32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

BQ VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 12 december 2025

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1 heeft schriftelijk overleg gevoerd met de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over haar reactie op het advies van de Wetenschappelijke Klimaatraad «Boeren in een veranderend klimaat» en op het vierde signalenrapport van het Nationaal Klimaatplatform. Bijgaand brengt de commissie hiervan verslag uit. Dit verslag bestaat uit:

  • De uitgaande brief van 4 november 2025.

  • De antwoordbrief van 11 december 2025.

De griffier van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur

Den Haag, 4 november 2025

De leden van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) hebben kennisgenomen van uw brief van 11 juli 2025 waarmee u een reactie geeft op het advies van de Wetenschappelijke Klimaatraad (WKR) «Boeren in een veranderend klimaat» en op het vierde signalenrapport van het Nationaal Klimaatplatform (NKP) «Een duurzame basis voor bestaanszekerheid van boeren en tuinders».2 De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA wensen u hierover enkele vragen te stellen.

Deze leden lezen dat het kabinet de aanbeveling van de WKR om te komen tot concrete kaders en doelen voor de korte en lange termijn onderschrijft. Echter, daarbij doelde de WKR onder andere op doelen voor 2040. Gaat het kabinet doelen en kaders voor 2040 opstellen zodat de route voor boeren zichtbaar wordt en zij hun bedrijfsvoering daar ook op kunnen aanpassen?

Het kabinet is een strategisch overleg Landbouw en Voedsel gestart. Kunt u een overzicht geven van de partijen die aan tafel zitten? Zijn er partijen tussentijds uit- of opgestapt? Kunt u het procesontwerp voor dit overleg geven? Zitten organisaties vanuit de natuur-, water- en milieusectoren daar ook bij aan tafel? Hoe zijn gezondheidsfondsen aangesloten bij dit overleg?

Op welke wijze gaat of heeft u de informatie uit het actieprogramma klimaatadaptatie landbouw en natuur betrokken bij de Nota Ruimte? Biedt de nota ruimte naar uw mening voldoende ruimte voor de klimaatadaptatie in de landbouw?

Is er naast een marktprogramma verduurzaming dierlijke producten ook een marktprogramma verduurzaming plantaardige producten? Zo ja, kan de Eerste Kamer beide programma’s ontvangen? Zo niet, waarom is er alleen een programma verduurzaming voor de dierlijke producten?

Deze leden merken op dat het kabinet positief kijkt naar marktinnovaties waarbij de directe relatie tussen boer en burger versterkt wordt. Recent is echter het bedrijf «Rechtstreekx» failliet gegaan, terwijl dit bedrijf juist uitblonk in een directe verbinding leggen tussen burgers en boeren. Daarnaast leverde het hoge kwaliteit voedsel van biologische oorsprong. Kunt u aangeven welke lessen er te leren zijn uit deze casus voor het ontwikkelen van de juiste prikkels en instrumenten vanuit de overheid om dit soort initiatieven wel levensvatbaar te maken?

De leden van de vaste commissie voor LNV zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 2 december 2025.

Voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G.J. Oplaat

BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 december 2025

Op 4 november jl. heeft u een brief gestuurd over de kabinetsreactie van 11 juli jl. op een tweetal rapporten van de Wetenschappelijke Klimaatraad (WKR) en het Nationaal Klimaatplatform (NKP) die ingaan op landbouw en klimaat3. Hierbij stuur ik u mijn reactie op de vragen die door de leden van de fractie van GroenLinks-PvdA zijn gesteld in de brief.

Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma

178716

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van de vragen en de opmerkingen van de leden van de fractie van GroenLinks-PvdA naar aanleiding van de Kamerbrief met de reactie op de rapporten van de Wetenschappelijke Klimaatraad (WKR) en Nationaal Klimaatplatform (NKP) over landbouw en klimaat. Hieronder treft u de beantwoording aan op volgorde van de inbreng bij uw brief van 4 november jl.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van GroenLinks-PvdA

Deze leden lezen dat het kabinet de aanbeveling van de WKR om te komen tot concrete kaders en doelen voor de korte en lange termijn onderschrijft. Echter, daarbij doelde de WKR onder andere op doelen voor 2040. Gaat het kabinet doelen en kaders voor 2040 opstellen zodat de route voor boeren zichtbaar wordt en zij hun bedrijfsvoering daar ook op kunnen aanpassen?

Het kabinet onderschrijft het belang om zekerheid te bieden met een helder langetermijnperspectief. Dit geeft boeren duidelijkheid én draagt bij aan een stabiel en sterk investeringsklimaat. Nederland zet zich met de EU-lidstaten in om een Europees klimaatdoel voor 2040 vorm te geven. Tijdens de Milieuraad van 4 november jl. bereikten de Europese klimaatministers een algemene oriëntatie over de wijziging van de EU Klimaatwet om een EU klimaatdoel voor 2040 en randvoorwaarden hiervoor vast te stellen. In het verslag4 van deze Milieuraad wordt deze algemene oriëntatie toegelicht. Dit besluit draagt bij aan het bieden van zekerheid voor de lange termijn. Het kabinet kiest er niet voor om een nationaal tussendoel voor 2040 vast te leggen in de nationale Klimaatwet.

Het kabinet is een strategisch overleg Landbouw en Voedsel gestart. Kunt u een overzicht geven van de partijen die aan tafel zitten? Zijn er partijen tussentijds uit- of opgestapt? Kunt u het procesontwerp voor dit overleg geven? Zitten organisaties vanuit de natuur-, water- en milieusectoren daar ook bij aan tafel? Hoe zijn gezondheidsfondsen aangesloten bij dit overleg?

In het Strategisch Overleg Landbouw en Voedsel worden strategische landbouw- en voedselvraagstukken gericht op de langere termijn in een constructieve dialoog besproken. Het overleg wordt ongeveer vier keer per jaar georganiseerd en is in de eerste plaats een gedachtevormend gremium. Voor dit overleg zijn organisaties uitgenodigd die de primaire land- en tuinbouw, natuur en milieu, de voedselketen en de financiële sector vertegenwoordigen. Het betreft LTO Nederland, Agractie, het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK), Biohuis, Glastuinbouw Nederland, de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV), de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV), Boerennatuur, Natuur&Milieu, LandschappenNL, ZuivelNL, BO Akkerbouw, AVINED/Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP), Coalitie Vitale Varkenshouderij (Coviva)/Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV), VNO-NCW, Rabobank. Het strategisch overleg wordt voorgezeten door de heer Elbert Dijkgraaf als onafhankelijk voorzitter. Er zijn geen gezondheidsfondsen aangesloten bij dit overleg. Er zijn ook geen partijen uit- of opgestapt.

Op welke wijze gaat of heeft u de informatie uit het actieprogramma klimaatadaptatie landbouw en natuur betrokken bij de Nota Ruimte? Biedt de nota ruimte naar uw mening voldoende ruimte voor de klimaatadaptatie in de landbouw?

De actieprogramma’s voor klimaatadaptatie landbouw en natuur zijn faciliterend en stimulerend van aard, waar de nota ruimte kaderstellend is. Klimaatbestendigheid heeft een stevige plek gekregen in de nota ruimte. De actieprogramma’s geven richting welke stappen (acties) er nodig zijn om te komen tot klimaatadaptief handelen. Denk aan kennisontwikkeling om de kwetsbaarheid van gebieden en sectoren in beeld te brengen, het bijeenbrengen en inspireren van de verschillende doelgroepen, en bieden van concreet handelingsperspectief voor de sectoren en agrarische ondernemers om zelf aan de slag te kunnen met klimaatadaptieve maatregelen.

De nota ruimte geeft belangrijke signalen over te verwachten klimatologische gevolgen, bijvoorbeeld op het gebied van waterbeschikbaarheid, en beschrijft de noodzaak voor klimaatadaptieve maatregelen. Voor de landbouw zijn hier geen ruimtelijke keuzes aan gekoppeld. Met behulp van de uitkomsten van de actieprogramma’s alsook de in ontwikkeling zijnde Nationale klimaatadaptatiestrategie (NAS’26) kunnen deze keuzes beter en meer integraal gemaakt en uitgewerkt worden.

Is er naast een marktprogramma verduurzaming dierlijke producten ook een marktprogramma verduurzaming plantaardige producten? Zo ja, kan de Eerste Kamer beide programma’s ontvangen? Zo niet, waarom is er alleen een programma verduurzaming voor de dierlijke producten?

Er is op dit moment geen marktprogramma voor de verduurzaming van plantaardige producten. Wel zijn er specifieke actieprogramma’s, zoals het Actieplan «Groei van biologische productie en consumptie», waarin de groei en versterking van de keten van biologische plantaardige producten een belangrijke focus is. Ook wordt in het kader van Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming 2030 in een specifiek subsidieproject met LIDL gewerkt aan verduurzaming van AGF (Aardappelen, Groente en Fruit) voor consumenten. Daarnaast ben ik bezig met de uitwerking van een ketenaanpak voor plantaardige eiwitten, in lijn met mijn toezegging in het commissiedebat landbouw, klimaat en voedsel op 6 maart 2025 (Kamernummer: TZ202503-018), waarover ik u informeer in mijn brief over het markt en keten beleid.

Deze leden merken op dat het kabinet positief kijkt naar marktinnovaties waarbij de directe relatie tussen boer en burger versterkt wordt. Recent is echter het bedrijf «Rechtstreekx» failliet gegaan, terwijl dit bedrijf juist uitblonk in een directe verbinding leggen tussen burgers en boeren. Daarnaast leverde het hoge kwaliteit voedsel van biologische oorsprong. Kunt u aangeven welke lessen er te leren zijn uit deze casus voor het ontwikkelen van de juiste prikkels en instrumenten vanuit de overheid om dit soort initiatieven wel levensvatbaar te maken?

De korte keten is een productverkoopmethode waarbij de afstand tussen producent en consument minimaal is, zowel fysiek als wat betreft schakels. Hierdoor is er direct contact tussen de consument en de producent, is er een lokale focus en wordt door de korte afstand het voedsel sneller geleverd waardoor het vaak verser is.

Ik kan niet ingaan op het faillissement van individuele initiatieven, maar ik herken de suggestie uit het WKR-rapport: «Om regionale voedselsystemen te versnellen en de impact te vergroten is nog veel nodig. Een gezamenlijke regionale voedselbeweging kan samen naar buiten treden, meer partijen betrekken. Ook kan ze haar stem laten horen naar boven, richting beleid en regelgeving. Investeren in voedselverbindingsplekken, in toegankelijkheid van voedsel en gezamenlijk eigenaarschap in de keten, meer benutten van voedsel als middel voor preventieve gezondheidzorg en welzijn, en last but not least: middelen vrijmaken om de verbindingen actief tot stand te brengen en de voedselbeweging verder te brengen. En vooral ook de diepte in: leren van plekken en ervaringen waar de cultuur, gewoontes, normen en waarden al zorgen voor een eerlijk en sociaal regionaal voedselsysteem.»

Deze suggestie sluit aan bij het onderzoek naar de ontwikkeling van korte ketens in Nederland dat de WUR voor mij uitvoert. De opdracht van het onderzoek is om Archetypen korte ketens vast te stellen. Deze Archetypen worden bepaald op basis van economische, ecologische en sociale duurzaamheid. De resultaten van dit onderzoek worden volgend jaar verwacht. De uitkomsten van dit onderzoek geven inzicht in de verschillende korte keten initiatieven en zijn bouwstenen voor beleid en voor het toekomstige voedselsysteem.


X Noot
1

Samenstelling:

Jaspers (BBB), Van Knapen (BBB), Oplaat (BBB) (voorzitter), Kluit (GroenLinks-PvdA), Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Fiers (GroenLinks-PvdA), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA) (ondervoorzitter), Straus (VVD), Van de Linden (VVD), Rietkerk (CDA), Prins (CDA), Kanis (D66), Van Meenen (D66), Van Kesteren (PVV), Nicolaï (PvdD), Baumgarten (JA21), Van Aelst-Den Uijl (SP), Holterhues (ChristenUnie), Kemperman (FVD), De Vries (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL), Van de Sanden (Fractie-Van de Sanden), Walenkamp (Fractie-Walenkamp), Visseren-Hamakers (Fractie-Visseren-Hamakers)

X Noot
2

Kamerstukken I 2024/25, 32 813, BL.

X Noot
3

Kamerstuk 32 813, nr. 1528

X Noot
4

Kamerstuk 2025Z20348

Naar boven