32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Nr. 1275 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2023

Met deze brief kom ik tegemoet aan mijn toezegging uw Kamer te informeren over de voortgang van de ontwikkeling van het transportnet voor waterstof1. Tevens ga ik in op twee moties van het lid Bontenbal. Als eerste de motie2 van 20 december 2022 waarin de regering wordt verzocht de regulering van de nieuwe waterstoftransportinfrastructuur op orde te brengen door daarin de gereguleerde derdentoegang en de consultatie van representatieve organisaties te verankeren. Als tweede de motie over het transportnet op zee3.

Rijkcoördinatieproces is gestart

De realisatie van het transportnet is een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling van de duurzame waterstofketen. Om ervoor te zorgen dat het transportnet tijdig beschikbaar is voor bedrijven, is de ontwikkeling van het transportnet voor waterstof onder de Rijkscoördinatieregeling (RCR) gebracht. Het transportnet wordt in delen aangelegd. Voor een aantal delen van het transportnet zijn de procedures inmiddels formeel gestart met het kennisgeven van het voornemen van het project en het voorstel voor participatie. In alle delen van het land hebben het Ministerie van EZK en Gasunie-dochter HyNetwork Services (HNS) middels meerdere informatiebijeenkomsten geïnteresseerden kennis laten nemen van de ontwikkeling van het transportnet in de betreffende regio. Reacties vanuit betrokken partijen en vanuit de omgeving worden betrokken bij het opstellen van de concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau (concept-NRD) als voorbereiding op de MER-onderzoeken.

Ontwikkeling transportnet en relatie met de Delta Rijn Corridor

Met mijn brief van 2 december 20224 heb ik uw Kamer geïnformeerd dat als gevolg van de oorlog in Oekraïne de aardgasstromen veranderen en dat daardoor de aardgasleiding op het tracé Wieringermeer naar Groningen pas op een later stadium voor hergebruik beschikbaar komt dan eerder gedacht. Verder heb ik in die brief aangegeven dat HNS alternatieve routes onderzocht. HNS heeft nu besloten om een leiding aan te leggen door Noord-Brabant op het tracé dat deels samenvalt met het beoogde tracé van de Delta Rijn Corridor (DRC). Gasunie is daarbij ook toegetreden tot het consortium achter de DRC.

De keuze voor de ontwikkeling langs het tracé Noord-Brabant en inzichten uit de lopende RCR-trajecten maken dat HNS mij na de zomer een voorstel zal doen voor de aanpassing van het uitrolplan, waarbij het achterliggende doel overeind blijft: het tijdig beschikbaar komen van het transportnet. HNS zal het voorstel consulteren bij marktpartijen, overheden, havenbedrijven, representatieve organisaties en andere belanghebbenden. Ik zal uw Kamer over eventuele aanpassingen informeren.

Regelgeving en Dienst van Algemeen Belang

Tijdens de Energieraad van 28 maart jl.(Kamerstuk 21 501-33, nr. 1013) is een Algemene Oriëntatie bereikt over de herziening van de EU Gasrichtlijn en -Verordening. Deze richten zich onder meer op waterstofinfrastructuur en -markten. Momenteel lopen de onderhandelingen tussen de Europese Commissie, de Europese Raad en het Europees Parlement, de zogeheten trilogen. Waarschijnlijk zullen deze onderhandelingen dit jaar tot een vaststelling van de herziene Gasrichtlijn en Gasverordening leiden. Op dat moment zal er meer duidelijkheid zijn over de marktordening rondom (de infrastructuur voor) waterstof, in het bijzonder over de voorwaarden die gelden voor toegang tot netwerken, opslagfaciliteiten en importterminals en de eisen die aan de waterstoftransportnetbeheerder worden gesteld. Na vaststelling van de Gasrichtlijn en Gasverordening volgt het implementeren hiervan in nationale wetgeving; binnen 24 maanden dienen relevante artikelen in nationale wetgeving te zijn verankerd. In dit kader zal, waar de EU regelgeving ruimte laat of noodzaakt tot nadere keuzes, nadere invulling worden gegeven aan de EU regelgeving. In mijn brief aan uw Kamer van 29 juni 20225 heb ik al aangegeven voornemens te zijn te voorzien in wettelijk gereguleerd netbeheer voor het landelijk waterstofnet per 20316.

De subsidiebeschikking voor HNS voor de ontwikkeling van het transportnet heb ik uitgewerkt langs de lijn zoals beschreven in de Kamerbrief van 29 juni 20227. HNS wordt middels de beschikking belast met het uitvoeren van een Dienst van Algemeen Economisch Belang (DAEB). In de verplichtingen die ik aan deze beschikking verbind, leg ik onder meer vast hoe HNS zich dient te verhouden tot de (potentiële) gebruikers van het net. De verplichtingen zien op door HNS te hanteren tarieven, het verlenen van derdentoegang, het proces rondom de aanpassing van het uitrolplan en kwaliteitscriteria voor de via het net te transporteren waterstof 8. Deze verplichtingen voor HNS geven spiegelbeeldig de rechten van netgebruikers weer. Het is noodzakelijk voor bedrijven om de inhoud van deze verplichtingen te kennen en daarom zal ik deze openbaar maken met behulp van een kennisgeving in de Staatscourant. Op deze manier wil ik de belangen van netgebruikers borgen tot het moment dat sprake zal zijn van wettelijke regulering per 2031.

Net als bij elektriciteit en gasnetwerken sluiten gebruikers een overeenkomst met de netbeheerder. Ik wil mijn waardering uitspreken over het proces waarin HNS, VEMW en Energie Nederland werken aan gestandaardiseerde transportcontracten. Deze samenwerking maakt dat het voor bedrijven en netbeheerder al in deze beginfase van de ontwikkeling van de keten, waarin er nog geen wetgeving is, transparant is wat ze van elkaar mogen verwachten. Daarnaast zorgt dit er ook voor dat netgebruikers op gelijke wijze worden behandeld.

Regionale waterstofinfrastructuur

Ook voor de industrie die zich buiten de vijf grote industriële clusters bevindt, is de inzet van waterstof een mogelijkheid om te verduurzamen. Ook bij deze zogeheten «cluster 6» bedrijven zal er behoefte aan transportinfrastructuur ontstaan. Verder zijn op termijn distributienetten nodig die waterstof transporteren naar kleinverbruikers en daarnaast dienen voldoende waterstoftankstations beleverd te kunnen worden. Samen met Netbeheer Nederland en het Interprovinciaal Overleg zet ik daarom een onderzoek uit naar de «regionale» waterstofinfrastructuur. Het onderzoek zal onder meer ingaan op de behoefte aan transport van waterstof voor deze toepassingen en op ordeningsaspecten. In het tweede kwartaal van 2024 is het onderzoek naar verwachting gereed en ik zal uw Kamer informeren over de uitkomsten en te nemen vervolgstappen.

Ontwikkeling infrastructuur op zee

De Dienst van Algemeen Economisch Belang waarmee ik HNS belast, heeft alleen betrekking op infrastructuur op land. Ondertussen worden ook al de eerste stappen gezet met de ontwikkeling van een waterstofnetwerk op zee. Voor de ontwikkelingskosten daarvan is in het ontwerp-meerjarenprogramma 2024 van het Klimaatfonds 50 miljoen euro opgenomen. In het Energie Infrastructuur Plan Noordzee 2050 dat ik dit jaar op laat stellen, komt een visie op de toekomstige infrastructuurbehoefte. Hergebruik van infrastructuur op zee zou, net als op land, kunnen leiden tot aanzienlijke lagere kosten in vergelijking met nieuwbouw. Andere voordelen van het hergebruik van leidingen zijn dat het de ruimtelijke impact van de leidingen vermindert en dat de leidingen mogelijk sneller beschikbaar zijn. Daarom is er bij het opstellen van het Energie Infrastructuur Plan Noordzee 2050 aandacht voor de praktische mogelijkheden voor hergebruik en de wijze waarop de huidige offshore gasnetten onderdeel uit zouden kunnen gaan maken van het toekomstige waterstofnetwerk. Ik handel daarmee in lijn met de motie Bontenbal9 waarin wordt gevraagd om bij de realisatie van een waterstof transportnet op zee de mogelijkheden te onderzoeken naar hergebruik van bestaande gasinfrastructuur. Parallel daaraan onderzoek ik ook de ontwikkeling van nieuwe infrastructuur zodat beide opties kunnen worden vergeleken op onder meer kosten en snelheid van ontwikkeling.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten


X Noot
1

Kamerstukken 31 239 en 30 196, nr. 372.

X Noot
2

Kamerstuk 32 813, nr. 1159.

X Noot
3

Tweeminutendebat Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030, 20 juni 2023.

X Noot
4

Kamerstuk 32 813, nr. 1242.

X Noot
5

Kamerstuk 32 813, nr.1061.

X Noot
6

Gedurende de onderhandelingen over de Gasrichtlijn en Gasverordening is de datum per wanneer gereguleerd netbeheer verplicht is, verschoven van 2031 naar 2036. Ik houd vast aan 2031 en heb daar ook de subsidiebeschikking op afgestemd.

X Noot
7

Kamerstuk 32 813, nr.1061.

X Noot
8

Eén van de verplichtingen in de beschikking heeft betrekking op de door HNS te hanteren kwaliteitseisen die van toepassing zijn in het transportnet. Het vervolgonderzoek naar de waterstofkwaliteitseisen door KIWA/DNV is bijna afgerond. Met buurlanden is in de afgelopen maanden gesproken over de kwaliteitseisen. Na afronding van het rapport zal ik dat opnieuw doen met als doel om waar dat mogelijk is te komen tot harmonisatie. Na het zomerreces zal ik uw Kamer het rapport toesturen en wordt u geïnformeerd over mijn besluit.

X Noot
9

Tweeminutendebat Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030, 20 juni 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 95, Tweeminutendebat Systeemtransitie en Klimaatbeleid na 2030).

Naar boven