32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

32 847 Integrale visie op de woningmarkt

Nr. 1007 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 april 2022

Gemeenten hebben, zoals afgesproken in het Klimaatakkoord, plannen gemaakt om ruim 1,5 miljoen woningen en andere gebouwen in de periode tot en met 2030 te verduurzamen. Uit de resultaten van de monitor van transitievisies warmte van alle gemeenten blijkt dat gemeenten ernaar streven om 660 duizend woningen te isoleren en 820 duizend woningen verdergaand te verduurzamen richting aardgasvrij in de periode tot en met 2030. Het gaat daarbij om warmtenetten of (hybride) warmtepompen, waarbij de woningen ook vaak worden geïsoleerd. Daarnaast hebben gemeenten in de monitor ingevuld de ambitie te hebben om 36 duizend utiliteitsgebouwen (o.a. kantoren en scholen) te isoleren en 24 duizend utiliteitsgebouwen verdergaand te verduurzamen.

Ruim 300 gemeenten in Nederland hebben inmiddels een transitievisie warmte vastgesteld, en vrijwel alle andere gemeenten zullen dat op korte termijn doen. In de transitievisies warmte beschrijven gemeenten in welke wijken ze in de periode tot en met 2030 aan de slag gaan met de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Ze noemen daarbij ook welke duurzame alternatieven voor aardgas ze voor die wijken overwegen. De transitievisies warmte zijn via deze kaart in te zien.

De volgende stap is dat gemeenten de transitievisies warmte concretiseren in uitvoeringsplannen per wijk of buurt. In het uitvoeringsplan beschrijft de gemeente de planning voor die wijk of buurt en welke maatregelen getroffen zullen worden in de wijk of buurt om de gebouwen te verduurzamen of al op een duurzaam alternatief aan te sluiten. Dit kan de basis zijn voor afspraken met woningverhuurders en eigenaren van grote utiliteitsgebouwen en inzet van communicatie en financiële instrumenten om isolatie door eigenaar-bewoners en andere gebouweigenaren te bevorderen. Het uitvoeringsplan is een belangrijke onderbouwing voor de wijziging van het omgevingsplan ten behoeve van de energietransitie in de gebouwde omgeving.

De transitievisies warmte en uitvoeringsplannen zijn met name relevant voor de programmalijnen «gebiedsgerichte aanpak warmtetransitie» en «duurzame bronnen en infrastructuur» van het programma Versnelling verduurzaming gebouwde omgeving, dat ik in de brief1 van 14 februari jl. heb aangekondigd. Eind mei of begin juni zal uw Kamer de uitwerking van het gehele programma ontvangen, waarin per programmalijn zal worden beschreven hoe we via een combinatie van stimuleren, ondersteunen, normeren en beprijzen komen tot het behalen van de CO2-reductiedoelen.

Als vervolg en aanvulling op deze monitor die gebaseerd is op input vanuit de gemeenten, is het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), in samenwerking met het Expertise Centrum Warmte (ECW) en partijen vanuit de uitvoeringstafel gebouwde omgeving, gevraagd om een meer diepgaande analyse te doen naar de inhoud van de opgestelde transitievisies warmte. Die analyse wordt rond de zomer verwacht.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstuk 35 925 VII, nr. 137.

Naar boven