32 815 Wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden

Nr. 26 AMENDEMENT VAN HET LID SPEKMAN

Ontvangen 4 oktober 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel AC, wordt in het tweede onderdeel «Het derde tot en met zesde lid» vervangen door: Het derde, vierde en zesde lid.

II

In artikel I, onderdeel BA, wordt in artikel 78r, eerste lid, «artikel 35, derde tot en met zesde lid» vervangen door: artikel 35, derde, vierde en zesde lid.

Toelichting

Dit amendement zorgt ervoor dat bijzondere bijstand ook aan een persoon, met een tot hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt, kan worden verleend met betrekking tot kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind. De voorgestelde inkomensnormering van 110% geldt niet voor deze categorie personen. In Nederland leven 310 000 kinderen op het randje van armoede. Bijna één op de tien kinderen groeit op in een gezin dat kampt met armoede en groeit daardoor op met een achterstand. Gemeentes hebben de afgelopen jaren regelingen ontwikkeld, waardoor kinderen mee konden blijven doen.  Dit amendement regelt, dat kinderen in kansarme gezinnen deze kansen blijven krijgen om te kunnen participeren.  In het geval van schoolgaande kinderen wordt in dit amendement geregeld, dat de inkomensgrens van 110% voor deze gezinnen niet geldt. Gemeentes blijven in deze gevallen de bevoegdheid houden om generieke participatiebevorderende maatregelen, dat kan in de vorm van inkomensondersteunende regelingen bijvoorbeeld door stadspassen,  voor kinderen uit te kunnen blijven voeren. We moeten ervoor zorgen dat kinderen niet over het randje worden geduwd en opgroeien in diepe armoede met het bijbehorende gebrek aan kansen.

Spekman

Naar boven