32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid op weg naar 2020

Nr. 101 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2015

In het najaar van 2014 heb ik naar aanleiding van vragen van uw Kamer tijdens de begrotingsbehandeling van Infrastructuur en Milieu toegezegd te komen met een evaluatie en de follow-up van de Lokale Klimaatagenda (LKA)(Handelingen II 2014/15, nr. 18, item 8). Hierbij doe ik deze toezegging gestand1.

Evaluatie LKA 2011–2014

De kern(woorden) van de LKA 2011–2014 waren verbinden, knelpunten oplossen en opschalen van succesvolle energie- en klimaatprojecten. Dit gebeurde via een breed netwerk van gemeenten, waterschappen en provincies. De evaluatie (zie bijlage 2) laat zien dat de LKA kennisuitwisseling en samenwerking tussen en met decentrale overheden heeft bevorderd en voor «beweging» bij lokale overheden heeft gezorgd. Dit heeft geleid tot een goed functionerend programma en een uitgebreid netwerk. De LKA levert niet alleen op lokaal en regionaal niveau een waardevolle bijdrage aan slimme klimaatoplossingen, maar levert ook een bijdrage aan nationale trajecten, zoals het SER Energieakkoord. Er is inmiddels een actief LKA-netwerk van ca. 1.100 deelnemers, voornamelijk medewerkers van gemeenten, maar ook provincies, waterschappen en andere publieke organisaties. Zij werken aan lokaal klimaatbeleid, zetten klimaatacties in gang en voeren klimaatprojecten uit. Inmiddels zijn meer dan 10.000 acties in gang gezet. Zij worden daarbij door de rijksoverheid ondersteund (Klimaatmonitor, online platform, workshops, netwerkbijeenkomsten). Een goed voorbeeld van de verbindende kracht van de LKA is het programma Klimaat Actieve Stad (KAS). KAS is er op gericht dat gemeenten en waterschappen de activiteiten en ontwikkelingen zo organiseren dat deze de uitstoot van broeikasgassen verminderen en de schade ten gevolge van een veranderend klimaat zo veel mogelijk beperken.

Daarnaast spelen lokale Klimaatambassadeurs een belangrijke rol als «verbinder», om de uitvoeringspraktijk met het rijksbeleid te koppelen en om concrete knelpunten op te lossen. Indien nodig werden knelpunten aan de orde gesteld in overleggen met mij en mijn collega voor Wonen en Rijksdienst. In bijlage 1 vindt u een overzicht met concrete resultaten van de LKA.

Conclusies en aanbevelingen

De conclusie van de evaluatie is dat de LKA heeft gewerkt en doorwerkt, hoewel dit, gezien de aard van de LKA, niet altijd «te vatten» is in harde cijfers. Aanbevolen wordt om de ondersteuningsstructuur voor kennisdeling tussen decentrale overheden te behouden, om het werken via Lokale Klimaatambassadeurs voort te zetten en de inzet op de gekozen thema’s te continueren. Als aanbevelingen voor verbetering worden genoemd:

  • (1) versterk de inzet van partijen in de samenleving (woningbouwcorporaties, bouwers, installateurs en burgers);

  • (2) versterk de koppeling van de LKA aan lopende (beleids)trajecten (bv. SER Energieakkoord, de Nederlandse Klimaatcoalitie (NKC) en de Ondersteuningsstructuur van de VNG);

  • (3) stuur meer op resultaten;

  • (4) laat de LKA op onderdelen meer de regierol pakken.

Opvolging aanbevelingen

Ik onderschrijf de aanbevelingen en neem deze over. Om de inzet van partijen uit de samenleving te versterken, zal jaarlijks een bijeenkomst voor het lokale klimaatbeleid worden georganiseerd. Voorts zal een kennisbank worden ontwikkeld, waarbij goede voorbeelden gekoppeld worden aan personen en organisaties. Via een website van bijvoorbeeld de Nederlandse klimaatcoalitie kan deze breed beschikbaar worden gesteld. De ondersteuning en initiatieven vanuit de rijksoverheid (onder meer de ontwikkeling van handreikingen, de organisatie van workshops en masterclasses) zullen worden gecontinueerd. Daarbij zal steeds worden gekeken waaraan behoefte bestaat bij de decentrale overheden.

De rol van de Lokale Klimaatambassadeurs zal worden voortgezet. Begin dit jaar heb ik een nieuw team ambassadeurs welkom mogen heten. Net als bij de vorige teams kenmerken de ambassadeurs zich door hun enthousiasme om zich in te zetten en zich te verbinden aan bedrijven en andere partijen om op deze manier klimaatmitigatie en -adaptatie verder te helpen. Zij weten deze thema’s ook te koppelen aan (kansen voor) werkgelegenheid, economie en duurzame ontwikkeling; lokaal en nationaal. In introductiefilmpjes van de ambassadeurs geven zij daar prachtige voorbeelden van.2

Elke ambassadeur is lokaal verantwoordelijk voor het uitdragen van het gehele lokale klimaatbeleid. Landelijk hebben ze elk hun eigen thema:

Naam

Functie

Thema

Filip van As

Wethouder

Gemeente Zwolle

Initiatieven van onderop/Duurzame mobiliteit

Hennie Roorda

Heemraad

Waterschap Rivierenland

Duurzame energie

Stefan Kuks

Watergraaf

Waterschap Vechtstromen

Snijvlak mitigatie/adaptatie

Vacature

Gedeputeerde

 

Dennis Straat

Wethouder

Gemeente Zaanstad

Gebouwde omgeving

Vacature

Gedeputeerde

 

Berend de Vries

Wethouder

Gemeente Tilburg

Klimaatneutrale stad

Sjraar Cox

Burgemeester

Gemeente Sittard-Geleen

Business modellen/ Wet milieubeheer

Zoals te zien is in de filmpjes zijn deze ambassadeurs in staat coalities te smeden, met overheden in hun buurt, maar ook met gelijkgestemden door het hele land. Voor veel partijen is de voorbeeldrol van de overheid erg belangrijk. Daarom wordt verkend of één van de ambassadeurs ingezet kan worden voor het thema duurzaam inkopen. Verder wil ik de ondersteuning vanuit Rijkswaterstaat meer inzetten om samen met de ambassadeurs te werken aan concrete resultaten bij het vervullen van een sterkere regierol.

Vervolg

Gezien de klimaat- en energiedoelen is het van belang om gericht actie te blijven ondernemen. Dit wil ik doen via een adaptief Lokaal Klimaat Actieprogramma, dat loopt tot 2020. De deelnemers aan de LKA is daarvoor om input gevraagd via een enquête. Gezien de uitkomsten daarvan en conform de aanbevelingen uit de evaluatie blijft een belangrijk thema de klimaatneutrale en klimaatrobuuste stad/regio. Hierbij speelt het opstellen van een plan met solide en concrete stappen om uiterlijk in 2050 als lokale overheid klimaatneutraal te zijn een voorname rol. Sommige gemeenten hebben al een dergelijk klimaat- of energieplan, maar vele nog niet. Daarom wordt dit jaar, met twaalf gemeenten, zo’n plan opgesteld, inclusief de ruimtelijke kansen en impact. De lessen die geleerd worden bij het opstellen, worden vastgelegd en gebruikt voor een handreiking voor andere partijen om zelf aan de slag te gaan. In samenwerking met deelnemers aan de LKA zal de komende tijd voorts worden gewerkt aan de concrete invulling van acties op onderstaande terreinen:

  • het vaart maken met isoleren, renoveren en verduurzamen van de bestaande woningvoorraad, het verduurzamen van de eigen gebouwen van overheden en het toepassen van energiezuinigere verlichting in de openbare ruimte;

  • het stimuleren van hernieuwbare energieopwekking door particulieren, kleine bedrijven en coöperaties en het opzetten en verder uitrollen van warmtenetten;

  • het stimuleren en promoten van klimaat- en energiemaatregelen met korte terugverdientijd bij het MKB en het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen;

  • het inzetten van energiezuinigere voertuigen en brandstoffen;

  • het maken en borgen van een adaptatieplan voor een hittebestendige stad;

  • het inzetten van ruimtelijke ordening door groenvoorziening en natuur als aanpassing aan klimaatverandering;

  • het stimuleren van gezondheidsbevorderende maatregelen.

Tot slot

Dit is de follow-up van de Lokale Klimaatagenda. Ook het adaptief actieprogramma zal wederom een belangrijke bijdragen leveren aan het realiseren van (lokale) klimaatdoelen. En niet alleen lokaal. In het jaar van de Klimaattop in Parijs ben ik er van overtuigd dat iedereen bereid moet zijn om zijn klimaatambitie om te zetten in actie. Alleen zo kunnen we mondiaal vooruitgang boeken.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven