32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid op weg naar 2020

Nr. 46 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 april 2013

De leden van de commissie voor Economische Zaken hebben mij verzocht hen te informeren over de inzet van het kabinet met betrekking tot het voorstel van de Europese Commissie voor het beperken van het gebruik van conventionele biobrandstoffen.1

De Europese Commissie heeft een voorstel gedaan om de indirecte veranderingen van landgebruik (indirect land use change, ILUC) die optreden bij de productie van biofuels te verminderen2. Hiertoe stelt de Commissie voor de richtlijn hernieuwbare energie en de richtlijn brandstofkwaliteit te wijzigen.

Belangrijk onderdeel van het voorstel van de Commissie is dat de bijdrage van conventionele biobrandstoffen aan de doelstelling hernieuwbare energie in vervoer wordt gemaximeerd tot 5%-punt van de doelstelling van 10% in 2020. De doelstelling hernieuwbare energie in vervoer is een onderdeel van de doelstelling hernieuwbare energie.

Het kabinet heeft in het BNC fiche van 23 november 2012 haar standpunt ingenomen3. Het kabinet verwelkomt het voorstel van de Commissie tot wijziging van de richtlijn hernieuwbare energie en de richtlijn brandstofkwaliteit omdat het kabinet vindt dat de impact van ILUC geminimaliseerd dient te worden. De voorkeur wordt gegeven aan het aanpakken van ILUC middels gedifferentieerde, gewasspecifieke ILUC-factoren.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu zal uw Kamer voor het meireces nader informeren over het Europese en nationale biobrandstoffenbeleid. Hiertoe laat zij momenteel het potentieel aan volume geavanceerde biobrandstoffen in kaart brengen, zoals aangekondigd in haar brief over de percentages conventionele biobrandstoffen4.

De minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Kenmerk 21 501-33-411/2013D12805

X Noot
2

COM (2012) 595

X Noot
3

Kamerstukken 22 112, nr. 1515

X Noot
4

Kamerstukken 32 813, nr. 23

Naar boven