Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 april 2022
Gemeenten hebben, zoals afgesproken in het Klimaatakkoord, plannen gemaakt om ruim
1,5 miljoen woningen en andere gebouwen in de periode tot en met 2030 te verduurzamen.
Uit de resultaten van de monitor van transitievisies warmte van alle gemeenten blijkt
dat gemeenten ernaar streven om 660 duizend woningen te isoleren en 820 duizend woningen
verdergaand te verduurzamen richting aardgasvrij in de periode tot en met 2030. Het
gaat daarbij om warmtenetten of (hybride) warmtepompen, waarbij de woningen ook vaak
worden geïsoleerd. Daarnaast hebben gemeenten in de monitor ingevuld de ambitie te
hebben om 36 duizend utiliteitsgebouwen (o.a. kantoren en scholen) te isoleren en
24 duizend utiliteitsgebouwen verdergaand te verduurzamen.
Ruim 300 gemeenten in Nederland hebben inmiddels een transitievisie warmte vastgesteld,
en vrijwel alle andere gemeenten zullen dat op korte termijn doen. In de transitievisies
warmte beschrijven gemeenten in welke wijken ze in de periode tot en met 2030 aan
de slag gaan met de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Ze noemen daarbij ook
welke duurzame alternatieven voor aardgas ze voor die wijken overwegen. De transitievisies
warmte zijn via deze kaart in te zien.
De volgende stap is dat gemeenten de transitievisies warmte concretiseren in uitvoeringsplannen
per wijk of buurt. In het uitvoeringsplan beschrijft de gemeente de planning voor
die wijk of buurt en welke maatregelen getroffen zullen worden in de wijk of buurt
om de gebouwen te verduurzamen of al op een duurzaam alternatief aan te sluiten. Dit
kan de basis zijn voor afspraken met woningverhuurders en eigenaren van grote utiliteitsgebouwen
en inzet van communicatie en financiële instrumenten om isolatie door eigenaar-bewoners
en andere gebouweigenaren te bevorderen. Het uitvoeringsplan is een belangrijke onderbouwing
voor de wijziging van het omgevingsplan ten behoeve van de energietransitie in de
gebouwde omgeving.
De transitievisies warmte en uitvoeringsplannen zijn met name relevant voor de programmalijnen
«gebiedsgerichte aanpak warmtetransitie» en «duurzame bronnen en infrastructuur» van
het programma Versnelling verduurzaming gebouwde omgeving, dat ik in de brief1 van 14 februari jl. heb aangekondigd. Eind mei of begin juni zal uw Kamer de uitwerking
van het gehele programma ontvangen, waarin per programmalijn zal worden beschreven
hoe we via een combinatie van stimuleren, ondersteunen, normeren en beprijzen komen
tot het behalen van de CO2-reductiedoelen.
Als vervolg en aanvulling op deze monitor die gebaseerd is op input vanuit de gemeenten,
is het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), in samenwerking met het Expertise Centrum
Warmte (ECW) en partijen vanuit de uitvoeringstafel gebouwde omgeving, gevraagd om
een meer diepgaande analyse te doen naar de inhoud van de opgestelde transitievisies
warmte. Die analyse wordt rond de zomer verwacht.
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge