32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid op weg naar 2020

Nr. 19 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 mei 2012

Op 25 januari 2011 nam de Tweede Kamer de motie van de leden Verburg en Leegte aan1. Deze motie is ingediend tijdens het debat over de Mijnwet en CCS op 19 januari 2011 en verzoekt de regering «de effectiviteit en rentabiliteit alsmede de mate van overheidsstimulering van verschillende mogelijkheden tot C02-reductie te onderzoeken en de Kamer voor 1 juni 2011 van de resultaten op de hoogte te stellen».

Om de effectiviteit te bepalen van verschillende mogelijkheden om CO2 te reduceren, heb ik Energie Centrum Nederland (ECN) en SEO Economisch Onderzoek, gelieerd aan de Universiteit van Amsterdam, gevraagd de kosten en baten van CO2-reducerende maatregelen te onderzoeken. Zij hebben gekeken naar de directe en de maatschappelijke kosten en baten van 80% CO2-reductie in Nederland in 2050. De uitvoering van deze motie kan hiermee beschouwd worden als een aanvulling op de Klimaatbrief 2 0502 en de achterliggende studie van het PBL «Naar een schone economie in 2050: Routes verkend».

Deze studie is van belang voor het ontwikkelen van kosteneffectief klimaatbeleid in het kader van de voorwaardelijke 40% en 80 – 95% CO2 reductiedoelstelling in 2 030 en 2050. Het is aan een volgend kabinet om op basis van de resultaten van deze studie nadere beleidsbeslissingen te nemen.

Hierbij bied ik u de studie van ECN en SEO naar de «Kosten en baten van CO2-emissiereductie maatregelen» aan3.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma


X Noot
1

kamerstuk 32 343, nr. 24, TK 2010–2011.

X Noot
2

Kamerstuk 32 813, nr. 3, TK 2011–2012.

X Noot
3

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven