32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

29 696 Structurele duurzame economische groei

Nr. 490 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 april 2020

Op verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat geef ik mijn reactie op het bericht «Plannen voor het grootste waterstofproject in Groningen.» In mijn reactie ga ik in op de productie van groene waterstof, de bouw van de windparken die voor deze productie nodig zijn en de potentiële effecten van dit project.

Productie van groene waterstof

Groene waterstof heeft veel potentie als energiedrager van duurzame energie. Daarom hebben we afspraken gemaakt over waterstof in het Klimaatakkoord.

Ik juich het toe dat het consortium van Shell Nederland, Gasunie en Groningen Seaports (hierna: de initiatiefnemers) plannen maakt die kunnen bijdragen aan het realiseren van de gezamenlijke opgave uit het Klimaatakkoord. Dit soort projecten geven blijk van ambities voor grootschalige verduurzaming. Op 30 maart heb ik uw Kamer de Kabinetsvisie Waterstof toegestuurd, waarin ik nader inga op de toekomstige rol van waterstof in het energiesysteem in Nederland en de economische kansen die waterstof voor Nederland kan bieden.

Bouw van windparken

De initiatiefnemers willen voor de productie van groene waterstof windparken bouwen met een capaciteit van één tot tien Gigawatt. Voor projecten zoals deze dienen nieuwe gebieden voor windparken op de Noordzee te worden aangewezen. Het aanwijzen van gebieden voor wind op zee doet het kabinet via het Programma Noordzee. In onze afwegingen bij het aanwijzen van deze gebieden houden wij rekening met verschillende factoren, waaronder de productie van waterstof en de ontsluiting daarvan. Als de gebieden zijn aangewezen, wordt middels een tender bepaald wie op welk kavel windturbines mag bouwen.

Effecten van dit project

Het specifieke idee van de initiatiefnemers bevindt zich in de absolute beginfase. Er zijn nog geen haalbaarheidsstudies gedaan. Ik kan daarom op dit moment nog niet ingaan op specifieke effecten van dit project.

Tot slot

Tot slot hecht ik er waarde aan u te melden dat het initiatief van dit consortium niet het enige initiatief is dat wil bijdragen aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord. Ik sta in contact met meerdere ideeën en projecten. Zij willen allemaal werken aan de maatschappelijke opgave die voor ons ligt. Dat waardeer ik zeer en ik zal hen dan ook blijven volgen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Naar boven