32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid op weg naar 2020

Nr. 103 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 september 2015

Op verzoek van uw Kamer (Handelingen II 2014/15, nr. 100, item 8) doe ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken, toekomen het voorgenomen besluit aangaande de uitspraak van de rechtbank op 24 juni 2015 in de zaak Urgenda/Staat. Uiterlijk 23 september 2015 dient een hoger beroep dagvaarding te zijn uitgebracht.

De Rechtbank Den Haag heeft in zijn uitspraak van 24 juni bepaald dat de Staat de emissies van broeikasgassen in Nederland in 2020 moet beperken tot een niveau van 25% onder de uitstoot in 1990. De Staat zal tegen deze uitspraak hoger beroep aantekenen om daarmee zekerheid en eenheid in de rechtsvorming te verkrijgen over de uitspraak van de rechtbank.

In de uitspraak heeft de rechter voor het eerst overwogen dat de zorgplicht van de overheid een bepaalde minimale reductie van broeikasgassen in 2020 vereist. Het kabinet zet vraagtekens bij de omvang van de toetsing door de rechter van de aan de overheid toekomende beleidsruimte en de daarmee gepaard gaande afweging van uiteenlopende belangen. Aarzelingen zijn er ook over de wijze waarop de rechter daarbij het internationaal recht betrekt. Het gaat ondermeer om de vraag of internationale verdragen en afspraken, zoals het Kyoto Protocol, die zich niet rechtstreeks tot burgers richten en die open normen bevatten op deze wijze kunnen doorwerken in het Nederlands recht. Tevens wil het kabinet een oordeel van een hoger rechtscollege over de wijze van invulling van de zorgvuldigheidsnorm.

Vanwege de gevolgen voor het klimaatbeleid en omdat niet uit te sluiten valt dat de uitspraak van de rechtbank gevolgen heeft voor andere beleidsterreinen is het wenselijk om deze uitspraak te laten toetsen bij een hoger rechtscollege.

Uitvoeren uitspraak rechtbank

Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat, ook nu de Staat in hoger beroep gaat, zij begint met het uitvoeren van het vonnis. Reeds lopende onderzoeken, zoals het Interdepartementale Beleidsonderzoek «Effectiviteit IBO CO2reductiemaatregelen» (IBO CO2), zullen bouwstenen aandragen voor aanvullende maatregelen. Dit in aanvulling op het reeds ambitieuze klimaatbeleid van het kabinet.

Het IBO CO2 wordt naar verwachting eind 2015 afgerond. Het kabinet zal u in de eerste helft van 2016 zijn standpunt toesturen over de uitkomsten van het IBO en daarbij tevens aangeven welke vervolgstappen zullen worden genomen. Daarnaast informeert het kabinet u dit najaar in verschillende brieven separaat over de stand van zaken van het Nederlandse klimaat- en energiebeleid.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven