Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juli 2022
In het debat van 15 juni jl. (Kamerstuk 32 820, nr. 477) heb ik de Kamer toegezegd begin juli een appreciatie te zullen geven van het plan
van de Taskforce Culturele en Creatieve Sector in het kader van de langetermijnaanpak
van covid-19. Daarbij heb ik u tevens toegezegd in te gaan op de vraag welke lessen
er getrokken kunnen worden uit de uitkomsten en ervaringen van Fieldlab Evenementen,
voor het geval van een opleving van het coronavirus of de opkomst van een nieuw virus.
Hieronder ga ik in op beide zaken.
De culturele sector was de eerste sector die een langetermijnplan heeft opgesteld.
In de afgelopen periode is dit plan aangevuld en aangescherpt. De meest recente is
door de Taskforce begin juli ingestuurd. Ik reageer nu op deze laatste versie.
Ik wil allereerst benadrukken hoezeer ik de constructieve opstelling van de sector
waardeer. De culturele sector heeft steeds voorop gelopen in de planvorming en heeft
daarbij ook een voorbeeldrol vervuld voor andere sectoren. In de achtereenvolgende
versies van het plan heeft de sector bovendien de mogelijke ingrepen en consequenties
daarvan steeds scherper in beeld gebracht. Het meest recente plan hanteert een voor
de sector logische en consequente aanpak, die maatregelen zowel koppelt aan de verschillende
risiconiveaus als aan de verschillende typen van culturele activiteiten (binnen, buiten,
zittend, staand etc.). De Taskforce heeft hiervoor gekozen vanwege de mogelijkheid
tot differentiatie: in een bioscoop liggen immers andere maatregelen voor de hand
dan in een museum. Met dit plan als basis kunnen deelsectoren tot een uitgewerkt brancheprotocol
komen om een veilig en prettig bezoek mogelijk te maken.
Het plan van de Taskforce is duidelijk gebaseerd op opgedane ervaringen en biedt een
begrijpelijk format voor de aangesloten deelsectoren. Daarmee is het volgens mij een
zinvolle bijdrage aan het proces om tot een bredere langetermijnaanpak te komen. Ik
zeg dat met enige voorzichtigheid, omdat ik geen oordeel kan geven over de beschermingswaarde
van de individuele maatregelen of tot welk moment de sector veilig open kan blijven
bij een opleving of een nieuwe variant van het virus.
Zoals u ook op 16 juni jl. met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebt
besproken zullen de door de sectoren aangeleverde plannen medio juli worden gepubliceerd.
Ook zullen deskundigen uit verschillende disciplines adviseren over de sectorale plannen.
Begin september zal het kabinet dan in een brief aan de Kamer verder ingaan op de
langetermijnaanpak.
Door gebruik te maken van de genoemde onderverdeling in typen activiteiten bouwt de
culturele sector voort op de ervaringen van Fieldlab Evenementen. Ook het kabinet
doet dat: ik verwijs hiervoor naar de brief van de Minister van Economische Zaken
en Klimaat van 4 juli jl. over de evaluatie van Fieldlab Evenementen die mede namens
mij aan de Kamer is verzonden. Fieldlab Evenementen heeft geleid tot waardevolle inzichten,
waarmee kennis is opgedaan die van waarde is geweest en ook van waarde kan zijn bij
een onverhoopte nieuwe opleving van het virus.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
G. Uslu