32 815 Wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden

Nr. 64 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN KARABULUT EN SPEKMAN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 33

Ontvangen 10 oktober 2011

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel G, vervalt.

II

Artikel I, onderdeel H, wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste onderdeel vervalt.

2. Het tweede onderdeel, onder c, vervalt.

3. In het vijfde onderdeel wordt «en de verplichting, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, gelden» vervangen door «geldt» en wordt «verplichtingen» vervangen door: verplichting.

III

Artikel III, onderdeel D, vervalt.

IV

Artikel IV, onderdeel D, vervalt.

Toelichting

Dit amendement regelt dat de in het wetsvoorstel voorgestelde verplichte tegenprestatie komt te vervallen. Het college zal dan ook geen bevoegdheid hebben om bijstandsgerechtigden onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden op te dragen. De indieners zijn van mening dat bijstandsgerechtigden al een tegenprestatie leveren, want zij hebben een plicht tot arbeidsinschakeling. De tegenprestatie is dus volstrekt overbodig. Bovendien moet publiek werk lonen en het moet bijstandsgerechtigden perspectief bieden op reguliere arbeid. Dat is bij de voorgestelde tegenprestatie niet aan de orde. Daarbij leidt het verplichten tot een tegenprestatie tot verdringing op de arbeidsmarkt, ondermijning van het wettelijk minimumloon en komen CAO’s onder druk te staan.

Karabulut

Spekman

Naar boven