst- en cultuuruitingen, zo u wilt in de artistieke en/of inhoudelijke uitingen, een trend van woke waarbij onder andere veel aandacht wordt besteed aan ras, huidskleur, diversiteit, inclusie, kolonialisme en dergelijke.

De fractieleden van de PVV vragen of u kan aangeven of een zangkoor bestaande uit louter oude conservatieve witte mannen met een repertoire waarin onze Nederlandse zeehelden van weleer worden bezongen en geëerd, voldoet aan de door u genoemde subsidiecriteria «inhoudelijke kwaliteit en maatschappelijke betekenis».»

Voordat ik dieper in ga op het voorbeeld dat de commissie in zijn vraag centraal stelt, wil ik eerst benadrukken dat ik, noch het Ministerie van OCW, ga over welke cultuuruitingen aan de subsidiecriteria – waaronder inhoudelijke kwaliteit en maatschappelijke betekenis – voldoen en wel of niet in aanmerking komen voor rijkssubsidie. Deze taak ligt bij de Raad voor Cultuur en de Rijkscultuurfondsen, waar onafhankelijke commissies de aanvragen voor subsidie beoordelen en onderling vergelijken langs de vooraf vastgestelde criteria. Hierin wegen genoemde kenmerken zoals leeftijd, politieke voorkeur of levensovertuiging, huidskleur en geslacht, niet mee. Wat betreft de bis-aanvragen adviseert de raad de bewindspersoon van OCW, die in de praktijk de adviezen volgt. Op de vraag of ik kan aangeven of het door de commissie genoemde voorbeeld voldoet aan de subsidiecriteria «inhoudelijke kwaliteit en maatschappelijke betekenis» is het antwoord dus «nee, dat kan ik niet».

Ik sta voor een toegankelijke sector van en voor iedereen in Nederland, overal in Nederland. Dit brengt mij op een belangrijk doel van het cultuurbeleid naast kwaliteit, namelijk verscheidenheid. Een keur aan genres en disciplines kent een plek in het gesubsidieerde culturele aanbod. Ook richt het cultuurbeleid zich op de volle breedte van het culturele en creatieve leven in Nederland. Denk hierbij bijvoorbeeld aan beoefening van cultuur door liefhebbers en amateurs en aan cultuureducatie op scholen en door instellingen.

Dit gaat ook op voor koren. Het voorbeeld dat de commissie aanhaalt van een «zangkoor bestaande uit louter oude conservatieve witte mannen met een repertoire waarin onze Nederlandse zeehelden van weleer worden bezongen en geëerd», is, kijkend naar het genre, vermoedelijk een koor dat zich richt op maritieme volksmuziek. Ook wel Shanty koor genoemd. Leeftijd, huidskleur, geslacht en politieke voorkeur of levensovertuiging staan overigens los van dit genre. Zo zijn er bijvoorbeeld ook «vrouw- of viswijvenkoren», die aspecten van de visvangst bezingen en het leven van de achtergebleven vrouwen aan de wal. Veel liederen stammen uit de tijd van vóór de VOC. De bemanning aan boord vormde toentertijd een gemêleerd gezelschap van verschillende nationaliteiten, waardoor de werkliederen in meerdere talen werden gezongen4.

Vandaag de dag gaat hier om een levendige en geliefde discipline en om een vorm van cultuurparticipatie, die vanuit het rijk ondersteund wordt via het Fonds voor Cultuurparticipatie (FCP), één van de zes Rijkscultuurfondsen. Zo zijn er in Nederland zo’n 400 koren actief met in totaal 15.000 zangers, zangeressen en instrumentalisten, die Shanties en/of maritieme volksmuziek ten gehore brengen. Bovendien valt Shanty of maritieme volksmuziek zingen onder immaterieel erfgoed sinds september 20185. Koepelorganisatie Shanty Nederland6 biedt lesprogramma’s aan voor op scholen en er zijn optredens in maritieme musea, bibliotheken, en uiteraard op maritieme en Shantyfestivals. Deze worden bezocht door vele duizenden bezoekers7.

Het voorbeeld van Shanty koren geeft de brede werking van het cultuurbeleid weer en de reikwijdte van de keten. Ook laat het zien dat er in het cultuurbeleid ruim aandacht is voor Shanty vanwege de waarde die deze cultuuruiting vertegenwoordigd. Tenslotte wijs ik de commissie in dit verband graag op de brief die ik begin april aan de Tweede Kamer stuurde8. Hierin spreek ik mijn waardering voor immaterieel erfgoed uit en onderstreep ik het belang van dit domein voor onze samenleving.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, F.Q. Gräper-van Koolwijk


X Noot
1

Samenstelling:

Lagas (BBB), Jaspers (BBB), Van Knapen (BBB), Roovers (GroenLinks-PvdA), Veldhoen (GroenLinks-PvdA) (ondervoorzitter), Fiers (GroenLinks-PvdA), Ramsodit (GroenLinks-PvdA), Rosenmöller (GroenLinks-PvdA), Kaljouw (VVD), Geerdink (VVD), Rietkerk (CDA) (voorzitter), Doornhof (CDA), Van Meenen (D66), Belhirch (D66), Van Kesteren (PVV), Nicolaï (PvdD), Van Bijsterveld (JA21), Van Apeldoorn (SP), Talsma (CU), Van den Oetelaar (FVD), De Vries (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

X Noot
2

Kamerstukken I 2023/24, 32 820, B.

X Noot
3

Kamerstukken I 2023/24, 32 820, B.

X Noot
4

Bron: Shanties zingen – Immaterieel Erfgoed, 12 april 2024.

X Noot
5

Bron: Shanties zingen – Immaterieel Erfgoed, 15 april 2024

X Noot
6

Bron: Overzicht – ShantyNederland, 16 april 2024

X Noot
7

Bron: Shanties zingen – Immaterieel Erfgoed, 15 april 2024

X Noot
8

Bron: Brief «Immaterieel erfgoed van, voor, door en met iedereen», 4 april 2024, Tweede Kamer der Staten-Generaal 32820–521

Naar boven