32 805 Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg

Nr. 131 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 maart 2022

In de brief van 25 oktober 2021 heeft de toenmalige Staatssecretaris van VWS uw Kamer bericht over de oplevering van de uitkomsten van het eerste deelonderzoek naar de inkoop van PBM1. Het streven was om het eerste deelrapport in het eerste kwartaal van 2022 met uw Kamer te delen. Helaas heeft Deloitte Forensic and Dispute Services B.V. (hierna: het onderzoeksbureau) mij laten weten dat er meer tijd en informatie nodig is om de onderzoekswerkzaamheden af te ronden.

Hoewel ik betreur dat het onderzoek later wordt opgeleverd dan in voornoemde brief was beoogd, heb ik er vertrouwen in dat het onderzoeksbureau alles in het werk stelt om dit zo voortvarend mogelijk te doen. Het onderzoeksbureau heeft mij bericht ernaar te streven om de uitkomsten van het eerste deelrapport voor het aankomende zomerreces gereed te hebben. Zoals aan uw Kamer is toegezegd, deel ik daarom via deze brief welke stappen reeds zijn ondernomen en welke acties nog een vervolg moeten krijgen.

Voortgang eerste deelrapport

Het eerste deelrapport van het onderzoek naar de inkoop van PBM ziet toe op de overeenkomst met Relief Goods Alliance B.V. (RGA). Het onderzoeksbureau heeft mij geïnformeerd dat het – destijds vooruitlopend op de eerste data ontvangsten – sinds augustus 2021 inventariserende interviews heeft gehouden, waarbij de transactie met RGA bij meer dan 10 van deze interviews onderwerp van gesprek is geweest.

Het onderzoeksbureau heeft afspraken gemaakt met RGA over medewerking aan het onderzoek en daartoe zijn randvoorwaarden vastgelegd inclusief een overeengekomen – aangepaste – werkvorm. In deze werkvorm heeft RGA de relevante documentatie ter inzage aangeboden op hun kantoor aan het onderzoeksbureau. Vanwege de gemaakte afspraken zijn deze data niet overgedragen aan het onderzoeksbureau. Het gaat hier om documentatie zoals e-mails, chatberichten en social media-uitingen.

Het onderzoeksbureau heeft mij laten weten dat er helaas herhaaldelijk (8) reeds geplande sessies zijn komen te vervallen als gevolg van verschillende omstandigheden bij zowel het onderzoeksbureau als RGA. In februari jl. en de huidige maand vonden – en vinden – nog bijeenkomsten plaats tussen het onderzoeksbureau en RGA ten behoeve van het beantwoorden van vragen.

Daarnaast is het onderzoeksbureau vanaf het moment dat opgevraagde data vanuit VWS en het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) eind 2021 zijn overgedragen, in januari jl. gestart met het reviewen van deze ontvangen data. Aan de hand van vooraf gedefinieerde zoektermen heeft inmiddels op ruim 30.000 documenten een review plaatsgevonden. Daarbij zijn vooralsnog 820 items als relevant aangemerkt voor het onderzoek naar de RGA-transactie.

Deze datareview wordt nog aangevuld met nog te ontvangen data – met name chatberichten van mobiele telefoons en data vanuit andere ministeries – en een nog uit te voeren analyse van de relevante data en/of verkregen input uit de nog te houden interviews. In de laatste fase van dit eerste deelonderzoek vindt hoor- en wederhoor plaats ten aanzien van de conceptbevindingen uit het onderzoek. De doorlooptijd van dit proces hangt af van de medewerking en reactiesnelheid van betrokken actoren. Deze afhankelijkheden zijn van invloed op de oplevering van het rapport door het onderzoeksbureau.

Voortgang overige deelonderzoeken

Naast voornoemde werkzaamheden zijn het normenkader en de media-analyse – die een belangrijk onderdeel vormen van het onderzoek – in een vergevorderd stadium. Deze onderdelen zijn essentieel voor de beantwoording van de onderzoeksvragen die op het gehele onderzoek betrekking hebben.

Gezien het feit dat het verkrijgen van de relevante data en daarmee de oplevering van de resultaten van het eerste deel van het onderzoek langer duurt dan vooraf was ingeschat, is het onderzoeksbureau eerder gestart met activiteiten die vallen onder de tweede en derde onderzoeksfase binnen het onderzoek.

Tot slot kan ik u melden dat er tijdens de openstelling van het Meldpunt2 (9 augustus 2021 t/m 31 januari 2022) door 17 melders in totaal 24 meldingen aan het onderzoeksbureau zijn gedaan. Van deze melders is er een aantal anoniem gebleken. Het onderzoeksbureau heeft met 5 melders contact gehad en in sommige gevallen om nadere informatie gevraagd. De sluitingsdatum van het Meldpunt is op 27 januari 2022 kenbaar gemaakt. Dit onderdeel is daarmee afgerond.

Ik blijf uw Kamer informeren over de voortgang van het onderzoek.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder


X Noot
1

Kamerstuk 32 805, nr. 122

X Noot
2

Kamerstuk 32 805, nr. 119

Naar boven