Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 december 2020
Graag informeer ik uw Kamer middels deze brief over samenwerking met Denemarken met
betrekking tot een offshore «energie-hub».
Denemarken is een belangrijke partner voor Nederland als het gaat om klimaat en energie.
We trekken vaak gezamenlijk op in Europees verband en zijn beiden ambitieus op het
gebied van CO2-reductie. Denemarken is een van onze buurlanden op de Noordzee en we zijn zowel letterlijk,
via de Cobrakabel voor het transport van elektriciteit, als figuurlijk, door onze
gedeelde inzet en ambities voor windenergie op zee, met elkaar verbonden.
Op 19 juni 2020 heb ik een Memorandum of Understanding (MoU) met Denemarken ondertekend
waarin we verschillende thema’s hebben geïdentificeerd die goed aansluiten op het
energiebeleid van beide landen en waarmee beide landen profiteren van een nauwere
samenwerking.1 Belangrijk onderdeel hiervan was windenergie op zee, waarbij ook specifiek werd gesproken
over samenwerking op het gebied van offshore energie-hubs in de Noordzee. Dergelijke
«hubs» zijn aanlandmogelijkheden in zee (via een kunstmatig zandeiland, een platform,
of een andere fysieke vorm) voor offshore windparken, waarbij vanaf deze «centrale»
hubs de energie in de vorm van elektronen of zelfs, na elektrolyse, in de vorm van
(waterstof)moleculen naar verschillende landen getransporteerd kan worden.
Denemarken heeft aangekondigd in 2030 twee energie-hubs in zee te willen realiseren,
waarvan één in de Noordzee. Op deze hub zou in eerste instantie een capaciteit van
3 GW aan offshore windparken moeten kunnen aansluiten in 2030, maar de intentie is
om dit op de lange termijn tot 10 GW uit te breiden. Omdat Denemarken deze hoeveelheden
naar verwachting in 2030 niet zelf kwijt kan, wordt ingezet op een internationale
component bij deze hub in de vorm van interconnectie. Denemarken heeft de afgelopen
tijd onder andere met Nederland verkennende vrijblijvende gesprekken gevoerd over
een mogelijke samenwerking.
De verkennende gesprekken met Denemarken hebben duidelijk gemaakt dat er voor Nederland
voordelen aan een dergelijke samenwerking kunnen zitten. Kansen die hier kunnen liggen
zijn onder andere het vergroten van de interconnectiecapaciteit ten behoeve van de
leveringszekerheid, mogelijke synergie met onze nationale plannen voor offshore infrastructuur
ten noorden van Nederland en eventuele kansen op het gebied van waterstof in de regio
Groningen/Eemshaven.
Daarom heb ik besloten een aanvullend MoU met Denemarken te ondertekenen. Hierin spreken
we af aanvullende analyses uit te laten voeren door onze netbeheerders TenneT en Energinet2. Op basis van die analyses moet vóór 2022 door Nederland en Denemarken een beslissing
genomen worden of het voortzetten van deze samenwerking opportuun is. Uw Kamer zal
naar verwachting eind 2021 over de verdere voortgang worden geïnformeerd.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes