Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 september 2021
Middels deze brief voldoe ik aan de toezegging aan lid Van der Plas (BBB) tijdens
het debat over de Voorjaarsnota, om voorafgaand aan publicatie van de Miljoenennota
2022 een (uitgaven)overzicht aan te bieden voor klimaat en stikstof (Handelingen II
2020/21, nr. 97, Debat over de Voorjaarsnota 2021).
De uitgavenoverzichten voor klimaat en stikstof zijn opgenomen in de bijlage van deze
brief en betreffen de stand Voorjaarsnota 2021. Dit omdat de brief voorafgaand aan
de Miljoenennota wordt verzonden, waar voor het eerst de actuele standen sinds de
Voorjaarsnota worden getoond.
In het overzicht is per maatregel het budgettair beslag weergegeven, waarbij ook is
aangegeven op welke departementale begroting de middelen worden verantwoord. Een deel
van de middelen staat nog gereserveerd op de Aanvullende Post. Het uitgavenoverzicht
voor stikstof is tot en met 2030 opgenomen. Dit is gelijk aan de looptijd van het
vastgestelde stikstofpakket. De klimaatmiddelen zijn conform reguliere systematiek
tot en met 2025 weergegeven, omdat dit een combinatie is van reguliere middelen voor
klimaatbeleid, maatregelpakketten voor uitvoering van het Urgenda-vonnis en maatregelen
uit het Klimaatakkoord.
Stikstof
In april 2020 heeft het kabinet in het kader van een structurele aanpak stikstof een
pakket maatregelen aangekondigd van ruim 5 miljard euro en reserveerde daarnaast bij
Miljoenennota 2021 1 miljard euro extra voor de partiele bouwvrijstelling (Kamerstuk
35 334, nr. 82). Eerder zijn er bij Najaarsnota 2019 ook middelen (600 miljoen euro) gereserveerd
in de begrotingsreserve stikstof ten behoeve van maatregel Gerichte Opkoop, de natuurbank
en natuurimpuls. Het totaalpakket moet in de periode van 2020 tot en met 2030 bijdragen
aan natuurbehoud en natuurherstel, en zorgen voor reductie van stikstofuitstoot. De
aanpak beoogt daarmee een gunstige of – waar dat nog niet mogelijk is – een verbeterde
landelijke staat van instandhouding van stikstofgevoelige soorten en habitats onder
de Vogel- en Habitatrichtlijn te realiseren en daarmee ruimte te creëren voor belangrijke
maatschappelijke opgaven, zoals woningbouw, mobiliteit en energietransitie.
Klimaat
Sinds de aanvang van de huidige kabinetsperiode zijn op meerdere momenten middelen
gereserveerd voor klimaatbeleid; bij Regeerakkoord, bij maatregelpakketten voor uitvoering
van het Urgenda-vonnis en bij het Klimaatakkoord. Met de maatregelen die hierbij zijn
aangekondigd, wordt beoogd het wettelijke doel van 49% CO2-reductie in 2030 te realiseren. Het merendeel van deze middelen staat op de begrotingen
van EZK, BZK, LNV en IenW. Slechts een beperkt deel van de middelen staat nog gereserveerd
op de Aanvullende Post.
Het klimaatbeleid bestaat uit gerichte incidentele maatregelen en verschillende reguliere
beleidsinstrumenten die direct bijdragen aan de doelstellingen van het Energieakkoord
(duurzame energieproductie) en het Klimaatakkoord (CO2-reductie).
Tot slot
De Staatssecretaris van Economische Zaken – Klimaat en Energie heeft uw Kamer op 25 juni
jl. (Kamerstukken 32 813 en 35 668, nr. 810) geïnformeerd dat het kabinet maatregelen zal uitwerken die op korte termijn CO2-reductie realiseren om ten minste een emissiereductie van 49% in 2030 in het vizier
te houden. Ook is uw Kamer geïnformeerd dat zal worden bezien hoe dit proces kan worden
ingepast in de augustusbesluitvorming over de begroting voor 2022. Middels de Miljoennota
2022 wordt uw Kamer geïnformeerd over de budgettaire ontwikkelingen die na publicatie
van de Voorjaarsnota hebben plaatsgevonden.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Bijlage 1: Uitgavenoverzicht stikstof – stand bij VJN 2021
Bijlage 2: Uitgavenoverzicht klimaat – stand bij VJN 2021