Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 mei 2023
Hierbij stuur ik u een schriftelijke appreciatie op de motie van het lid Van Nispen
waarin de regering wordt verzocht te bezien of de schade die wordt veroorzaakt door
klimaatgerelateerde overlast collectief kan worden gedragen (Kamerstuk 29 517, nr. 243). Ik ontraad de motie.
De vraag naar het rechtvaardig verdelen van de schade, ook van klimaatgerelateerde
overlast, staat centraal in het verzekeringsvraagstuk. Daarbij geldt dat een ieder
de verantwoordelijkheid draagt zich zelf te verzekeren voor het risico. Het collectief
van verzekerden draagt vervolgens gezamenlijk het risico van schade, waarop de individuele
verzekerde zich kan verhalen.
Klimaatverandering is een ontwikkeling waar wij ons allemaal toe te verhouden hebben.
Ik acht het echter onwenselijk als additionele kosten hiervan moeten worden gedragen
door slechts enkele groepen binnen de maatschappij. Ik onderschrijf dan ook de conclusie
van het recent verschenen rapport «Rechtvaardigheid in klimaatbeleid» van de Wetenschappelijke
Raad voor het Regeringsbeleid dat er oog moet zijn voor een rechtvaardige maatschappelijke
verdeling van toenemende klimaatkosten.1 Het volledig collectief dragen van alle klimaatgerelateerde schade is echter mijns
inziens een te algemeen uitgangpunt. Klimaatgerelateerde schade is immers een zeer
breed begrip. Het kan onder meer betrekking hebben op overstromingen, wateroverlast
door regen, schade door hevige wind, directe effecten van droogte, economische schade
als gevolg van lage waterstanden, huisverzakkingen als gevolg van droogte, bosbranden,
en nog vele andere soorten schade. Het volledig collectief dragen van al deze uiteenlopende
soorten schade zal een welhaast ondoenlijk complexe en kostbare aangelegenheid zijn.
Daarbij speelt mee dat tegen vele van deze soorten schade men zich momenteel voldoende
en betaalbaar kan verzekeren, waardoor de noodzaak ontbreekt om een collectieve oplossing
te zoeken. Specifiek ten aanzien van verzekeringsoplossingen onderzoekt het kabinet,
samen met de verzekeringssector, op dit moment of en op welke wijze de overheid een
rol kan spelen om te zorgen dat de risico’s van klimaatschade voldoende worden gedekt.
Tot slot bestaat er al een mogelijkheid om kosten in bijzondere gevallen collectief
te delen door inzet van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen. Deze wet maakt het
mogelijk dat de overheid een tegemoetkoming verleent in onder meer niet-redelijkerwijs
verzekerbare schade als gevolg van een ramp (als bedoeld in artikel 1 van de Wet veiligheidsregio’s)
al dan niet ontstaan door een klimaatgerelateerde gebeurtenis.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag