Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 december 2020
Tijdens het Wetgevingsoverleg Cultuur van 23 november 2020 (Kamerstuk 35 570 VIII, nr. 147) heb ik uw Kamer toegezegd dat ik met een gebaksvorkje in de begroting op zoek zou
gaan naar financiële ruimte voor meerjarige steun voor Gasthuis Frascati en Plan Brabant,
de B-lijst van het Fonds voor Cultuurparticipatie en het Omscholingsfonds Dansers
Nederland. In deze brief treft u mijn bevindingen aan.
Meerjarige steun voor Gasthuis Frascati en Plan Brabant
Tijdens het overleg heb ik toegezegd om de mogelijkheden voor meerjarige financiering
van Gasthuis Frascati en Plan Brabant te onderzoeken.
In de begroting heb ik ruimte gevonden om voor de periode 2021–2024 (ten hoogste)
€ 500.000,– projectsubsidie per jaar beschikbaar te stellen. Deze subsidie is bestemd
voor een door Gasthuis Frascati en Plan B gezamenlijk op te stellen plan over de begeleiding
van jonge makers, juist in deze periode. Over dit plan ben ik in overleg met hen.
Ik geef hiermee invulling aan de motie van de Kamerleden Paternotte en Geluk.1
Beide instellingen komen niet meer in aanmerking voor overbruggingssubsidie in het
kader van het tweede steunpakket uit mijn brief van 16 november.2 Deze steun is namelijk bedoeld voor instellingen die geen meerjarige subsidie ontvangen.
Het staat Gasthuis Frascati en Plan Brabant overigens vrij om (extra) projectsubsidie
voor hun plan aan te vragen bij andere fondsen zoals het Fonds Podiumkunsten.
Omgang positief advies, onvoldoende budget (B-lijst) Fonds voor Cultuurparticipatie
Ik heb uw Kamer toegezegd dat ik op zoek zou gaan naar financiële ruimte voor instellingen
die een aanvraag bij het Fonds voor Cultuurparticipatie hebben gedaan en positief
beoordeeld zijn maar waarvoor onvoldoende budget was om (voldoende) meerjarige subsidie
te verlenen. Het gaat hier om instellingen die een aanvraag hebben gedaan voor de
meerjarige instellingssubsidie voor talentontwikkeling, kunstfestivals en erfgoedmanifestaties
(2021–2024). Het betreft twaalf instellingen. De huidige stand van zaken is dat zeven
daarvan een beschikking hebben ontvangen voor een deel van het geadviseerde subsidiebedrag.
Deze zeven instellingen ontvangen aanvullende subsidie in het kader van het tweede
steunpakket. De andere vijf instellingen ontvangen nog geen subsidie voor 2021–2024
en komen daarom in aanmerking voor overbruggingssubsidie.
De enige mogelijkheid die ik zie om extra financiële steun te bieden aan de zogenaamde
B-lijst van het Fonds voor Cultuurparticipatie is een deel van het brede onderzoeksbudget
voor cultuur hiervoor in te zetten. Ik kan uit dat budget in 2021 eenmalig een bedrag
van € 700.000,– vrijmaken. Dat heeft wel een belangrijk nadeel. Voor aanvullende onderzoeksvragen
vanuit de Tweede Kamer is dan geen financiële dekking meer. Maar gelet op de huidige
omstandigheden ben ik bereid het Fonds voor Cultuurparticipatie op deze wijze tegemoet
te komen.
Omscholingsfonds Dansers Nederland (ODN)
Ik heb u beloofd te kijken of ik mogelijkheden zie om het ODN te ondersteunen. Het
ODN voorziet volgend jaar een tekort omdat de afgelopen jaren werkgeverspremies niet
altijd zijn afgedragen aan het fonds. Ik kan uit de middelen voor de arbeidsmarktagenda
in 2021 eenmalig € 500.000,– vrijmaken. Dit bedrag is gelijk aan de werkgeverspremies
die het ODN in de periode 2017–2020 niet heeft ontvangen, hoewel daar wel afspraken
over waren gemaakt met de sector. Ondanks dat het de verantwoordelijkheid van de sector
zelf is om dit goed te regelen wil ik niet dat een generatie topdansers hier de dupe
van wordt. Ik verbind wel de strikte voorwaarde aan mijn steun dat de sector voor
de komende periode realistische afspraken over afdracht aan het fonds maakt en die
ook nakomt.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven