Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 oktober 2018
Mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking bied
ik u met deze brief de Summary for Policymakers (SPM) van het zogenaamde 1,5-gradenrapport van het Intergouvernementele Panel voor Klimaatverandering
(IPCC) aan1. Tijdens de 21e Conferentie van de Partijen (COP21) bij het Klimaatverdrag (UNFCCC)
in december 2015 in Parijs is het IPCC verzocht om dit speciaal rapport.
Vandaag, maandag 8 oktober 2018, heeft het IPCC dit rapport en de samenvatting voor
beleidsmakers gepubliceerd2.
Het rapport handelt over de effecten, kwetsbaarheden en bijbehorende risico’s van
een mondiale temperatuurstijging met 1,5 °C alsook de daarbij behorende mondiale emissiepaden
om de temperatuurstijging aan het eind van deze eeuw tot 1,5 °C te beperken, en hoe
zich dit verhoudt tot een temperatuurstijging van 2 graden. Het rapport geeft onder
andere aan dat de reducties van broeikasgasemissies, die bijna alle landen onder het
Parijs Akkoord hebben ingediend met hun Nationaal Bepaalde Bijdragen (NDCs), bij elkaar
opgeteld ontoereikend zijn om de Parijs-doelen (zowel 1,5 als 2 graden) te halen.
Het pad waarop we nu zitten is ongeveer 3 graden opwarming aan het eind van deze eeuw.
Alleen met ambitieuzere emissiereducties in alle sectoren tot 2030 is een temperatuurstijging
van 1,5 graden haalbaar. Het rapport bevestigt tevens dat een temperatuurstijging
van 1,5 graden de noodzaak voor klimaatadaptatie vermindert, maar dat ook een dergelijke
stijging kan leiden tot verlies voor natuur en mens.
Het rapport vormt onder meer belangrijke informatie voor de klimaattop COP24 in december
a.s. in Katowice, Polen, voor de zogenaamde Talanoa Dialoog. Deze dialoog gaat in
op de voortgang en adequaatheid van de collectieve inspanningen van de landen om de
doelen van Parijs te halen, waarna landen in 2020 hun nieuwe of aangepaste NDCs moeten
indienen.
Het IPCC-rapport sterkt het kabinet in zijn ambitieuze klimaatinzet en in het streven
om de Europese ambitie voor het reduceren van haar broeikasgasemissies voor 2030 te
verhogen van tenminste 40% ten opzichte van 1990, naar 55%. Het rapport onderstreept
ook de noodzaak om nationaal tot een ambitieus Klimaatakkoord te komen. Zoals aangegeven
in de appreciatie van het voorstel op hoofdlijnen voor een Klimaatakkoord (Kamerstuk
32 813, nr. 220) vraagt het kabinet de sectortafels in de tweede ronde nadrukkelijker in beeld te
brengen welke aanvullende maatregelen nog mogelijk zijn. Dit zodat Nederland ook goed
voorbereid is op een aangescherpte Europese doelstelling van 55%.
Het kabinet zet zich ook mondiaal actief in voor het verhogen van ambitie en het goed
uitvoeren van de aangepaste of nieuwe NDCs die landen in 2020 indienen. Zo intensiveert
het kabinet de financiële bijdrage voor internationale klimaatactie om investeringen
in klimaatactie in ontwikkelingslanden te stimuleren3.
Het kabinet zal begin november een brief sturen aan uw Kamer over de inzet voor de
klimaattop COP24 in december en zal daarin een nadere appreciatie geven van het IPCC-rapport
over 1,5 graden.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes